Zeer open brief aan Paul Magnette
Over zijn idee-fixe van een noodregering
Paul Magnette wil een noodregering, maar bedoelt paars-groen.
foto © Reporters/Quinet
Paul Magnette bepleit een noodregering bij al wie het horen wil. Maar zo bereikt hij wellicht het tegenovergestelde van zijn beoogd effect.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDag meneer Magnette
Ik hou niet van u. Ik mag u niet. Ik ben op mijn hoede voor uw verbetenheid. Zelden heb ik een Waals politicus zo zien uitvaren tegen wat u ‘separatisme’ belieft te noemen – behalve dan misschien uw generatiegenoot Jean-Marc Nollet die ooit politici van N-VA heeft uitgekreten voor ‘parasieten’ en ‘des nuisibles’ (ongedierte). U lijkt me nog iets gevaarlijker. Uw passie voor de Belgische eenheid, en dus tegen alles wat die zo geroemde unité verstoort, heeft niet zoveel meer met politiek te maken, maar met drift en nijd. Zo komt u in elk geval over.
Ik kan het niet helpen, maar telkens als ik u bezig hoor over Vlaamse partijen, krijg ik eigenaardige what-if-visioenen. Ik stel me dan voor dat niet die brave Vlamingen, maar de francofonen in België de demografische meerderheid zouden vormen, net zoals de ‘Spanjaarden’ in Spanje. U zou dan als Spaans unitarist met een Catalaans-Vlaamse afscheuring geconfronteerd worden. Zou u anders reageren dan uw Spaanse confraters vandaag?
Ik denk het niet. Altijd bereid om separatisten op te sluiten, denk ik dan. Of om de Guardia Civil naar Antwerpen te sturen. Nee nee, wees maar niet zo snel verontwaardigd. Stelt u zich maar eens in de plaats van uw Spaanse evenknie. Dat bent u trouwens gewoon. Heb ik u al een petitie zien ondertekenen voor de vrijlating van uw Catalaanse collega’s? Of een grimmig protest bij Europa horen aantekenen? Want ver voor alle andere bekommernissen omtrent armoede, humaniteit, sociale zekerheid, gelijkheid, ver daarvoor heerst in uw gedachten die ene, alles overheersende preoccupatie: de Belgische eenheid.
Vier stellingen over eenheid
Daaruit volgen vier stellingen die u al een jaar lang den volke kond doet.
Een. Vlaamse partijen die op de wip zitten, zoals Open VLD en CD&V, kiezen de goede kant als ze naar paars-groen overhellen, want dan zijn ze voor de eenheid. Ze kiezen totaal verkeerd als ze naar paars-geel neigen, want dan zijn ze voor de splitsing. Dat zegt uw ex-voorzitter ook. Wie niet met u meedoet, is tegen de eenheid.
Twee. Iedereen moet compromisbereid zijn, taboes laten vallen en zijn darlings ‘killen’. Behalve dan uw partij PS want die mag haar veto tegen elke communautaire vooruitgang gerust handhaven – dat staat immers garant voor de eenheid.
Drie. U wil met iedereen ‘aan tafel’, zeker met liberalen die uw sociaal programma bestrijden, maar niet met Vlaams Belang en N-VA: die hebben in uw terre d’acceuil immers geen familie. Is er geen uitglijder van u bekend, waarin u suggereert dat ook rond N-VA een cordon moet? U behandelt die partij alsof dat cordon al geïnstalleerd was. Voorziet u niet dat, als u zo voort doet, straks geen enkele Vlaamse partij nog familie ten zuiden van de taalgrens zal hebben? Dan is de eenheid helemaal zoek!
Vier. Ten slotte nog een mantra van uw ex-voorzitter en u gezamenlijk: N-VA zou in de federale regering willen, om des te beter te kunnen aantonen dat België niet werkt. Een riskante redenering. U bent dusdanig overtuigd dat België wèl werkt, dat iemand die goede argumenten heeft om aan te tonen dat België niet (goed) werkt, niet mag meedoen. Anders wordt de eenheid bedreigd.
Noodregering
Maar helaas, er zijn Vlaamse partijen die minder en minder onder de indruk zijn van uw eenheidsobsessie en die dus niet naar u willen luisteren. Dat geldt vooral voor CD&V. Voor hen heeft u een noodregering in petto.
Een noodregering? Zijn niet alle Belgische regeringen noodregeringen? Daar lijkt het wel op: denk maar aan de periode van het malgoverno tussen 1977 en 1981, aan de derde Verhofstadt-regering (negentig dagen), de Van Rompuy-regering (één jaar), de regering-Michel II-in-lopende zaken (eveneens één jaar), de regering Wilmès-in-slepende-zaken (nu al drie maand). En denk aan de 541 dagen vooraleer Di Rupo mocht van start gaan. Bent u niet bang dat door uw schuld dit record straks geëvenaard wordt?
Quadripartite
Als politicoloog beseft u natuurlijk ook dat het concept noodregering in ons staatsbestel niet ‘bestaat’. Het is een lege term, slaande op een lege doos. Maar laat ik ruimdenkend zijn en mijn best doen om uw bedoelingen te achterhalen. Bedoelt u soms een zakenkabinet bestaande uit experts, zoals Itinera voorstelt? Dat denk ik eerlijk gezegd niet. Als politicus bedoelt u een echt politiek kabinet, maar dan een met een tijdelijk karakter, en met de bedoeling enkele belangrijke, dringende en onvermijdelijke doelstellingen te halen. Uw doelstellingen, niet de onze. Eenmaal deze taak vervuld komen er dan weer verkiezingen.
Maar in uw francofoon referentiekader bedoelt u gevoelsmatig ook zoiets als een tripartite, maar dan met vier: een quadripartite eigenlijk. Dat was eertijds vaak de oplossing voor als het echt niet meer ging. De drie families (christendemocraten, socialisten en liberalen) hadden gezamenlijk altijd een meerderheid in het parlement. Probleem is natuurlijk dat ze die vandaag niet hebben, dus moet die vierde familie erbij, en wat voor een! Het is de familie die N-VA ‘nuisible’ noemde. Belangrijkste voor u is dat het om belgicistische partijen gaat. De eenheid bewaren door verbondenheid.
In de noodregering kent men zijn vrienden
Zou de optie van een noodregering al afgeschoten zijn, zoals sommigen vermoeden? Wie weet? Maar de optie komt zeker opnieuw op tafel. Hoe dan ook, voor mij is het belangrijk te zien wat er u drijft om zoiets voor te stellen, niet alleen in januari 2020, maar alreeds in juni 2019, vlak na de verkiezingen. Waarbij u er telkens aan toevoegt dat zo’n noodregering ‘limité dans sa composition’ zou zijn, beperkt in zijn samenstelling. U zou vertrekken van de huidige restregering (MR-Open VLD-CD&V, samen nog geen veertig op de 150 zetels). En die zou u dan versterken met PS, sp.a, Groen en Ecolo.
Terwijl uw geprefereerde regenboogcoalitie (waarvan u nog altijd niet afgestapt bent) zou bestaan uit Paars (MR, Open VLD, PS, sp.a) plus Groen en Ecolo, versterkt door CD&V. Identiek hetzelfde, maar anders geformuleerd. Wat is daar dan ‘nood’ aan? Het grote verschil tussen beide totaal identieke formaties is dus het vertrekpunt, want het eindpunt komt op hetzelfde neer: iedereen mag meedoen, behalve de meerderheid in Vlaanderen. Geen Vlaamse partijen die in Wallonië geen familie hebben, ik schreef het al. Omwille van de eenheid.
Eigenlijk een vals en doorzichtig trucje, te pietepeuterig om met zoveel bombarie (en nijdige grimassen) aan te kondigen, vindt u ook niet? Het komt erop neer dat u een mogelijke regenboogregering als een noodregering beschouwt, en omgekeerd. Dat kan ik begrijpen. Vlaanderen drijft namelijk versneld weg van dit moeras. Daartegenover is elke formatie die u kunt verzinnen een noodverband. Mochten de francofonen in België in de meerderheid zijn, dan maakte u inderdaad een noodregering, in de zin van een uitzonderingsregering. Ik ben op mijn hoede voor uw cordon-manie die leidt naar een cordon-natie.
Zoetgevooisd Marrakesh-gebrul
Het gebrul in het parlement tijdens de Marrakesh crisis in december 2018 moet u op gedachten hebben gebracht. Toen brulden alle partijen die aan de juiste kant van de geschiedenis meenden te staan, coalitie samen met oppositie, Franstaligen (allen) en Vlamingen (de vier kleurpartijen), tegen N-VA omdat deze Vlaamse partij het Marrakesh-akkoord afwees. In dat gebrul zag u toch een voorafspiegeling van een regering van Belgische eenheid? Dat beeld leverde de gedroomde coalitie die de N-VA zou breken, het Vlaams Belang naar een overwinning zou voeren maar voor eeuwig in het cordon zou blijven opsluiten, zodoende Vlaanderen permanent zou minoriseren via een rechtuit anti-Vlaamse regering, opgelepeld door de kranten en braaf geslikt door de Vlaamse bevolking?
Meneer Magnette, uw obsessie met eenheid is zo overheersend geworden dat u etnisch bent beginnen denken. En dat u dus goed en kwaad, gelijk en ongelijk, bent beginnen opdelen langs etnische lijnen. Dat zag ik toen u een vriendelijke-vragen-stellende journalist niet in het Nederlands wou te woord staan omdat een andere Vlaming u had tegengesproken. Een incidentje, maar wel een teken. Het zit diep, weet u. Te diep opdat u de noodstaat België zou kunnen leiden.
Gouvernement provisoire
Toch besef ik terdege, te uwer verontschuldiging, dat de term ‘noodregering’ in Vlaanderen heel andere associaties oproept dan in het Frans. Wij denken al snel aan de francofone nood die hier de Vlaamse wet komt breken, en dus zijn we op onze hoede. Noodlot, noodklok en nooddruft doen ons naar de noodrem grijpen. Terwijl u, alsof het niks is, gewoon gouvernement provisoire zegt – een woordgroep die in uw gemoed dan weer niets anders dan glorie oproept. Glorie, en noblesse. Glorie, en redding des vaderlands. De beroemdste Gouvernement provisoire was toch die van Charles De Gaulle, geïnstalleerd bij de Bevrijding in juni 1944, die een grondwetgevende vergadering in het leven riep waaruit dan de Vierde Republiek ontstond.
En de geschiedenis van België dan! Die is, na de Stomme van Portici, ook begonnen met een Gouvernement provisoire, dat op zijn beurt ook een Constituante stichtte, een parlement dat de bevoegdheid kreeg om een Grondwet op te stellen. 1830 en zo, stof voor op het Martelarenplein in Brussel. Constituantes mogen een bestaande Grondwet ook wijzigen. Ik vermoed dat dit uw bedoeling niet is, u vindt onze Grondwet af en voor eeuwig volmaakt.
Voorlopig Bewind
Weet u hoe wij het Belgische Gouvernement provisoire in het Nederlands noemen? Komaan, lager onderwijs, derde leerjaar. Het Voorlopig Bewind! Ook tijdelijk, en limité dans sa composition: het bestond namelijk voor 90% uit Franstaligen: ook toen stond er, net zoals in uw geest vandaag, een limiet op Vlamingen. Er bestaan schilderijen van. Surlet de Chokier en co. Dat waren nog eens tijden, niet?
Er is iets loos met de keuze tussen ‘noodregering’ en ‘Voorlopig Bewind’. Kent u ergens een ‘Noodregeringstraat’? Geen straat in ons land die zo heet. Maar samen kennen we toch wel een Voorlopig Bewindstraat. Jawel, in die buurt in Brussel met een tiental 1830-namen. Weet u waar het naartoe leidt als u met uw invulling van de formatie doorgaat zoals u bezig bent? Simpel: van de Voorlopig Bewindstraat gaat het via de Omwentelingstraat, en in retrograde historische zin, naar het Barrikadenplein. Ik denk niet dat dit het is wat u in gedachten heeft: de sloop van België.
Maar door de ‘eenheid’ zo in uw politiek handelen te laten primeren, helpt u daar ongewild aan mee. Het wordt een anarchistische en riskante afbraak, als u zo voortdoet. Terwijl ikzelf bijvoorbeeld meer te vinden ben voor een nood-sloop, uitgevoerd om de Belgische koterij te laten instorten, maar dan wel gecontroleerd.
Uw verkleefde
Jean-Pierre Rondas
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.
Toen de Oekraïners hun stad Cherson van de Russen heroverden, verscheen op het Telegram-platform een merkwaardige tekst.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.