JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Back to the future: een federale kieskring op 26 mei

Herman Matthijs26/1/2020Leestijd 2 minuten
Een federale kieskring zou België allerminst redden.

Een federale kieskring zou België allerminst redden.

foto ©

Wat als… de verkiezingen op 26 mei werden bevochten in één grote federale kieskring? Een paar verrassende resultaten drijven boven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Stel nu eens dat we op 26 mei 2019 de 150 Kamerzetels zouden verdeeld hebben door te stemmen in een grote Belgische unitaire kieskring. Met andere woorden: de bestaande , meestal provinciale kieskringen werden niet meer gebruikt en voor het overige bleef de kiesdrempel van 5% bestaan.

Hieronder volgt mijn berekening hoe die 150 zetels dan zouden verdeeld geweest zijn over de politieke partijen. Door de toepassing van de regel van de kiesdrempel van 5% zouden het cdH (3,7%) en Défi (2,2%) niet meer vertegenwoordigd zijn in de huidige Kamer van Volksvertegenwoordigers. Met andere woorden , de 5 cdH- en 2 Défi-zetels, worden dan verdeeld over de andere partijen.

De stemmen

In een dergelijke federale kieskring met alle zetels geldt ook het systeem D’Hondt en dat moet toegepast worden op de volgende rangschikking van de partijen, die meer dan 5% der stemmen hebben behaald in deze federale kieskring.

N-VA: 16%
Vlaams belang: 11,9%
PS: 9,5%
CD&V: 8,9%
PTB-PAB: 8,6%
Open VLD: 8,5%
MR: 7,6%
sp.a: 6,7%
Ecolo: 6,1%
Groen: 6%

De grootste partij was en is de N-VA, met een federale score van 16%. Uiteraard hebben we geen idee hoeveel Walen er zouden stemmen voor deze partij. Dan volgt het Vlaams Belang, die op 26 mei wel was opgekomen in Waalse kiesgebieden. Dat zijn dan ook de enige partijen die meer dan 10% van de stemmen zouden halen in een dergelijke kieskring.

De PS komt uit op de derde plaats, gevolgd door de Vlaamse christendemocraten. De unitaire communisten behalen de vijfde plaats op 26 mei en dat net vóór de Vlaamse liberalen. Deze laatsten hebben globaal één procent meer dan de MR. De drie laatste plaatsen zijn voor de Vlaamse socialisten en de twee groene partijen.

Zetels

Het voorgaande resultaat moet dan dienen om de 150 zetels te verdelen. Die federale imaginaire kieskring zou dan een volgend resultaat geven voor deze tien partijen:

N-VA: 27 zetels (was 25 op 26 mei);
Vlaams belang: 20 (18);
PS: 16 (20)
CD&V: 15 (12)
PTB-PVDA: 14 (12)
Open VLD: 14 (12)
MR: 13 (14)
sp.a: 11 (9)
Ecolo: 10 (13)
Groen: 10 (8)

Dit zou dan de samenstelling kunnen geweest zijn van de Kamer, als er een volledige federale kieskring was op 26 mei 2019. In dit geval krijgt men dus geen situatie meer dat de PS met minder stemmen toch meer zetels behaalt dan het Vlaams Belang of dat het CD&V minder zetels haalt dan de MR en dit ondanks het feit dat die partij meer stemmen had behaald dan de Franstalige liberalen.

Tenslotte wil ik er nog op wijzen dat de taalgroepen er volledig anders zullen uitzien. Inderdaad, er zouden liefst 101 Nederlandstalige leden zijn in de Kamer en maar 49 Franstalige of Duitstalige (ik verdeel de PTB-PVDA in 10 Franstalige en 4 Nederlandstalige). Een zeer belangrijke conclusie uit deze berekening is dat de Vlaamse partijen allemaal zouden winnen!

Regering

Een dergelijk kiesstelsel van een zuivere federale kieskring verandert de samenstelling van de Kamer van Volksvertegenwoordigers fundamenteel. Maar deze imaginaire uitslag zou de vorming van een federale regering er ook niet gemakkelijker op maken.

Paars-groen haalt met 74 zetels geen meerderheid en de uitbreiding tot Vivaldi met CD&V komt uit op 89 zetels. De Bourgondische coalitie (liberalen, socialisten en N-VA ) komt uit op 81 en heeft wel een meerderheid. Dat geldt ook voor de ‘Rode Duivel-coalitie’ (socialisten, MR, CD&V en N-VA) met 82 zetels. Ook Zweeds sneuvelt in deze federale kieskring met 69 zetels!

Conclusie

De invoering van een volledige federale kieskring op 26 mei jongstleden zou een belangrijk positief verschil geven voor de Vlaamse partijen. Maar er gaan geen stemmen meer verloren, behalve degene van de partijen die de kiesdrempel niet halen. En dan de vraag of dit realistisch is te noemen? U zegt het maar, maar ik denk: NEEN!

Herman Matthijs doceert publieke en openbare financiën aan de UGent en de VUB. Hij volgt o.m. overheidsadministratie en -begrotingen op, maar evenzeer de politiek van de VS.

Commentaren en reacties