De klassiekers: het liefste lezen
Beste boeken groeien mee met hun publiek
Jane Austen.
foto © RV
De beste boeken zijn de boeken waar je meer van houdt dan van welke andere ook. Het zijn de boeken die je het sterkste aantrekken, vindt literatuurexpert Jürgen Pieters.
Literatuurwetenschapper Jürgen Pieters vraagt zich af waarom het nog altijd zeer de moeite loont om de klassiekers te lezen. Waarom zijn de klassiekers de klassiekers?
De taak van de criticus, schrijft George Steiner in zijn mooie boek over Tolstoj en Dostojevski, is niet om een onderscheid te maken tussen goede Boeken en slechte boeken. Dat onderscheid is het domein van de recensent. Bij het beoordelen van elke nieuwe boekenoogst legt die het kaf links en het koren rechts.
Het enige onderscheid dat er voor de criticus echt toe doet, zegt Steiner, is dat tussen goede boeken en de beste boeken. De criticus houdt zich alleen bezig met de meesterwerken, het mooiste koren onder alle koren. Hij kan zich met een gerust gemoed beperken tot Tolstoj en Dostojevski. Niet om de vraag te beantwoorden wie van beide de grootste is, maar om uit te zoeken waarin het werk van deze twee reuzen precies verschilt van dat andere koren. En waarom dat verschil er voor de lezer van vandaag nog toe doet.
Een kwestie van liefde
De beste boeken liggen per definitie niet vers op de boekenplank. Eigenlijk zijn de beste boeken ook geen boeken die je leest, zegt Steiner: je her-leest ze. Literatuur, schrijft hij, is een kwestie van liefde en dus van kilometers op de teller.
De beste boeken zijn de boeken waar je meer van houdt dan van welke andere ook. Het zijn de boeken die je het sterkste aantrekken, die je verbeelding het meest intensief beroeren, die je verlangen het best invullen. Het zijn de boeken waarbij je je het beste voelt, ook omdat ze je het gevoel geven dat je op je best bent in hun gezelschap.
Jane Austen
Vorige maand las ik het boek van een bejaarde Australische vrouw die 250 pagina’s lang haar liefde bezingt voor de romans van Jane Austen. Ik zeg er meteen bij: ik heb het niet zo voor Austen. Haar boeken spreken me niet aan. Ze zijn niets voor mij. Of dat dacht ik toch.
Op haar 89e had deze vrouw (Ruth Wilson is haar naam) aan de universiteit van Sydney een proefschrift verdedigd over de romans van Austen. De keuze van het onderwerp lag voor de hand. Op verschillende momenten van haar leven waren die romans haar goed van pas gekomen – nu eens als bron van troost, dan weer als bron van ontspanning, maar altijd als aanleiding voor diep en stevig leesplezier.
Perfect gezelschap
Zoals zovelen had Ruth Wilson Austens werk ontdekt als tiener, met Pride and Prejudice. Ze was de romans blijven lezen, eerst als jonge vrouw, daarna in verschillende fasen van huwelijk en moederschap, en later als ouderling die voor zichzelf plots besliste om alleen te gaan wonen. Ze had genoeg van een huwelijk waarin ze zich eenzaam voelde. Ze wilde zelf beslissen wat ze deed.
In haar nieuwe leven begint de oudere Ruth de romans die ze door en door kent opnieuw te lezen. En wat blijkt? De verhalen en de personages die in Austens verzonnen universum rondlopen, blijken nog altijd het perfecte gezelschap. Of beter: ze blijken dat opnieuw te zijn.
Het beste van onszelf
Het is een kwaliteit van de beste boeken, zegt men wel eens: ze weten zich aan te passen aan het leven van hun lezers. Maar ook het omgekeerde is het geval. De beste boeken dagen ons uit om het beste – of het minst slechte – van onszelf te geven. Ze stimuleren onze verbeelding. Al hebben ze die verbeelding ook nodig om echt tot leven te komen. Zonder lezers zijn er geen beste boeken, zo simpel is het.
De beste boeken groeien mee met hun publiek. Op hogere leeftijd wordt het Ruth Wilson duidelijk dat de romans van Austen zich allerminst laten reduceren tot de upper-class-sprookjes die veel lezers er weleens van maken. Haar lectuur heeft oog voor de weerhaken in Austens werk, voor de duisternis in de romans en de sociale kritiek.
[su_quote]Austens boeken zijn als de ouder die velen van ons niet hebben gehad[/su_quote]Austens boeken, schrijft ze, zijn als de ouder die velen van ons niet hebben gehad. De ouder die je niet zegt wat je moet gaan doen, maar die je de levensmogelijkheden aanreikt waarbinnen je zelf kunt ontdekken welke weg je uit wil. En die je toont dat geen enkele weg gemakkelijk zal zijn.
Boeken voor het leven
Onlangs hoorde ik het mooie verhaal van een afscheidsdienst waarop de aanwezigen bij het rouwkaartje, dat ze bij het verlaten van het crematorium ontvingen, een tweede kaartje kregen met daarop de titels van boeken die de overledene zijn leven lang het liefste had gelezen, herlezen en aan anderen getipt.
Het kaartje bevatte 136 titels, fictie zowel als non-fictie. Romans en poëzie, maar ook filosofie en geschiedschrijving. Zijn liefste lezen. Netjes alfabetisch geordend op familienaam van de auteur, van Kingsley Amis tot Marguerite Yourcenar. ‘Boeken voor het leven’ stond er onder de lijst. Met de groeten van de overledene.
Afsterflijst
Ik kende de man van de 136 boeken niet persoonlijk, maar kreeg op basis van zijn favoriete titels toch een beeld van wie hij was, van wat hij belangrijk vond en van waar hij zijn wereldbeeld vandaan haalde. Toon me de boeken die je leest en ik zal zeggen wie je bent.
Ik weet niet of ik zelf aan 136 te tippen boeken kom, maar ik ga nadenken over wie ik op mijn afsterflijst zou plaatsen. Van welke boeken zou ik willen dat mijn vrienden ze in mijn plaats blijven lezen? Welke boeken verdienen dat, en waarom?
Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.
De lotgevallen van Don Quichot lijken ‘wreed grappig’, maar kunnen evengoed een toonbeeld van zelfopoffering uit een verloren gegane wereld zijn.