Sint-Antoniusviering met vlaai, vlees en varkenskop
360 jaar oude bedevaart-traditie leeft nog altijd
De offergaven in natura worden na de mis geveild op het kerkplein.
foto © PB
Tradities, ze bestaan nog, Een maandag tussen gildemeesters, broederschappen en een veiling van varkenskop en pensen in 2024.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMaandagmorgen 9u30 in Herdersem, een deelgemeente van Aalst op de Grote Baan, tussen Aalst en Wieze. Het Parochiehuis is al open en daarvoor staat een draaimolen en een schietkraam. Beide zijn nog dicht. Het is de laatste dag van de kermis. Enkele dapperen trotseren weer en wind op weg naar de kerk. Want op kermismaandag is er in Herdersem de ‘aloude Moorselse bedevaartmis’.
De aloude Sint Antonius
De bedevaart van Moorsel naar Herdersem bestaat al sinds 1663 en is sindsdien onafgebroken, geen wereldoorlog kon de bedevaarders tegen houden, enkel corona in 2021 veroorzaakte een kleine onderbreking. In Herdersem verzorgt de gilde van Sint Antonius de plechtigheden. Mis op zondag én op maandag. De dorpsraad zorgt voor de andere feestelijkheden tijdens het kermisweekend. Het ‘aloude beeld’ van de heilige zal er dit jaar niet bij zijn. Dat blijft volgens de afspraak met het museum en erfgoed in de kapel van Sint Antonius Abt in de gemeente. Het mag maar om de 2 jaar opgehaald en in de kerk gebracht worden. De stoet op zondag en de pensenworp gingen wel door op zondag. immaterieel erfgoed verslijt niet zo.
Dat Sint Antonius Abt in deze vroegere boerengemeentes werd vereerd is niet zo bijzonder. Hij is patroon (feestdag 17 januari) van varkenskudden en huisdieren. Zijn voorspraak wordt ingeroepen voor de bescherming van dieren, vooral varkens en hun stallen; tegen veeziekten (weer met name bij varkens); tegen besmettelijke ziekten, epilepsie, angst, ergotisme (antoniusvuur of moederkorenvergiftiging), gordelroos, hoofdpijn, huidziekten, jeuken, krabben, lupus, negenoog (karbonkel), netelroos, ontstekingen, pest, roos, scheurbuik, steenpuisten, versterf (necrose) en wratten; tegen de pijnen van het vagevuur. Daarnaast en misschien nog belangrijker is Antonius een pestheilige. Redenen genoeg voor een bedevaart, zo merkt u.
Gaven in natura
De kerk zit op die maandag goed vol. Vooraan zitten de leerlingen van het 5de en 6de jaar van de plaatselijke katholieke lagere school. Op enkele uitzonderingen dragen ze allemaal de bekende boerenzakdoek rond de hals, rood met witte bollen en strepen. Hier en daar door een houten klompje bij elkaar gehouden.
Tussen de kinderen en de volgende rij gaapt een generatiekloof, of twee. Grootouders lonken naar de kleinkinderen die in de kerk zitten. De tijd dat iedereen vrijaf kreeg voor de kermismaandag is ook in Vlaanderen al lang voorbij. Hoewel, er zijn er van de leeftijdscategorie om vrijaf te moeten nemen op het werk. Ook in de gilde van Sint-Antonius zijn niet enkel gepensioneerden actief. In de kerk zijn de gildenmeesters te herkennen aan de rood met gouden band rond het middel, als was het een burgemeesterssjerp, aangevuld met een steek op het hoofd. Ze gaan rond met de mandjes en delen de blaadjes uit en halen de offergaven op.
Voor het altaar staat een draagbaar, met daarop de ‘gaven in natura’ van de kerkgangers. Wie binnenkomt gaat naar voren en zet zijn gaven op de draagbaar. Flessen wijn, brood, vlaai, pensen en een varkenskop.
‘Eerbied in Gods huis’
De mis begint met een anachronisme. De eerste die verschijnt is de suisse (ceremoniële ordebewaker in de kerk, red.). Getooid met een rood lint ‘Eerbied in Gods huis’, een steek op het hoofd en een hellebaard in de hand. Tijdens de viering staat de man achteraan in het gangpad als een trouwe wachter. De mis wordt voorgegaan door de pastoor van Moorsel. Ook dat is traditie. Bijgestaan door de plaatselijke pastoor, ook de deken van Aalst. Die zijn preek begint met te wijzen op de waarde van de traditie. ‘Het is doorgeven wat van waarde is, wat belangrijk is, van generatie op generatie’.
Tijdens de viering enkel liederen over Sint Antonius Abt. Die verkocht zijn bezit om als kluizenaar te leven. Zijn voorbeeld trok anderen aan en zo ontstond een gemeenschap. Hij stond aan het begin van het Christelijke monastieke leven als woestijnkluizenaar in Egypte. En inspireerden anderen om de Antonieters op te richten, een verpleegorde en later ridderorde. Maar dat leidt ons te ver.
Hoogtepunt is de offergang, met gedachtenisprentje. Daar nemen alle kerkgangers aan deel. Opvallend is dat er toch heel wat blijven zitten bij de communie. Tradities hebben ook grenzen. Nog minder gaan na de viering in op het aanbod om de zegen met de relikwie van de heilige Antonius Abt te ontvangen.
Wie biedt meer?
Voor het einde van de viering komen de gildemeesters de gaven in natura ophalen. Die worden buiten de kerk door de gildemeesters per opbod verkocht. De opbrengst gaat naar de gilde van Sint Antonius en de twee andere nog bestaande ‘confrérieën’, broederschappen die ook openstaan voor vrouwen. Hun belangrijkste opdracht is eigenlijk bidden voor het zielenheil van overleden leden. Dat bestond tot midden deze eeuw in de vele Vlaamse kerken. De oorspronkelijke bedoeling was geld voor armen en hulpbehoevenden op te halen.
‘Een pakket pensen en hoofdvlees. Wie stelt de prijs in?’ Waarop een bescheiden opbod volgt. Een deel kerkgangers volgt, anderen zakken af naar het parochiehuis. ‘Een pakket peperkoek, we doen daar een fles wijn bij, je krijgt daar dorst van’, ‘een fles gezegend water’ (sterke drank), ‘kermisvlaai en een kilo gehakt’.
Varkenskop
Op de eerste rij staan de kinderen van de school, ze lijken het spel van het bieden te kennen. Enkel op de alcoholische dranken wordt een kinderbod genegeerd of in de kiem gesmoord door gildemeester of toekijkende juf. Dit is duidelijk een geliefde onderdeel van kermismaandag. Verschillende kinderen hebben duidelijk een budget dat op moet. De vraag is maar of moeder zal blij zijn als blijkt dat haar 15 euro besteed is aan ‘een echte varkenskop’.
Een mooie traditie. Als dringt zich toch de vraag op wanneer een doorleefde traditie omslaat in een leuke folklore.
Categorieën |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Sub-Sahara-Afrika is het nieuwe Irak. Het centrum van islamitisch extremisme is verschoven van het Midden-Oosten naar Afrika.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.