Auguste Van den Brande (1930-2020), de man van de kruisende breuklijnen
Door het grotendeels samenvallen van de levensbeschouwelijke en Vlaams-Waalse breuklijnen werd de Koningskwestie een voor België bedreigend conflict.
foto ©
Auguste Van den Brande is overleden. De socioloog wees als eerste op de drie elkaar doorkruisende conflictdimensies in de Belgische samenleving.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGeen beschrijving of analyse van de Belgische politiek in de 20ste eeuw, de geschiedenis ervan zowel als het systeem, kan eromheen. De trias van maatschappelijke tegenstellingen – de levensbeschouwelijke, de sociaaleconomische en de communautaire – die elkaar doorkruisen en door die cross cutting een conflictremmende werking hebben. Een overlijdensaankondiging in De Morgen en De Standaard van vorige zaterdag zegt ons dat Auguste Van den Brande, de ‘vader’ van het Belgische cross cutting cleavages-modelop 26 maart in zijn 90ste levensjaar gestorven is.
‘De vergeten Gentse socioloog’, noemde Bart Haeck hem in De Tijd (13 juli 2010). Inderdaad: zijn model, waar anderen op hebben voortgebouwd, was beter en ruimer bekend dan zijn naam. Biografische gegevens over hem zijn schaars en niet licht te vinden.
Bibliothecaris
Auguste Van den Brande is geboren op 14 oktober 1930 in Bondo, in de toenmalige kolonie Belgisch Congo, wat de Franse schrijfwijze van zijn voornaam kan verklaren. Hij studeerde rechten en sociale wetenschappen (in Gent?), was bibliothecaris en conservator van de Gentse universiteit en promoveerde er in 1974 tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De website ugentmemorialis.be laat zijn academische loopbaan pas beginnen in 1981 als hoofdbibliothecaris. Hij was dat tot 1990, toen hij gewoon hoogleraar werd aan de faculteiten Letteren en Wijsbegeerte, Recht en Criminologie, en Politieke en Sociale Wetenschappen. In 1995 ging hij met emeritaat.
Aan het begin van de jaren 1960 stonden de politieke wetenschappen in Vlaanderen nog in hun kinderschoenen. De eerste “’politicologen’ waren constitutionalisten als Jan De Meyer, historici als Theo Luykx, Els Witte en Mieke Vanhaegendoren, en (politiek)sociologen als Lode Claes, Wilfried Dewachter, Luc Huyse en August Van den Brande.
Podiumplaats
Terwijl de meesten van hen naam maakten, verging het Van den Brande als de beroepsrenner die in zijn loopbaan maar één grote wedstrijd wint. Zijn artikel ‘Mogelijkheden van een sociologie der Belgische conflicten na de Tweede Wereldoorlog (1944-1961) – Een verkenning van de basisstructuren’ dat in het Nederlandse vakblad Sociologische Gids (jaargang 1963, nummer 1) verscheen, is het enige waarmee hij een podiumplaats haalde. Daarbuiten heeft hij weinig wetenschappelijke sporen nagelaten. Het zegt veel dat zijn doctoraal proefschrift Ontwerp van een macro-sociologisch model voor het Belgisch politieke systeem 1954-1968 (1974) niet de weg naar een uitgever heeft gevonden.
Eén systeem
Dat er in de Belgische samenleving tegenstellingen en conflicten bestonden tussen katholieken en vrijzinnigen, tussen Vlamingen en Walen, en tussen werkgevers en werknemers was in 1963 natuurlijk niet nieuw. Over elk van die tegenstellingen was onderzoek gedaan en gepubliceerd.
Van den Brande was wel de eerste die de drie ‘virulente conflicten’ als één geheel, als één systeem benaderde en die aantoonde dat de drie tegenstellingen elkaar doorkruisen en zodoende conflictremmend werken. Met zijn ‘verkenning van de basisstructuren van de permanente conflicten’ hoopte hij bij te dragen aan een ‘eventuele theorievorming’. In dat opzet is Van den Brande geslaagd. Zijn model is het fundament geworden waarop andere Vlaamse én buitenlandse politicologen hebben voortgebouwd, inzonderheid Luc Huyse die een band legde tussen de drie breuklijnen, de verzuiling en de pacificatiedemocratie.
Bondgenoten
Aan de basis van Van den Brandes model ligt de vaststelling dat elke Belg op de drie breuklijnen leeft: de Vlaams-Waalse, de levensbeschouwelijke en de sociaaleconomische. Wanneer er zich op een van die breuklijnen een conflict voordoet, zal hij zich daarin niet voluit laten meeslepen omdat er in het kamp van de tegenstrevers (potentiële) bondgenoten in conflicten op de andere twee breuklijnen te vinden zijn.
Jan, bijvoorbeeld, is een katholieke, Vlaamse werknemer. In een levensbeschouwelijk conflict staat hij samen met Vlaamse en Waalse katholieken, werknemers zowel als werkgevers, tegenover Vlaamse en Waalse vrijzinnigen, werknemers zowel als werkgevers. In een sociaaleconomisch conflict zijn de Vlaamse en Waalse vrijzinnige werknemers, net zoals de katholieke, zijn bondgenoten tegenover de werkgevers, katholieke zowel als vrijzinnige, Vlaamse zowel als Waalse. Op de communautaire breuklijn dan weer zijn de Vlaamse vrijzinnigen en werkgevers bondgenoot van Jan in conflicten met Waalse katholieken en vrijzinnigen, werknemers zowel als werkgevers.
Matigend
In een conflict staan er bijgevolg geen homogene groepen tegenover elkaar (in een communautair conflict, bijvoorbeeld, bestaat de groep Vlamingen uit subgroepen: katholieken en vrijzinnigen, werknemers en werkgevers). Daardoor heeft het dwarslopende karakter van de drie conflictdimensies een matigend, remmend en stabiliserend effect. Wanneer er, eerder uitzonderlijk, toch twee dimensies (grotendeels) samenvallen, kan het conflict wél hoog oplopen. De Koningskwestie, waarin de ‘leopoldistische katholieke Vlamingen’ tegenover de ‘antileopoldistische vrijzinnige Walen’ stond, is daar een voorbeeld van.
Het model van Van den Brande is een goede sleutel gebleken voor de ontcijfering van de Belgische politiek, althans in de vorige eeuw. Vandaag heeft het zijn geldigheid goeddeels verloren. De levensbeschouwelijke tegenstelling is fel afgezwakt. De tegenstelling tussen arbeid en kapitaal is wat minder scherp, maar vertaald als links-rechtstegenstelling valt ze deels samen met de communautaire – zie de actuele politieke instabiliteit. Een nieuwe tegenstelling dient zich aan, die tussen winnaars en verliezers van de globalisering. Het is wachten op een nieuwe Van den Brande om de breuklijnen als ‘één systeem’ te benaderen, als basis voor nieuwe theorievorming.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Mark Deweerdt (1952) was journalist bij De Standaard en De Financieel-Ekonomische Tijd/De Tijd, en schreef als kabinetsmedewerker toespraken en teksten voor Yves Leterme, Kris Peeters, Herman Van Rompuy en Geert Bourgeois.
Vijf maanden na de verkiezingen is er nog geen uitzicht op een nieuwe regering. Welke factoren bevorderen of bemoeilijken de regeringsvorming?
Roemenen kozen voor een man die zich positief uitliet over Rusland. De stembusgang werd prompt tenietgedaan.