JavaScript is required for this website to work.
EUROPA

Straatsburgse Hof maakt nieuw mensenrecht bij

ColumnMarc Bossuyt14/4/2024Leestijd 3 minuten
Marc Bossuyt

Marc Bossuyt

foto © An Clapdorp

Eén rechter ging niet mee in de klimaat-argumentatie van het Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Deze week heeft het Europees Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg in de zaak Verein Klimaseniorinnen Schweiz e.a. geoordeeld dat Zwitserland artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) (‘Eenieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie’) heeft geschonden. Niet-ingewijden zullen ongetwijfeld verbaasd zijn te vernemen dat het Hof erin slaagt dat artikel zo uit te leggen dat het door het Zwitsers klimaatbeleid kan worden geschonden.

Met dit arrest heeft het Hof ‘een nieuw recht geschapen voor individuen op effectieve bescherming door de overheid tegen ernstige nadelige effecten op hun leven, gezondheid, welzijn en levenskwaliteit die voortvloeien uit de schadelijke effecten en risico’s veroorzaakt door klimaatwijziging’. Volgens het Hof legt dat artikel 8 EVRM ‘de primordiale verplichting op om regelgeving en maatregelen aan te nemen en effectief toe te passen die in staat zijn de bestaande en potentieel onomkeerbare toekomstige effecten van de klimaatsverandering te verzachten’.

De Britse rechter Eicke

Het Hof heeft blijkbaar geen weerstand kunnen bieden aan de groene wind die waait in weldenkende Europese kringen. Eén rechter, de Brit Tim Eicke, is daarin niet meegegaan. Het loont de moeite even bij zijn argumentatie stil te staan. Zo betwist hij geenszins dat onmiddellijke en effectieve stappen moeten worden genomen om elke verdere vergroting van de schade en het gevaar van klimaatverandering te vermijden. Hij erkent ten volle de aard en de grootte van de risico’s en de uitdagingen gesteld door klimaatwijzing die door de mens is teweeggebracht, en de dringende nood om die aan te pakken. Hij is het echter fundamenteel oneens met de rol die het Hof meent hierin te kunnen spelen.

In zijn klassieke benadering vereist het recht op gezins- en familieleven dat de overheid zich onthoudt van willekeurige inmenging. Ondanks de negatieve formulering van de meeste in het EVRM gewaarborgde rechten, heeft het Hof er zich niettemin op toegelegd om er positieve verplichtingen aan toe te schrijven. Bezwaren hiertegen werden niet onderkend of weggewuifd.

Nochtans doen positieve verplichtingen afbreuk aan het universele karakter van die mensenrechten, aangezien hun draagwijdte noodzakelijkerwijze afhankelijk is van de beschikbare middelen. Het Hof heeft zich ook het recht voorbehouden zelf te bepalen hoe ver die positieve verplichtingen reiken. In strijd met het beginsel van de scheiding der machten, brengen zij het Hof ook op het terrein van de wetgevende en de uitvoerende macht zonder daartoe democratisch te zijn gelegitimeerd.

Evolutieve interpretatie

Het Hof steunt zich op zijn eerdere uitspraken waarbij het EVRM wordt beschouwd als een ‘levend instrument dat moet worden uitgelegd in het licht van de hedendaagse omstandigheden’ (1978) en dat ‘beoogt rechten te waarborgen die niet theoretisch of illusoir zijn maar praktisch en effectief’ (1979). Volgens rechter Eicke benadert het Hof normaal gezien die evolutieve interpretatie ‘op een zorgvuldige, voorzichtige en graduele wijze’. Hij meent echter dat het deze maal veel verder is gegaan dan de grenzen ervan in het Internationaal Recht toelaten.

Onder meer omdat klimaatwijziging een bedreiging is van de wereldwijde zekerheid die wereldwijde samenwerking en gemeenschappelijk vertrouwen vereist, meent hij dat uiterste voorzichtigheid is geboden. Temeer daar 1) het Verdrag niet specifiek is ontworpen om algemene bescherming voor het milieu als dusdanig te bieden; 2) voorstellen van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa om het Hof uitdrukkelijk bevoegdheid te verlenen m.b.t. een zuiver en gezond milieu niet werden goedgekeurd door de verdragspartijen; 3) het akkoord van Parijs steunt op gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden, wat moeilijk in overeenstemming is te brengen met door het Hof opgelegde gemeenschappelijke minimum standaarden; 4) het Hof geen bevoegdheid heeft om eerbiediging te verzekeren van andere internationale verdragen dan het EVRM; 5) het Hof uit het EVRM geen recht kan afleiden dat er niet van in het begin in is opgenomen; 6) het subsidiariteitsbeginsel aan het Hof een rol toekent die ondergeschikt is aan de democratisch gelegitimeerde wetgevende en uitvoerende macht met betrekking tot sociaal en economisch beleid dat een zorgvuldige afweging van concurrerende rechten en belangen vereist.

Valse illusie

Hij besluit dat het arrest alleen maar de (valse) illusie zal wekken dat procesvoering en rechtscolleges een antwoord op de klimaatcrisis kunnen bieden. Hij vreest dat procesvoering de aandacht van de overheden zal afleiden van de inspanningen voor noodzakelijke wetgeving en onderhandelingen. Daardoor bereikt het Hof misschien wel het omgekeerde van wat wordt beoogd. Voor juristen gespecialiseerd in milieurecht is dit arrest veelbelovend: dit arrest zal leiden tot ontelbare rechtszaken in vele lidstaten van de Raad van Europa.

Of het klimaatbeleid ermee zal geholpen zijn, zal nog moeten blijken.

Em. Prof. Dr. Marc BOSSUYT (Universiteit Antwerpen) Emeritus Voorzitter van het Grondwettelijk Hof Ere-Commissaris-generaal voor de vluchtelingen

Commentaren en reacties