JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

Bestrijden van illegaal verblijf: één stap vooruit, nog veel stappen te gaan

ColumnMarc Bossuyt9/4/2024Leestijd 3 minuten
Het Pachecogebouw in Brussel, waar de Dienst Vreemdelingenzaken gevestigd is.

Het Pachecogebouw in Brussel, waar de Dienst Vreemdelingenzaken gevestigd is.

foto © WikiMedia Commons

Sinds kort kunnen ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken iets beter de identiteit van niet meewerkende illegalen vaststellen. Een kleine vooruitgang.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Kamer heeft vorige week een ontwerp goedgekeurd waardoor ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie toegekend kunnen krijgen. Hierdoor zullen die ambtenaren in inbeslaggenomen informaticasystemen (zoals smartphones) opzoekingen kunnen doen om de identiteit van mensen in illegaal verblijf te achterhalen.

Die ambtenaren moeten daartoe worden gemachtigd door de procureur des Konings, in het kader van opsporingsonderzoek naar strafbare feiten, zoals mensenhandel en mensensmokkel. Ze zullen alleen de nationaliteit van de betrokken vreemdeling proberen te achterhalen. Omdat die ambtenaren daarvoor een opleiding nodig hebben en de Dienst Vreemdelingenzaken apparatuur moet aankopen, treedt deze wetsbepaling pas op 1 januari 2025 in werking.

Hierdoor kan de Dienst uitvoering geven aan een van de aanbevelingen in het eindverslag (2020) van de door mij voorgezeten Commissie Verwijdering. In dat verslag stelden wij dat de Dienst Vreemdelingenzaken meer mogelijkheden moest hebben om politie-informatie te verkrijgen en om samenwerkingsafspraken te maken met de parketten. Het is goed dat daarvan nu werk wordt gemaakt.

Identiteitsfraude

Identiteitsfraude komt immers vaak voor bij vreemdelingen, zeker als die het bevel hebben gekregen om het grondgebied te verlaten. Zelfs asielzoekers mét identiteitsdocumenten beweren vaak dat ze die kwijt zijn. Zo bemoeilijken zij uiteraard het werk van de bevoegde instanties. Dit is des te meer het geval als zij naar hun land van herkomst moeten worden teruggebracht. Dat kan immers alleen als hun identiteit, waaronder vooral hun nationaliteit, vaststaat. Zonder zekerheid over de nationaliteit van de betrokken vreemdeling is gedwongen verwijdering onmogelijk.

Toen ik commissaris-generaal voor de vluchtelingen was (1987-1997) kreeg ik vaak te maken met identiteits- en ınationaliteitsfraude]. ‘Zo lieten Albanezen zich doorgaan voor Kosovaren, Ghanezen voor Soedanezen, Guinezen voor Sierra-Leonezen, Libanezen voor Armeniërs, Nigerianen voor Liberianen, Pakistani voor Afghanen en Zaïrezen voor Rwandezen’ (Tussen demagogie en hypocrisie, p. 378). In het bijzonder Noord-Afrikanen zijn, als ze worden opgepakt, zelden in het bezit van een identiteitsdocument.

Om als vluchteling te worden erkend moet een asielzoeker het aannemelijk maken dat er gegronde redenen zijn om te denken dat hij in zijn land van herkomst zal worden vervolgd. Dat is natuurlijk alleen maar mogelijk als vaststaat welk land van herkomst dat is. De commissaris-generaal, veel meer dan de procureurs des Konings, heeft om zijn opdracht naar behoren te kunnen uitoefenen, nood aan dergelijke gegevens.

Privacy

Deze wetsbepaling is dus een schuchtere stap in de goede richting. Terecht wordt geoordeeld dat het recht op privacy van vreemdelingen dergelijke maatregelen niet in de weg staat.

Hoewel ze in ons land een verblijfsvergunning willen krijgen, werken ze vaak niet mee met de bevoegde overheid om hun identiteit te kunnen vaststellen

Het gaat immers om vreemdelingen die zonder voorafgaandelijke toelating naar ons land zijn gekomen. Hoewel ze in ons land een verblijfsvergunning willen krijgen, werken ze vaak niet mee met de bevoegde overheid om hun identiteit te kunnen vaststellen. Soms pogen ze zelfs de diensten te misleiden met valse verklaringen. Tegelijk wordt van die diensten verwacht dat zij met kennis van zaken verantwoorde beslissingen nemen. Maar daarvoor moeten ze uiteraard over de nodige middelen beschikken om hun werk te doen.

Illegalen

Voor de woonstbetredingen blijft het intussen wachten op een wettelijke regeling. Zolang die er niet is, zijn de beweringen dat wij illegaal bestrijden eigenlijk loze kreten. En dan maar verwonderd zijn dat België een disproportioneel aantal asielzoekers ontvangt. En verontwaardigd zijn dat, ondanks meer dan 36.500 opvangplaatsen voor asielzoekers, alleenstaande mannen ronddwalen in de straten van Brussel.

Marc BOSSUYT, ere-commissaris-generaal voor de vluchtelingen.

Em. Prof. Dr. Marc BOSSUYT (Universiteit Antwerpen) Emeritus Voorzitter van het Grondwettelijk Hof Ere-Commissaris-generaal voor de vluchtelingen

Commentaren en reacties