JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Beter bij de multinational van hier

John Dejaeger6/6/2018Leestijd 3 minuten

foto © Reporters

In een confederaal België zou Vlaanderen aan een economisch patriottisme kunnen werken, een klimaat van politieke stabiliteit dat multinationals kan aantrekken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Door de nakende overname van Realdolmen door het Franse GFi Informatique, de recente verkoop van Ablynx aan het eveneens Franse Sanofi en de verdere integratie van Brussels Airlines in het Duitse Lufthansa zijn de vragen opnieuw zeer actueel welk verschil het uitmaakt of het beslissingscentrum van een grote onderneming al dan niet hier is gevestigd en waarom zo weinig van onze bedrijven er in slagen zelf door te groeien tot multinationals.

Vandaag gaat het over Realdolmen, Ablynx en Brussels Airlines, nog niet zo lang geleden ging het over Petrofina, Electrabel, Crop Design en vele anderen. Uiteraard hebben we veel van onze welvaart te danken aan de filialen van buitenlandse multinationals. Maar het behoren tot of de inlijving bij buitenlandse concerns betekent wel het einde van veel zelfstandige beslissingsmacht. Bovendien worden meestal essentiële delen van R&D, financiën en andere platformfuncties gaandeweg geïntegreerd in de buitenlandse hoofdkwartieren met als gevolg het verlies van een aanzienlijk aantal jobs van hoog niveau. Ook de lokale samenwerking met universiteiten en hogescholen en met het brede maatschappelijke veld biedt vanuit een buitenlands filiaal doorgaans minder perspectieven.

Vlaanderen bijt in het zand

En bij belangrijke beslissingen over investeringen is het hemd meestal nader dan de rok. Enkele jaren geleden besliste BASF een nieuwe, grote TDI-polyurethanen installatie niet in Antwerpen te bouwen maar wel in het Duitse Ludwigshafen. En dit ondanks het feit dat deze technologie in Antwerpen reeds grotendeels aanwezig was en de logistieke en economische parameters er uitstekend waren.

Onlangs ontvouwde het Saoudische ERS plannen om in de Antwerpse haven een megainstallatie te bouwen voor de recyclage en opwaardering van miljoenen tonnen kunststofafval per jaar tot ureum, ammoniak en synthesegas, basiscomponenten van de chemische industrie. Recyclage van plastic is een toenemend maatschappelijk probleem. Nergens ter wereld leent een chemische cluster zich zo goed tot dit recyclage project als in Antwerpen waar de jaarlijkse, duurdere import van honderdduizenden tonnen ammoniak drastisch beperkt zou kunnen worden. Ondanks het feit dat hier in grote hoeveelheden kunststoffen geproduceerd worden werd dit project voortijdig afgevoerd. Deze productie gebeurt echter voornamelijk in filialen van buitenlandse concerns die zich niet geroepen en bevoegd voelen om in zulke debatten te participeren. Met enkele belangrijke beslissingscentra in Vlaanderen zou deze analyse wellicht grondiger gebeurd zijn.

Hoe komt het dat wij zo weinig multinationals hebben? Zijn we te weinig ambitieus? Hebben we ter zake meer regelgeving nodig? Missen we geduldig kapitaal? Zou het kunnen dat dit geduld niet wordt bevorderd door de fiscale onzekerheid en wispelturigheid en het gebrek aan vertrouwen in een stabiele, langetermijnpolitiek van de Belgische overheid?

Confronterend

De vergelijking met landen van dezelfde grootte zoals Nederland, Denemarken en Zwitserland is confronterend. Wij hebben de hoogste belastingen en desondanks een manke infrastructuur én de hoogste staatsschuld. Stijgende rentelasten hangen nog steeds als een zwaard van Damocles boven onze hoofden omdat de overheid desgevallend opnieuw extra geldmiddelen zal moeten zoeken. Gaandeweg hebben wij in het verleden de belastingen op arbeid al zo sterk verhoogd dat arbeidsintensieve bedrijven zoals Opel Antwerpen en Ford Genk moesten sluiten omdat ze te duur waren. Ook laaggeschoolde arbeid werd te duur en vervangen door automatisering. Tezelfdertijd hebben wij honderdduizenden doorgaans minder geschoolde migranten aangetrokken. Het is tevens een fabeltje te beweren dat deze politiek onze pensioenproblemen duurzaam zal kunnen oplossen.

In opeenvolgende staatshervormingen werd zelden gestreefd naar vereenvoudiging en homogene bevoegdheden. Soms had men zelfs de indruk dat dit doelbewust gebeurde om achteraf te kunnen poneren dat één en ander toch niet bijzonder geslaagd is. Dure compromissen werden uitgewerkt, nieuwe staatsstructuren opgezet en de oude in stand gehouden.

Zwalpend

In dit tussen de Germaanse en Latijnse filosofie zwalpende tweelandenland ontbrak een éénduidige en duurzame visie op het belang van de economische slagkracht voor onze samenleving. De jaarlijkse miljardentransfers vanuit Vlaanderen zijn niet alleen een hypotheek op de verdere ontwikkeling van deze regio ; zij hebben er blijkbaar ook niet toe bijgedragen dat de economische situatie in Wallonië structureel verbetert. Het aandeel van Wallonië in het bruto binnenland product (bbp) is nog verder gedaald. Deze aanpak is bijgevolg faliekant. Niemand wordt er beter van. We verliezen concurrentiekracht. En daardoor worden we met zijn allen ook minder welvarend.

Het zou bijgevolg toch vanzelfsprekend moeten zijn dat elke deelstaat zijn eigen weg kan inslaan met homogene bevoegdheden, eigen fiscaliteit en sociale voorzieningen én met een wederzijdse solidariteit die gebaseerd is op duidelijke afspraken en responsabilisering.

Deze stabiele, confederale structuur is wellicht ook de enige manier om het nodige vertrouwen en een vleugje regionaal patriotisme op te bouwen zodat meer bedrijven van hier willen en kunnen doorgroeien tot multinationals.

Zoals het boek Why Nations Failvan de Amerikaanse professoren Acemoglu en Robinson op briljante wijze aantoont, is de economische situatie van de meeste landen ter wereld vooral het gevolg van politieke beslissingen die decennia geleden werden genomen. Evenzeer geldt dan ook dat de beslissingen die wij vandaag nemen van het grootste belang zijn voor de sociale welvaart van de generaties na ons.

John Dejaeger is oud-voorzitter van BASF nv, gewezen CEO van Lamifil nv en gastprofessor aan de KU Leuven.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties