JavaScript is required for this website to work.
post

Boeken over boeken

ColumnJürgen Pieters14/12/2022Leestijd 4 minuten

foto ©

Wekelijks schrijft Jürgen Pieters een column over boeken. En deze week is dat een column over boeken over boeken!

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik heb een zwak voor boeken over boeken. Boeken waarin lezers uitleggen welke boeken hun leven ten gronde hebben veranderd (How Dante Can Save Your Life). Boeken waarin aan de hand van één klassieker de geschiedenis van een heel tijdvak uit de doeken wordt gedaan (1606: The Year of Lear). Boeken waarin de hoofdrol is weggelegd voor een verloren gegaan manuscript (De naam van de roos).

Ik heb in het bijna voorbije jaar opnieuw nogal wat van dat soort boeken gelezen. Ik pleit schuldig: beroepsmisvorming in een erge graad. Maar toch: twee van die boeken wil ik graag ook de Doorbraak-lezer aanprijzen. Ze zijn zo goed dat ik elk andere boek dat ik aan het lezen ben meteen zou laten vallen als ik U was. Een kort lijstje, maar een lijstje niettemin: de boeken over boeken van 2022.

Weltliteratur

Het eerste boek dateert eigenlijk van vorig jaar, maar het verscheen pas nu in een handzame paperback: Around the World in 80 Books van David Damrosch. De auteur is hoogleraar Vergelijkende Literatuurstudie aan de universiteit van Harvard. Onder vakgenoten staat hij bekend als een van de pleitbezorgers van de zogeheten ‘World Literature’.

De term komt oorspronkelijk van Goethe, die op een goede dag Chinese poëzie las en plots besefte dat er niet enkel in het Westen aan letterkunde werd gedaan. Damrosch beaamt: de literatuurstudie heeft zich de voorbije eeuwen te eenzijdig gericht op westerse teksten. In een wereld die globaal is geworden, mogen we dat niet langer ontkennen, en moeten we dus ook anders doen – anders en beter.

Phileas Fogg

Wie het perspectief van de ‘World Literature’ inneemt, beperkt zich niet tot een taal, een groep naties of een werelddeel. Zo is het ook in het jongste boek van Damrosch. De tachtig boeken die hier centraal staan, komen uit alle windstreken en tijden. Zijn titel haalt de auteur uit het bijna gelijknamige boek van Jules Verne, Reis rond de wereld in 80 dagen.

De structuur van Damrosch’ boek is dan ook geografisch. Net als Phileas Fogg – de polymobiele held van Vernes roman – doet hij plekken aan waarmee telkens een aantal klassieke boeken verbonden zijn. Van Londen gaat het naar Parijs, later via Venetië naar Caïro en Istanbul. Maar ook Afrika, India, China en Japan passeren de revue. Eindigen doet Damrosch na de oversteek naar Zuid-Amerika in New York – stad van migranten, van globetrotters en wereldburgers.

Leeswaar

In elk van de 16 hoofdstukken komen 5 titels aan bod. De selectie moet lastig geweest zijn, maar ze bevat naast the usual suspects ook een aantal auteurs die ik niet kende – de Indiër Jamyang Norbu, Congolees Georges Ngal, de Chinees Wu Cheng’en, j’en passe. Ik wil ze allemaal meteen gaan lezen, want dat soort literatuurmens is Damrosch wel. Hij weet niet alleen heel goed waarover hij het heeft, maar kan zijn waar ook perfect aan de lezende man brengen.

In de inleiding tot zijn boek herinnert Damrosch aan een oude lerares die hem in contact bracht met het boek dat naar zijn zeggen zijn leven bepaalde: The Life and Opinions of Tristram Shandy van Lawrence Sterne. Het werd voor hem het boek der boeken – de roman opende een nieuwe wereld, die niet alleen raakpunten had met de bestaande werkelijkheid, maar ook toonde dat er boeken bestaan die onze verbeelding spectaculair kunnen activeren.

Reisgidsen

Romans zijn in zekere zin reisgidsen, zij het van een bijzondere soort. Ze tonen ons plekken die we nooit echt kunnen bezoeken, maar dat hoeft ook niet. Ze tonen ons die plekken namelijk in ons hoofd. En zo functioneerden de 80 boeken die Damrosch in zijn studie beschrijft ook voor de auteur zelf.

De teksten die hier verzameld staan, ontstonden immers in de lockdown van 2020. Net als wij allemaal kon ook Damrosch de deur niet uit. Maar dat hoefde hem niet te deren. Hij had het geluk een eigen bibliotheek te hebben, van waaruit hij in de zomer van het Covid-jaar zestien weken lang een boeken-blog postte: een boek per werkdag. Inderdaad, een reis rond zijn wereldbibliotheek in 80 dagen.

Lockdown met Lawrence

Mijn tweede boek over boeken dateert wel van dit jaar en het is net als dat van Damrosch ook een lockdown-boek. Lara Feigel – lees ook haar in 2020 verschenen roman The Group – schreef met Look! We Have Come Through! een onwaarschijnlijk sterke studie van het werk van D.H. Lawrence.

Natuurlijk is het niet zomaar een studie: Feigel weeft doorheen haar analyse reflecties over wat het vandaag voor haar betekent Lawrence te lezen. In lockdown bovendien, op het Engelse platteland waar ze vanuit Londen naartoe getrokken was om met haar twee kinderen en haar nieuwe partner samen te kunnen zijn. Een nieuwbakken gezinnetje met boeken van een bijna een eeuw oude vent. Een vent bovendien die veel vrouwelijke lezers in het verleden de indruk gaf een über-macho uit een ver verleden te zijn. Een vent met wie eigenlijk niet samen te leven viel.

Bibliomemoir

Feigel doceert Engelse letterkunde aan King’s College in Londen. Haar eerdere boeken waren conventioneel academisch: goed geschreven, meer dan degelijk. Haar boek over Lawrence – Living with D.H. Lawrence is de letterlijk te nemen ondertitel ervan – is er in niets mee te vergelijken. Uitzonderlijk, zoals in uitzonderlijk goed: het is het prachtige resultaat van een nochtans riskante onderneming.

Bibliomemoir noemt Feigel het genre: terugkijken op een fase in je leven aan de hand van een boek dat je in die fase al lezend door dat leven heen hielp. Er verschijnen veel van dat soort boeken de laatste jaren. Vaker dan niet lopen die mank op een van beide benen. Ofwel gaan ze teveel over de lezer die schrijver wil worden en te weinig over het boek dat de aanleiding van dat schrijven is. Ofwel doet het omgekeerde zich voor en zit je je de hele tijd af te vragen waarom de schrijvende lezer het nu precies nodig vond over dit boek te schrijven.

Zonder make-up

Feigel klaart de lastige evenwichtsoefening schijnbaar moeiteloos. Ze heeft het even uitvoerig over haar eigen leven als over dat van hem. Ze spaart Lawrence niet, maar evenmin zichzelf. Meer dan andere beoefenaars van het genre die ik ken, geeft ze zichzelf zonder gêne bloot, zonder make-up ook.

Wat meer is: ze hoeft ook niet zo nodig voortdurend de lof van de literatuur te zingen, wat de gemiddelde auteur van de gemiddelde bibliomemoir doorgaans net iets te vaak doet. ‘Ik ben er niet zo zeker van dat het verstandig is je voortdurend met dode schrijvers te onderhouden’, schrijft Feigel nuchter in haar inleiding.

Lady Chatterley’s Lover

Wat ik in het verleden las van Lawrence sprak me niet meteen aan, moet ik zeggen. Maar na het lezen van Feigel kan ik niet wachten om een van zijn grote romans opnieuw ter hand te nemen. Er is keuze te over: The Rainbow, Women in Love of Lady Chatterley’s Lover, zijn laatste, uit 1930.

Van die schandaalroman is intussen een nieuwe verfilming op Netflix te zien. Ik kan me niet voorstellen niet dat Lara Feigel die geweldig zal vinden. In de film blijft het werk van Lawrence een afstandelijk gepresenteerd museumstuk. In het boek van Feigel komt het werk opnieuw tot leven, in die onwerkelijke zomer van 2020 nog wel.

Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.

Commentaren en reacties