Beatle Koen Geens wil together komen
Koen Geens heeft The Beatles niet begrepen. Hij zoekt beter een ander campagnelied voor zijn koninklijke opdracht.
foto © Reporters
‘We mogen toch al eens lachen, nietwaar?’ Waar hebt u dat zinnetje nog gehoord of gelezen? Ik zal het u zeggen: in een politieke strip die wekelijks in Knack, en dagelijks in Het Laatste Nieuws verschijnt, getekend door Erik Meynen, de flauwste cartoonist van het land (nog ver voor Lectrr en Zaza). Hij legt deze quasivraag in de mond van zijn stripfiguurtje …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘We mogen toch al eens lachen, nietwaar?’
Waar hebt u dat zinnetje nog gehoord of gelezen?
Ik zal het u zeggen: in een politieke strip die wekelijks in Knack, en dagelijks in Het Laatste Nieuws verschijnt, getekend door Erik Meynen, de flauwste cartoonist van het land (nog ver voor Lectrr en Zaza). Hij legt deze quasivraag in de mond van zijn stripfiguurtje Koen Geens. Het is een repeterend zinnetje: de herhaling maakt het geestig. Geens, die ook in het werkelijke leven over de humor van een onderpastoor beschikt, vertelt dan een of andere melige mop aan de koning of aan een collega-politicus die niet subiet doorheeft wat hij bedoelt, waarop Geens het er telkens weer schaterlachend uitproest: ‘We mogen toch al eens lachen, nietwaar?’
Meynens beste vondst ooit. Als hij nu toch dat moraliserende pandababy’tje wou uitgommen…
Maar nu is er voor deze strip-Geens concurrentie opgedoken. De echte Geens heeft hem namelijk overtroffen met een tweet (#muziekvoordeonderhandelingen) om zijn gesprekspartners voor de regeringsformatie aan te sporen tot beter wederzijds begrip. Ze moeten leren samenwerken vindt hij, en wat is daartoe beter dan een link naar de Beatles-song Come Together?
Kom, laat ons ook eens lachen.
Journalisten die vorige week bij al die politieke windstilte niet wisten wat te schrijven, noemden dit nummer een ‘hit’ of zelfs een ‘plaat’, en Wouter Verschelden vindt het zelfs ‘een song die alvast in de leeftijdscategorie van Geens past’. Ik protesteer. Geens is van het jaar toen ik mijn plechtige communie deed, en Come Together is de eerste track op de Abbey Road LP uit 1969. Niks leeftijdscategorie. We gaan hier trouwens bewijzen dat Geens niet beseft wat er in die song gezongen wordt. Om zijn eigen boektitel te parafraseren: dit behoort niet tot de categorie van de dingen waar hij iets van begrijpt.
‘Wat hij ervan begrijpt’ is: come together! We gaan, over alle grenzen heen, samenkomen, het wij-zij-denken afleggen, naar samenwerkingsfederalisme streven, dat gezamenlijke wij-gevoel herstellen waarbij onze voornaam Vlaming is of Waal maar onze familienaam Belg! Come tougethère!
Geens denkt dat dit er staat. Maar wat staat er echt? Wat dacht John Lennon toen hij die song schreef?
De Abbey Road albumhoes
Haal er de meest iconische albumhoes aller tijden bij (voor een keer is ‘iconisch’ hier op zijn plaats). Ziet u ze op het zebrapad de Abdijstraat oversteken, van links naar rechts? Drie mannen in pak, voorop John Lennon, gevolgd door Ringo Starr en Paul McCartney en achteraan George Harrison in jeans. Paul is de enige die niet in de pas loopt (rechterbeen vooruit); daarenboven loopt hij op blote voeten, het was warm die dag. Deze details droegen bij tot de toen al bestaande complottheorie dat de echte Paul overleden was en allang vervangen door een dubbelganger.
Maar laten we even kijken naar John. De dunne, chagrijnige mens die hij geworden was, het lange haar, de christusallure die hij al een tijd had aangenomen, en vooral die hoog opgetrokken schouders, geaccentueerd door de handen in de broekzakken, kortom, de uitverkoren lichaamstaal als teken dat men zich in protestmodus bevond en vast van plan was de wereld te verbeteren. In zijn kop zindert reeds ‘Imagine’: iets van hem en vooral van Yoko Ono alleen, en vooral zonder die vervelende, granny-muziek makende Paul.
Right now, over me
Tijdens de opnames van Abbey Road was John er niet graag meer bij. Aan dat album heeft hij ook geen moeite meer verspild. De foto’s bewijzen het: altijd lag Yoko Ono ergens op de achtergrond, maar toch op de grond, en als het even kon ging John erbij liggen en liet hij Paul betijen. Het was niet Paul die dood was, het was John die artistiek dood was en activist werd.
Maar dat nummer Come together heeft hij er toch nog uitgeperst. Tegen hun gewoonte in mocht Paul niet meedoen. Hij maakte en zong het helemaal alleen.
Niet kwaad, maar ook geen echte Beatle-song. Muzikaal nogal effen. Nadien zes jaar lang processen wegens plagiaat op een nummer van Chuck Berry. Tekst totaal onbegrijpelijk – wat meestal geen enkel bezwaar is bij rocksongs. Maar toch zeer afwijkend van de verhalende stijl op Sergeant Pepper of op het witte album. Twintig regels, allemaal beginnend met ‘he’, hij. He come, he got, he say. De meeste zinnen zonder werkwoord. Infinitieven-taal zoals in stripverhalen. Vier keer de strofe ‘come together, right now, over me’. Het is dit zinnetje dat Geens denkt te begrijpen.
En hier komt een ander personage op de proppen.
Turn on, tune in and drop out
Het is de man die Lennon voor de rest van zijn leven verslaafd had gemaakt aan alles wat slik-, snuif- of spuitbaar was: de god en getikte professor van de sixties, LSD-profeet Timothy Leary. In 1966 deed hij een gooi naar het gouverneurschap van Californië, met als belangrijkste programmapunt dat drugs gratis moesten verspreid worden. Nog voor de verkiezingsdag belandde hij in de gevangenis; en dat had niets te maken met de omstandigheid dat zijn tegenstander Ronald Reagan heette. Maar hij had Lennon wel gevraagd om een campagnelied te schrijven. Wegens te veel aan de spuit kwam deze niet verder dan ‘Come together and join the party’.
Drie jaar later kwam de slogan toch nog van pas, want voor Lennon betekende Abbey Road het absolute uitschrapen van de ketel. Dus de eerste twee woorden van die slogan werden het refrein. Een andere verstaanbare versregel dateert ook uit die tijd: one-thing-I-can-tell-you-is-you-got-to-be-free (hoort u het?) De inspiratie door Leary is onmiskenbaar. Free om zich bij de party te voegen, niet bij een partij.
Tijdens de opnames voegde Lennon er na elke regel aan toe: shoot me! – wat niets met zijn tragische dood te maken heeft, maar wel met het verzoek hem een heroïneshot te zetten. In de uiteindelijke montage en mixing is het woordje me weggemoffeld door muziek, zodanig dat de tekst niet op drugspropaganda zou lijken.
Wie of wat komt er nu eigenlijk samen? Welja, de party waar de gegadigden zich voornemen om Samen te Komen. Begrijpt u, Geens? Samen Komen. Dat is in elk geval wat ik ervan begrijp.
Separatisme
Abbey Road was het laatste Beatle album. En neen, Let It Be is niet het laatste; dit album werd eerder opgenomen en gemixt door Phil Spector, maar is later uitgekomen dan Abbey Road. Zodanig dat de laatste song op de B-kant echt de allerlaatste gezamenlijke studio-opname van de Beatles is. Terecht heet hij The End’ Drie van de Fabuleuze Vier gingen dan ook gebukt onder een ‘sense of an ending’. Ze vochten onder elkaar een communautaire, wat zeg ik, separatistische strijd uit. John Lennon wilde zelfs de credits opdelen, iets wat inging tegen hun allereerste afspraak, dat het altijd ‘Lennon-McCartney’ zou zijn, wie van de twee dan ook het lied gecomponeerd had. Ze waren dus geen echte groep meer.
Enkele dagen na de opnames van Abbey Road in de studio’s van Abbey Road zou John de groep definitief verlaten.
Wat denkt u, Geens, kan deze secessionistische drugs-song Come Together nog dienen om Magnette en De Wever op betere gedachten te brengen? Weet u: zoek snel een ander liedje. Er zijn twaalf Beatle-albums. Zelf ben ik nogal voor Let It Be… of verkiest u de track Help?
Categorieën |
---|
Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006 en 2020). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'. Publiceerde nieuwe geannoteerde edities van Filip De Pillecyns 'Tegen de muur' (2019) en 'Mensen achter de dijk' (2020). Maakte een keuze uit Mark Grammens' 'Journaal'-essays in 'Trouw moet blijken' (2022). Eigen essays verschenen in 'Een kwestie van bestaan. Vlaanderen in de wereld' (2020).
Na een in memoriam voor zijn leerling Luc De Vos, herdenkt J.P. Rondas zijn poësisleraar Paul Heirwegh die dit jaar overleed. Opdat verleden lessen niet verloren zouden gaan.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.