Zo d’ouden zongen
In 2012 werd het 75ste zangfeest gezongen. Dat kon niet voorbijgaan zonder een boek over de geschiedenis van de zangfeesten. Het werd meer dan een obligaat goednieuwsboek.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe zangfeesttraditie begint in 1933. Het past in een evolutie die al even bezig was rond het lied en zangavonden die de Vlaamse identiteit en Vlaamse cultuur moesten ondersteunen. Van daaruit ontspint zich een hele geschiedenis steeds tegen de achtergrond van de politieke geschiedenis en gebeurtenissen in de Vlaamse beweging. Het grootste deel van het boek Wij zingen Vlaanderen Vrij, het verhaal achter 75 jaar Vlaams nationaal Zangfeest is dan ook de geschiedenis van dat zangfeest. Je krijgt een overzicht van medewerkers, programmawijzigingen, aanpassingen, incidenten, scheuringen (Dag van het Vlaamse lied, Vlaams-progressief zangfeest), voorzitters, succes en nederlaag van 1933 tot 2012. Steeds wordt de geschiedenis verlevendigd door de nodige anekdotiek. Wie verscheurde de partituren van Toots Thielemans en waarom? Waarom kwam Ramses Shaffy niet en mocht Hans de Booy niet komen? Waarom programmeerde Jef Van Hoof vooral zijn eigen composities? Wat had Armand Preud’homme tegen kleinkunst? Waarom stonden er Marialiederen op het programma? Wat deed Wilfried Martens in de raad van Deelgenoten?
Tot nu toe niets onverwachts. Maar auteur Paul Cordy (historicus en huidig regisseur van het Zangfeest) beperkt zich niet tot pure geschiedschrijving. In het geschiedenisoverzicht verlaat hij soms de weg van het beschrijvende om te duiden, wat breder te kaderen en te interpreteren. Cordy doet dat bijvoorbeeld bij de oorlogszangfeesten. Daar gaat hij op zoek naar de beweegredenen van het VNZ om tijdens de oorlog door te gaan met de organisatie. Hij stelt de vraag of dit wel collaboratie was en zo ja, welke vorm. Tussen verzet en collaboratie zitten vele schakeringen. Dat maakt het, zeventig jaar na datum, allemaal veel genuanceerder. Wat Cordy ook doet besluiten: ‘Soms is geschiedenis te weerbarstig voor een al te scherp zwart-wit moreel oordeel.’
Eenzelfde zijsprong krijg je als lezer bij de jaren 1950 toen het zangfeest de concurrentie moest aangaan met een Katholieke afscheuring ‘Dag van het Vlaamse lied’. Een concurrentie die door het ANZ in een vijftal jaar teniet werd gedaan. Cordy vraagt zich af hoe het kan dat die machtige Katholieke zuil moest buigen voor het kleine ANZ.
Die duiding neemt de auteur nog eens over in het zeer aan te bevelen stuk over het Vlaams nationaal Zangfeest, speerpunt in de Vlaamse beweging? Daarin geeft Cordy eigenlijk een geschiedenis van de Vlaamse beweging vanuit het perspectief van het ANZ. Het ANZ dat altijd trouw is gebleven aan zijn Vlaams-nationalistische wortels, maar ook altijd heeft geijverd om een zo breed mogelijk Vlaamsgezind publiek te lokken. Het Zangfeest moest een manifestatie zijn waar de Vlaamse beweging eensgezind samenkwam. De boodschap van de voorzitter is dan ook een mooie invalshoek om de evolutie die de Vlaamse beweging heeft doorgemaakt te overlopen. Tegelijk lees je er ook de verwevenheid in met de rest van de Vlaamse Beweging. Wat met de IJzerbedevaart gebeurde, had ook consequenties voor het zangfeest, al was het maar omdat een aantal regiemedewerkers meewerkte aan de beide manifestaties.
Het ‘speerpunthoofdstuk’ leest zo ook als een (korte) geschiedenis van de Vlaamse beweging. Ook van de hedendaagse Vlaamse beweging. Het lijkt me de eerste keer dat er een objectiverende versie, maar toch met een kijk van binnenuit, van deze geschiedenis wordt verteld. Inclusief de druk om zich te distantiëren van het Vlaams Blok, de ‘Vlaamse vrienden laten we scheiden’, de bedevaart van 1996 …
In het boek is ook te lezen dat het organiserende ANZ heel die 75 jaar nog wat anders deed dan zangfeesten organiseren. Zo was er bijvoorbeeld de koorfederatie (het hoe en waarom van de afsplitsing en de rol van Anciaux, het staat er allemaal in) en zovele activiteiten, ter promotie van de Vlaamse muziekcultuur. In die traditie past ook de huidige inzet voor het digitaliseren en online aanbieden van partituren. Oude uitgeverijen van die muziek werden overgenomen en hun partituren gedigitaliseerd om ze makkelijk toegankelijk te maken voor een nieuwe generatie. Daarnaast promoot het ANZ via Nekka en Griffelrock/Houden van het Vlaamse lied in al zijn mogelijke verschijningsvormen. Het boek onthult een rijkgevulde geschiedenis en nog veel toekomstplannen.
Paul Cordy, Wij zingen Vlaanderen vrij; Het verhaal achter 75 jaar Vlaams Nationaal Zangfeest, Davidsfonds uitgeverij,256 blz. , € 29,95, ISBN 978 90 5826 919 5
Personen |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Sub-Sahara-Afrika is het nieuwe Irak. Het centrum van islamitisch extremisme is verschoven van het Midden-Oosten naar Afrika.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.