Beethoven in Bozar
De Negende door de MUNT
In Bonn staat dit beeld van Ludwig van Beethoven door de Duitse kunstenaar Klaus Kammerichs.
foto © Reporters
Minstens eenmaal de negende van Ludwig horen en zien scheelt een zwik op de mikmak van het leven.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAanstaande zaterdag, 30 juni, is de kans er weer om een bezoek aan de dokter te vermijden. Het symfonieorkest en het koor van de Munt, i.s.m. het Nationaal Orkest, brengen de beroemde compositie in vol ornaat en spagaat in het centrum van het centrum van Europa, de zaal Henry Le Boeuf van het Paleis voor Schone Kunsten [BOZAR], Brussel. Akoestisch behoort de concertzaal tot de vijf beste van de wereld, een extra reden om erbij te zijn. De concerten van de Koningin Elisabethwedstrijd vinden er plaats en heel wat beroemde musici stonden op de dirigententrede. Onder meer Misha Mengelberg, Vladimir Horowitz, Sergej Rachmaninov, Johann Gottfied Walther, Yehudi Menuhin, Leopold Stokowski, Sergej Prokofiev en Igor Stravinski.
Voor wie zich afvraagt waarom de zaal naar monsieur Henry is vernoemd, het antwoord is simpel: hij was niet enkel advocaat en bankier, maar tevens mecenas en melomaan. De combinatie van deze factoren maakte dat een smak van zijn overschot besteed werd aan de inrichting van de zaal.
De componist
Richten wij ons vervolgens op de heer componist. Ludwig van Beethoven, geboren met Vlaamse roots, vandaar de ‘van’ en niet de ‘von’, waste zich zelden en liep er als een sloddervos bij. Dat kwam zijn composities ten goede. Had hij zijn uiterlijk op zijn innerlijk laten voorgaan, zou hij niet brons hebben gehaald op de wereldkampioenschappen componeren. Voor de muzikale sportliefhebbers met beperkte voorkennis: Bach haalde goud en Mozart zilver.
Ludwig van Beethoven werd 57 jaar oud en stierf niet in zijn geboortestad Bonn, maar in Wenen. Het sterfproces duurde enkele dagen en ging gepaard met veel show. Toen een priester de sterfkamer betrad om hem het laatste sacrament toe te dienen, bekeek hij de man en zei: ‘Plaudite amici, comedia finita est!’ Op de vraag welke komedie nu afgelopen was, gaf Beethoven geen antwoord. Met een antwoord verliest een opmerking aan waarde en weelde. Enkele uren later werd hem een voortreffelijke wijn aangeboden – Rüdesheimer; 1806. Hij bekeek de fles en zei: ‘Jammer, jammer, te laat!’ en geraakte vervolgens in coma. Iets na vijf uur op maandag 26 maart 1827 breekt er een onweer los. Een scherpe bliksemschicht en stevige donderslag laten Beethoven ontwaken. Zijn ogen gaan wijd open, hij komt overeind, heft de rechterhand op en balt de vuist. Dan valt hij neer, zijn blik breekt, zijn hart valt stil en hij blaast de adem uit. Het is kwart voor zes.
De negende
De eerste drie delen zijn vrij zwaar van toon en teneur. Muziek moet voor zich spreken maar enige sociale betekenis heeft ook zijn plaats en teken. Ze geven de gemoedsgesteldheid weer over hoe Beethoven dacht over het lot van de wereld. Dat wordt bevestigd aan de hand van de notities in de marge van het voorspel van de finale. De thema’s van de eerste twee bewegingen worden tintellicht hernomen en worden afgewezen. Alsof Beethoven zoekt naar een verlossing, voor zichzelf en de wereld. Eén: ‘O, nee, dit niet. Ik verlang iets anders, iets aangenamer.’ Twee: ‘Ook dat niet. Het is allemaal gekheid.’ Pas bij de derde vindt hij enig soelaas: ‘Jawel, dit is het. Dat is de gezochte vreugde.’
Die vreugde komt er niet meteen. Vanuit een verbrokkeling – een fanfare van de verschrikking – komt hij tot een opbouw die leidt naar de explosie van het tweede deel van de vierde beweging, door sommigen het vijfde deel genoemd. Maar nog is er een laatste aarzeling. Ze wordt weggewerkt met een zelf geschreven opmerking, gezongen door de bariton: ‘O Freunde, nicht diese Töne! / Sondern laßt uns angenehmere / anstimmen und freudenvollere./ Freude! Freude!’ Waarop meteen het gedicht van Friedrich Schiller volgt, ‘An die Freude’.
Loon naar werk
Heer Ludwig droeg zijn Negende symfonie op aan Frederik Willem III van Pruisen, in de hoop op loon naar werk. Die kwam er in de vorm van een diamanten ring. Wat Beethoven ontstemde; hij hield niet van juwelen. Meteen ging hij die verkopen en wat bleek? De steen was van vulgair glas. Hij kreeg er de som van driehonderd gulden voor, een schamel bedrag voor het manuscript dat vandaag de status heeft van ‘Werelderfgoed van de Mensheid’. Veel meer plezier en bevrediging vond Beethoven bij de eerste uitvoering.
De première
17 mei 1824 was het zover. Toen klonk voor het eerst de symfonie der symfonieën. De zaal bood plaats aan tweeduizend man [m/v]. Er waren meer mensen, want de perikelen van de repetities en voorbereidingen hadden de interesse aangewakkerd. Ook het praatje deed de ronde dat het geen muziek was die men zomaar uit zijn mouw schudde. Bovendien was de componist een man die voor heel Wenen een levende knuffelbeer was, al bleef het bij de intentie, gezien zijn slordige uiterlijk.
Beethoven was doof – en bij momenten minder zichtvermogen, wat minder geweten is. Hij kon door die anderhalve handicap niet dirigeren. Maar hij zag nog goed genoeg om te zien hoe het orkest en het koor zich gedroeg. Hij stond tussen de dirigent en het publiek de muzikanten en zangers op te zwepen. Gevolg: gelach en gejoel bij de toeschouwers. Maar wat een triomf! Al na het tweede deel brak er een stevig applaus los. Beethoven hoorde het niet, stond met zijn rug naar het publiek, tot iemand hem aan de mouw trok. Hij wist zich geen houding te geven, zo verbaasd was hij. Na het slotdeel scheen de zaal te ontploffen. De toeschouwers applaudisseerden wild en zwaaiden met hoeden en witte zakdoeken. Beethoven moest vijfmaal terugkeren om te groeten, wat hij zonder poeha deed.
Finale
Volgende zaterdag dus. In de grote zaal van BOZAR, door het orkest en het koor van de Muntschouwburg. Naar ik hoorde zijn zo goed als alle kaartjes de deur uit maar… ‘den ijzeren weg´ staakt, misschien dat er mensen niet opdagen. Wie alsnog zijn kans waagt… grote kans dat het lukt. Want zoals de legendarische Nederlandse cabaretgroep Farce Majeur in de jaren zestig tot tachtig van de vorige eeuw zong:
Het geluk is altijd voor de lepen,
Ja, daar zit ’m nou net de kneep.
AN DIE FREUDE
Ludwig van Beethoven – 9de symfonie
Muzikale leiding: Alain Altinoglu
Productie DE MUNT / LA MONNAIE & Nationaal Orkest
Co-presentatie BOZAR MUSIC
zaterdag 30 juni, 20 u – Paleis voor Schone Kunsten, Brussel
[email protected] – www.demunt.be
Extra aanrader:
BEETHOVEN – Een biografie – Jan Caeyers – De Bezige Bij
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.