BLACK is onvoldoende zwart
Een nieuw excuus over het gedrag van de Belgen in Congo
foto © NTGent/Michiel Devijver
Het goede nieuws is dat Luk Perceval terug is in het Vlaamse theater, het slechte dat zijn eerste productie rammelt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWaar de beroemde en internationaal zeer gewaardeerde regisseur Luk Perceval met BLACK psychologisch naartoe wil, is duidelijk. Jammer dat de boodschap rommelig gebracht wordt, en dat ondanks een sterk spelersveld. De acteurs zijn de slachtoffers van een lijkt wel opgedrongen verhaal: het in kaart gebrachte misbruik van Congo. Niet enkel door de Belgische koning Leopold II, maar later ook door de opeenvolgende Belgische regeringen, en, in de slipstream ervan, de hele Belgische bevolking met zijn centen en gebeden.
Fragmentarisch verhaal
De jaren na de onafhankelijkheid van Congo blijven buiten schot. De uitbuiting, zoals die binnen de lijst van de voorstelling zit, vertrekt van de getuigenissen van William Henry Sheppard, een van de eerste Afro-Amerikaanse missionarissen die naar Congo vertrok en daar geconfronteerd werd met het gewelddadig optreden van de Belgische militaire en burgerlijke overheid, maar ook van de kerkelijke. Bekeren tot de Roomse God was de eigen culturele waarden van de inheemse bevolking met stokslagen en de machete ontluizen. Uit de verslagen van Sheppard werden fragmenten tot een verhaal gebundeld. Althans, dat was vermoedelijk het plan.
Weinig vlees aan de botten
Omdat het resultaat weinig vlees aan de botten had, werden er wat verwante elementen aan toegevoegd. Onder meer uit William Shakespeares zwartste komedie, De Koopman van Venetië: ‘Heeft een jood geen ogen, geen handen, geen ledematen, geen zintuigen, hartstochten, genegenheden?’ – Voor de duidelijkheid: ‘Jood’ werd binnen de context van de voorstelling vervangen door ‘neger’. – Ook uit het werk van andere klinkende en botsende namen werden teksten geknipt en gevoegd bij het basisverhaal. Dramaturg Steven Heene moest er een naadloos geheel van maken. Helaas, sommige extra’s zijn overbodig en dus storend.
Wanneer vervolgens het laatste half uur van de voorstelling bestaat uit het nogmaals ophoesten van de schanddaden van België in Congo, die oppoetsen met een flinke dosis moralistische smeer, bevordert dat de geeuw en de jeuk. De truc van de kunst is altijd, voor eender welk genre, de moraal van het verhaal door de consument te laten vinden. Pas dan overstijgt het kunstwerk zijn wereldlijke waarde.
Geen ondermaatse voorstelling
Deze jammerklacht wil niet zeggen dat BLACK een ondermaatse voorstelling is. Het decor is prachtig. De proloog, wat te uitgerekt, wordt vóór het voordoek gespeeld. Het is een sterk uitvergrote kaart van Congo, en daarvoor is men even op bezoek gegaan bij het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. Uit de vele namen die het museum van Tervuren in de loop van zijn bestaan heeft gehad, kan men de groei van Belgische schaamte opmaken. Aanvankelijk heette het museum Koloniënpaleis en toonde het enkel de roofkunst van het geboefte in dienst van opperschurk koning Leopold II.
Extra cachet dankzij onder meer Tarzan
De vele lange touwen moeten het oerwoud met zijn lianen verbeelden, een paar maal vliegt Tarzan heen en weer, een gigantisch biljart is zowel een tafel als een podium op een podium. Extra’s zijn de zoete geur die men opsnuift bij de intrede van de zaal en een lichte mist hangt vier-vijfde van de voorstelling in de ruimte. Indrukwekkend zijn de paar tropische stortbuien, ze leveren extra cachet aan de schoonheid van de voorstelling.
Niet onvermeld mag blijven de lange stiltes. Ze verwijzen naar de nachten in de wildernis en de sfeer tussen zwoele hittegolf en fikse regenbui. Dat duistere spanningsveld levert bij zowel zwarten als blanken in Afrika een angst op die naar de keel grijpt. Goed van Luk Perceval dat hij die angst opriep.
Droomcast
Regisseur Luk Perceval wist een droomcast te vergaren rond het eerste deel van de trilogie die hij van plan is te maken voor en in het NTGent. Want de titel van de voorstelling slaat niet enkel op de huidskleur van de Afrikanen, maar ook op de linkse kleur van de Belgische vlag. De andere voorstellingen zullen de twee overige kleuren in de titel krijgen. Maar goed… de inbreng van de spelers!
Hun concentratie is uitermate strek, het samenspel puntgaaf, de stemmen en de motoriek draaien en zingen even soepel als de naaimachine van Floris Jespers in het Huldegedicht aan Singer, van Paul van Ostaijen. Drummer en toetsenist Sam Gysel verdient een stoel in de hemel en als hij liever in de hel zit, een eeuwig brandend kampvuur. Hij laat van zich horen zonder opdringerig te worden en zijn interpretatie van de Chill-out muziek is nu eens opzwepend en dan weer rustgevend.
Conclusie
Verdient de voorstelling BLACK een lang leven? Zeer zeker, indien…
Indien Luk Perceval een paar ingrepen uitvoert. Een lied schrapt, de al te pedante momenten decimeert – vooral irritant in het laatste halfuur, en de vierde wand behoudt. Het publiek mag aangesproken, maar niet verzocht worden te participeren in het spel. In een vaudeville… ja, in een komedie… soms, maar niet in een drama. De wetmatigheden van dat genre laten dat niet toe, wil men de illusie er eigen aan niet doorbreken. Alle wetten mogen sneuvelen, maar niet de grondwet. Respecteert Luk Perceval die, dan zal zijn BLACK zwarter zijn dan dat van het vierkant van Kazimir Malevitsj.
______________
BLACK – The Sorrows of Belgium I: CONGO
Regie: Luk Perceval
Spel: Chris Thys, Peter Seynaeve, Tom Dewispelaere, Andie Dushime, Yolanda Mpelé, Animata Demba, Nganji Mutiri en Frank Focketyn
Muziek: Sam Gysel
Dramaturgie: Steven Heene
Scenografie: Annette Kurz
Productie: NTGent
Info, speeldata & tickets: ntgent.be
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.