JavaScript is required for this website to work.
post

Bedenkelijke betrekkingen

Frank Thevissen14/4/2013Leestijd 2 minuten

Laatst hield een opmerkelijke hand de maatschappelijke alarmknop ingedrukt. ‘De afgelopen jaren is de druk toegenomen om te zwijgen.’ Aan het woord was de econoom Geert Noels, die op Kanaal Z enigszins eufemistisch aanklaagde dat door gebrek aan een échte debatcultuur in Vlaanderen, waarheden ‘soms beter niet worden gezegd’. Ongeveer een jaar geleden liet Noels me al een keer weten dat …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Laatst hield een opmerkelijke hand de maatschappelijke alarmknop ingedrukt. ‘De afgelopen jaren is de druk toegenomen om te zwijgen.’ Aan het woord was de econoom Geert Noels, die op Kanaal Z enigszins eufemistisch aanklaagde dat door gebrek aan een échte debatcultuur in Vlaanderen, waarheden ‘soms beter niet worden gezegd’.

Ongeveer een jaar geleden liet Noels me al een keer weten dat de media zijn euroscepticisme en kritiek op het systeem niet lustten. ‘Waarom denk je dat ik bijna niet meer op de VRT word gevraagd? Paul De Grauwe krijgt daardoor een quasimonopolie.’ ‘Een gevolg van het Rademakers-effect?’, vroeg de econoom me op de man af.

Nu leek me dit een enigszins bevreemdende noodkreet voor iemand die, met enkele honderden tussenkomsten de afgelopen twaalf maanden, niet uit de media is weg te slaan. Noels kan dus moeilijk als slachtoffer van een niemandontziende Vlaamse mediaomerta hebben gesproken, zelfs al werd De Grauwe afgelopen jaar dubbel zo vaak opgevoerd.

In de mate dat hij niet voor zichzelf sprak, verraadde de bekommernis van Noels wel dat er iets schort aan onze debatcultuur die – met enige overdrijving – in belangrijke mate hinkt op het gezag van één econoom, één politicoloog …

Misschien houdt onze opinieverschaling wel verband met de gemakzucht die cultuurjournalist Marcel Van Nieuwenborgh jaren geleden al vaststelde en aankaartte: ‘Het grootste probleem is dat het bij de VRT blijkbaar nooit lukt om dat oude, versleten adresboekje weg te gooien waarin de gsm-nummers van al die BV’s genoteerd staan’.

Dat bestand vermeldt – onder de letter C bijvoorbeeld – naast Bo Coolsaet, ook het vaak geconsulteerde telefoonnummer van de Gentse professor Rik Coolsaet. De eerste is vooral beslagen in seksuele, de andere in internationale betrekkingen, al zijn er tussen beide wetenschapsgebieden wel wat raakvlakken.

Laatstgenoemde trekt momenteel behoorlijk wat aandacht met de nogal bespottelijke stelling dat we ‘onze’ strijdende jongens in Syrië geen politiek-regilieuze motieven mogen aanwrijven. Hun actuele aanwezigheid ginder – zo had de autoriteit uit terrorismeonderzoek van de afgelopen tien jaren afgeleid – is hooguit ‘een rechtvaardiging voor zichzelf van de dingen die men wil doen’. Quod non.

Wat is dat toch? Die vreemdsoortige voorliefde van redacteurs en programmasamenstellers voor aandachtszieke duidingspredikanten die opduiken telkens media delicate onderwerpen aansnijden? Figuren die hun autoriteit veeleer putten uit de studio, dan uit de studie.

Toen journalist Erik Aerts stage liep bij De Standaard, kreeg hij de instructie te schrijven ‘op het niveau van een achtjarig meisje’. Verklaart dat waarom zoveel ondermaatse grossiers in trivialiteit de adresboekjes van redacties bezetten?

Zopas verscheen De Arabische cocktail van Jef Lambrecht (Van Halewyck) over de vele fata morgana’s die in onze media over de Arabische lente opduiken. Een uitgelezen aanleiding voor redacties om hun bedenkelijke betrekkingen en hun adresboekje eens grondig onder de loep te nemen.

Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.

Commentaren en reacties