JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Akkoord over BHV is Russische roulette

Pieter Bauwens3/10/2011Leestijd 7 minuten

De acht partijen hebben een akkoord over de splitsing van BHV gevonden. Hoerastemming op alle netten en in de Vlaamse pers. Opluchting bij de brede bevolking. En stel je voor: zelfs FDF is tegen, dus het moet wel goed zijn. Maar is dat wel zo? Is er een reden om blij te zijn om dit akkoord?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ja er is een reden om blij te zijn met dit akkoord. Vergeleken met de vorige vergelijken die zijn tegengehouden (zoals paars-groen in 2006) is de toegift van de Vlamingen heel wat lager. Met uitzondering van de eenzijdige splitsingsvoorstellen in de Kamer is dit de beste deal die er al is geweest. Goed gewerkt van de onderhandelaars. Ze omzeilden heel wat klippen: er is geen Vlaamse gemeente aangehecht bij Brussel, de Franstalige gemeenschap krijgt geen rechten in Vlaanderen, er is geen goedkeuring van het minderhedenverdrag, de drie balorige burgemeesters worden niet benoemd, geen federale kieskring … Kortom, de extreme eisen van de Franstaligen zijn van de tafel gevallen.

Daarnaast is natuurlijk wel heel wat afgesproken. Is dat om gelukkig van te zijn, of opgelucht? Wel, dat is ten eerste nog niet duidelijk, we zijn dus afhankelijk van wat de politici zeggen aan de pers en de politici vertellen graag wat hen goed uitkomt en zwijgen over de rest. Dat is hun goed recht. Op basis van wat de politici lossen, kan je een lijstje maken. Dat zal, naarelang de dagen vorderen, steeds vollediger worden. De ene politicus lost al eens iets dat de andere niet graag lost, enfin zo komen wij ook iets te weten. Vervolgens is het zoeken naar de interpretatie van wat is afgesproken. Dat is puzzelen. De eerste puzzelstukje: wie zegt wat in de Vlaamse pers? Tweede stuk: wie zegt wat in de Franstalige pers? Meestal passen die twee stukjes al niet zo goed. Dan is er een Belgisch akkoord gesloten, eentje dat aan elke kant van de taalgrens een eigen leven gaat leiden en binnen enkele jaren opnieuw problemen oplevert.

Bittere pil
Het lijkt ons dat de kern van het akkoord in De Zes ligt en dus zoeken we daar naar een eerste reactie. De ochtend na het nachtelijk akkoord en belden we met dr. Jan Walraet, CD&V-gemeenteraadslid in Wezembeek-Oppem en voorzitter van de conferentie van de Nederlandstalige mandatarissen van De Zes. Zijn eerste reactie is bitter: ‘Wij betalen de prijs voor de splitsing. We zijn altijd solidair geweest met de rest van de kieskring, maar wij betalen de prijs. Ze noemen de splitsing “vrij proper”, wel bij ons in de faciliteitengemeenten is dat niet het geval. Het is een bittere pil om te slikken.’

Bart Laeremans, senator voor Vlaams Belang en inwoner van het Vlaams-Brabantse Grimbergen, begrijpt die ontgoocheling. ‘Zij betalen nu het gelag. En dat is het beste bewijs dat dit akkoord geen zuivere splitsing van BHV doorvoert. Door dit akkoord worden de zes faciliteitengemeenten een speeltuin voor de Franstalige politici en is er de facto een corridor, wat het FDF daarover ook moge beweren. De Zes worden deel van een groot Brussel.’

Ben Weyts, ook Vlaams-Brabander en kamerlid voor de N-VA, zit op dezelfde golflengte: ‘De faciliteitengemeenten zullen verder verbrusselen.’

Prof. Bart Maddens plaatst het in perspectief: ‘De lepel suiker voor de Franstaligen is een bittere pil om te slikken voor de Vlamingen. Ook en vooral voor de Vlamingen in De Zes, die met de moed der wanhoop het hoofd boven water proberen te houden. Deze splitsing kan enkel maar “zuiver” worden genoemd als je ervan uitgaat dat De Zes eigenlijk van geen tel meer zijn. Met dit akkoord begeven we ons hoe dan ook op een hellend vlak richting aanhechting van De Zes bij Brussel.’

De vraag is dus: weegt de opluchting over het ‘eindelijk’ behaalde akkoord over BHV op tegen de definitieve opgave van De Zes? Dat is een verzwakking van de taalgrens en een aanzet tot de corridor Wallobrux die de Franstaligen zo graag willen. De opgave van De Zes is dus geen fait divers, niet voor de Vlamingen die er wonen, niet voor de rest van Vlaanderen. Jean-Pierre Rondas stelt vast dat zowel Béatrice Delvaux in Le Soir als Francis van de Woestyne in La Libre Belgique dat zo zien. Ze noemen het geostrategische uitgangspunten die in het akkoord zijn gevrijwaard. ’De echte bedoeling is namelijk een gunstige uitgangspositie te verwerven voor het geval van een uiteindelijke splitsing van de staat – die door deze journalisten ‘onvermijdelijk’ wordt genoemd. In zo’n geval gaat het nieuw op te richten kieskanton Rhode volkenrechtelijk mee met Brussel in de Wallobrux-constructie’, schrijft Rondas. 

Verenigde kamers
Dan is er de regeling voor de benoeming van de burgemeesters. Voor Jan Walraet is ook dat een probleem: ’De verenigde kamers van de Raad van State (RVS) zijn een Russische roulette. Voor een keer ben ik het eens met Damien Thiéry.’ Jan Walraet verwijst daarmee naar de eerste en even bittere reactie van de niet-benoemde burgemeester van Linkebeek, die ochtend op de radio (Radio 1, 15 september). Volgens Thiéry blijft er met de regeling dat geschillen worden beslecht voor de verenigde kamers van de Raad van State één kans op twee om te worden veroordeeld/vrijgesproken. Want je kan niet op voorhand weten of de voorzitter van die verenigde kamers Nederlandstalig dan wel Franstalig is. Toch een eigenaardige redenering in een rechtstaat. De uitkomst van een proces bij de hoogste administratieve rechtbank van het land hoort er niet af te hangen van de taal die de voorzitter van de rechtbank spreekt. Maar Jan Walraet volgt de redenering: ‘Het blijft wachten op de definitieve teksten. Maar zoals we het nu weten, geeft deze oplossing geen duidelijkheid. Blijkbaar is de stem van de voorzitter doorslaggevend in de verenigde kamers van de Raad van State en dus is het Russische roulette.’

Ben Weyts vindt het probleem veel fundamenteler: ‘De Nederlandstalige kamer wordt vervangen door een tweetalige. Waarom? Dat heeft niets te maken met rechtvaardigheid. De arresten van de Nederlandstalige kamer staan de Franstaligen niet aan, dus ze vervangen ze door een andere, in de hoop dat die anders zal oordelen. Dat druist toch in tegen elk rechtsgevoel. Trouwens, balorig gedrag wordt hier beloond. Na de volgende verkiezing wordt het veel makkelijker om benoemd te geraken.’

Volgens Bart Laeremans is de hele regeling rond de benoeming van de burgemeesters een verkeerd debat: ‘Ik denk dat dat een schijndebat wordt. Het probleem zit dieper. Waarover zal de Raad van State zich nog moeten uitspreken? Volgens de Franstaligen is de omzendbrief-Peeters geneutraliseerd. Dan kunnen de Franstaligen hun zin doen in De Zes. Alles kan.’

De roulette draait om meer dan de benoeming van de burgemeesters, stelt Jan Walraet: ’Er wordt in de Vlaamse pers bijna niets over gezegd, maar ook burgers uit De Zes die een klacht indienen, zouden nu naar de verenigde kamers van de Raad van State worden verwezen. Dat kan bijvoorbeeld gaan over het taalgebruik in de gemeenten.’ Volgens Jan Walraet maakt dit deel duidelijk waar het de Franstaligen om te doen is: ‘Door de bevoegdheid toe te wijzen aan de verenigde kamers wordt de indruk gewekt dat dit een tweetalig gebied is, zoals Picqué het zei op de radio: “De Zes zijn nu feitelijk tweetalig.” De Zes worden zo een voorgeborchte van het Brussels Gewest. Ze zitten in een apart kieskanton, je kan er stemmen op Brusselse lijsten, dus ze horen zo goed als bij Brussel. Ik ben bang dat die redenering nu zwart op wit op papier staat.’ De hele regeling rond de benoeming van de burgemeesters is dus geen fait divers. Het heeft belangrijke gevolgen: het toont het bijzonder statuut aan van De Zes en weekt ze verder los uit Vlaanderen. Daarbij is het niet duidelijk hoe het nu zit met de omzendbrief-Peeters. Verankerd volgens de ene, geneutraliseerd volgens de ander. Voor een toekomstige uitspraak van de Raad van State zou dat wel eens doorslaggevend kunnen zijn. Ook deze paragraaf moeten we besluiten met de vraag: weegt de opluchting over het behalen van een akkoord op tegen de vaststelling dat dit samengaat met de definitieve opgave van De Zes door Vlaanderen?

BMR
Een ander punt waar met argwaan naar wordt gekeken is de Brusselse Metropolitane Regio (BMR). Jan Walraet: ‘Die zou enkel adviserend zijn. Maar in de Franstalige pers is men daar zeer verheugd over. Het zou kunnen dat via akkoorden in de metropolitane gemeenschap de Franstaligen toch bibliotheken en culturele centra kunnen openen in de faciliteitengemeenten. Ik ben er bang voor, maar we moeten wachten op de definitieve teksten.’

Bart Laeremans vindt die BMR zeer gevaarlijk. ’Zoals het in de akkoorden zou staan, is het te vergelijken met de heroprichting van de oude provincie Brabant. Het versterkt de aanspraken van Brussel op Vlaams-Brabant en zal de verstedelijking in de hand werken. Nu is Vlaams Brabant geen verstedelijkte regio en we willen dat graag zou houden.’

Ben Weyts onthoudt vooral de commentaar van Milquet: ‘Het blijft koffiedik kijken, maar Milquet zou gezegd hebben dat BMR een instrument kan zijn voor de ontsluiting van Brussel. We moeten de teksten afwachten, maar positief is het niet.’

Dezelfde vragen ook bij Guido Moons, voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging: ‘Hoe gaat men de “metropolitane gemeenschap” invullen? De Franstaligen dromen er immers duidelijk van om dit als een instrument te gebruiken voor de sluipende verfransing van heel Vlaams-Brabant.’ Ook hier moeten we bij de evaluatie dus de Franstalige droom van Wallo-Brux aanhalen. De Vlaamse politici die het risico van de BMR nemen, zullen sterk op hun tellen moeten passen. Zoals prof. Bart Maddens zei: ‘Het is een lege doos of een paard van Troje.’

Ten slotte. In het vorige nummer van Doorbraak gingen we uitgebreid in op de nota-Di Rupo. Een veel gehoord punt daar was dat de compensaties voor de splitsing van BHV over vele hoofdstukken verspreid lagen. Het kan dus best dat er (onder tafel) nog meer compensaties zijn afgesproken, maar dat die in andere dossiers zullen worden gestopt. Afwachten dus. De andere akkoorden zullen het uitwijzen.

Zwendel
We hebben hier niet alle problemen behandeld die het akkoord oproept , maar de conclusie is duidelijk: een Vlaamse overwinning is dit BHV akkoord niet. Het is ook geen zuivere splitsing. Dit akkoord is de opstap tot de definitieve opgave van De Zes als Vlaamse gemeenten. Het zou wel eens kunnen dat met dit akkoord de drempel is overschreden, het point of no return. Vele commentatoren vinden het verdedigbaar, de vraag is of ze de draagwijdte zien. JP Rondas vat het in De Standaard (16 sept.) mooi samen: ‘De Franstaligen behouden hun asymmetrische privilegies. Wallobrux begint contouren te krijgen en de corridor krijgt gestalte. Het personenrecht heeft het gehaald op het territorialiteitsrecht. Hier wordt opnieuw een precedent gecreëerd, waardoor het statuut van het Vlaamse Gewest zelf wordt ondergraven. Eén voordeel: iedereen kan nu klaar en duidelijk zien wat voor zwendel de hele faciliteitenhistorie is geweest. Wie dat ziet, zou vandaag op zijn hoede moeten zijn voor de geostrategie.’

 

Wat weten we al over het akkoord?

  • De kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde wordt gesplitst voor de verkiezingen van de Kamer en het Europese parlement. Er komt een kiesomschrijving Brussel (de negentien gemeenten) en een kiesomschrijving Vlaams-Brabant, het oude kanton Leuven samen met de 35 gemeenten uit Halle-Vilvoorde).
  • In de zes faciliteitengemeenten (Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel, Wezembeek-Oppem) krijgen de inwoners een dubbele kiesbrief en is er de keuze om te stemmen voor Vlaamse of Brusselse lijsten.
  • De Senaat wordt niet meer rechtstreeks verkozen, maar samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende regionale parlementen: 29 Vlamingen, 20 Franstaligen en 1 Duitstalige. Daarnaast ook tien gecoöpteerde senatoren: zes Vlamingen en vier Franstaligen. Door die coöptaties kunnen zowel Vlaamse Brusselaars als Franstaligen uit Halle-Vilvoorde worden opgevist.
  • Burgemeesters die door hun gemeenteraad zijn aangeduid, maar die de Vlaamse regering niet wil benoemen, kunnen daartegen in beroep gaan bij de tweetalige of verenigde kamers van de Raad van State. Zolang er geen uitspraak is, zijn ze ‘aangeduid’ ( niet ‘verondersteld’) burgemeester.
  • Extra geld voor Brussel zou zijn toegezegd, maar de precieze afspraken zouden zijn doorgeschoven naar de onderhandelingen over de financieringswet.
  • De splitsing van het gerechtelijk arrondissement is naar latere onderhandelingen verschoven, maar er zou wel de afspraak zijn gemaakt dat Franstaligen recht hebben op een Franstalige behandeling van hun zaak.
  • Er komt een Brusselse metropolitane (hoofdstedelijke) gemeenschap. Dat zou een overlegorgaan zijn met adviserende bevoegdheid. Gemeenten uit Brussel, Vlaams- en Waals-Brabant worden er samengebracht voor overleg, ook de drie gewesten erin zullen overleggen over mobiliteit, verkeersveiligheid en wegenwerken van, naar en rond Brussel. Er zou hierover eerst een samenwerkingsakkoord moeten worden gesloten tussen de drie gewesten.
  • Er zijn geruchten dat er is afgesproken dat er een parlementair rapport zou worden opgesteld over het ondertekenen van het minderhedenverdrag.
  • In de nota-Di Rupo stond de constitutionele autonomie van Brussel. Ook dat zou beloofd zijn.

Dit alles onder voorbehoud.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties