Middlemarch van George Eliot: blind getrouwd voor gevorderden
George Eliot en Middlemarch.
‘Middlemarch’ van George Eliot is een klassieker der klassiekers: een meesterwerk waarin de droom van een huwelijk gaandeweg ontmaskerd wordt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOnder de klassiekers zijn er ook de klassiekers der klassiekers, boeken die net nog iets meer ‘hors catégorie’ zijn, de giganten onder de reuzen. Tolstoj met ‘Anna Karenina’ en Flaubert met ‘Madame Bovary’ – beide zijn hier eerder besproken – zijn lid van die bijzondere club. Hetzelfde geldt voor het boek dat in deze aflevering centraal staat: George Eliots ‘Middlemarch’. De Britse schrijfster – echte naam Mary Ann Evans (1819-1880) – moet zeker niet onderdoen voor haar twee mannelijke collega’s.
Voor volwassenen
Voor veel Engelse schrijvers is Eliots werk de beste roman ooit in hun moedertaal. Onder de grootste fans van ‘Middlemarch’ is Virginia Woolf zonder twijfel de meest geciteerde. Zij noemde het boek ‘ondanks zijn tekortkomingen’ een van de weinige Engelse romans die echt voor volwassenen geschreven waren.
Woolf kon nochtans streng zijn. Terwijl de meeste van haar voorgangers de werkelijkheid naar haar gevoel al te kinderlijk voorstelden, schreef Eliot het soort romans waar ze als auteur zelf naar wou streven. Haar personages leefden echt, ze hadden gevoelens en gedachten die buitelden en botsten. Ze waren niet voor één gat te vangen. Maar vooral: George Eliot beperkte zich volgens Woolf als een van de eersten niet tot een uiterlijke schets van het bestaan van de mensen over wie ze schreef. Ze concentreerde zich op de innerlijke wereld van haar personages, net als Tolstoj en Flaubert.
Jane Austen
Eliots meesterwerk heeft nog iets gemeen met de boeken van die andere twee reuzen van de negentiende-eeuwse roman. Net als ‘Anna Karenina’ en ‘Madame Bovary’ is ‘Middlemarch’ een scherpe analyse van wat de goegemeente destijds zag als de hoeksteen van de maatschappij: het huwelijk. Veel romans uit de negentiende eeuw drijven op een plot die niet alleen de liefde binnen dat huwelijk als het hoogste goed voorstelt, maar ook aan de evidentie van dat hoogste goed ook geen seconde twijfelt.
De romans van Jane Austen – twee generaties vóór Eliot – zijn prototypisch voor dat fenomeen. Een boek als ‘Pride and Prejudice’ draait rond het verlangen van een jonge vrouw om zichzelf ten volle te kunnen ontplooien. Het logische kader van die zelfontplooiing is voor Austen en haar tijdgenoten het huwelijk. Ook al presenteert Austen haar werk als satire, haar romans geven de lezer een al bij al eenvoudige morele waarheid: zonder huwelijksliefde geen echt geluk. (En zonder landgoed, het bijhorende personeel en de dagelijkse ‘afternoon tea’ al evenmin.)
Nom de plume
Eliot kende en apprecieerde het werk van Austen, maar ze wou met ‘Middlemarch’ een ander soort boek schrijven. Daar zat haar eigen leven voor iets tussen. Sinds haar 35e leefde de schrijfster ongetrouwd samen met de journalist en filosoof George Henry Lewes, biograaf van Goethe. Lewes leefde apart van zijn vrouw en kinderen, maar was niet gescheiden. Zijn echtgenote leefde samen met haar minnaar, met wie ze ook verschillende kinderen had.
Eliot mocht dan al in de feiten niet getrouwd zijn met de man met wie ze haar dagen doorbracht, in de geest was ze het naar eigen zeggen heel zeker wel. Lewes beschouwde haar als zijn gelijke in intellectuele zin: in een ‘echt’ huwelijk was zulks in het Engeland van Eliot eerder ongewoon. Hij moedigde zijn levensgezel ook aan in haar werk. Onder de impuls van Lewes vertaalde Eliot de ‘Ethica’ van Spinoza en vanaf 1856 begon ze onder de nom de plume die haar bekend zou maken ook fictie te schrijven. Dat het pseudoniem ook de voornaam van haar partner bevatte, is beslist geen toeval.
Dubbelplot
Eliot schreef zeven romans in twee decennia tijd. ‘Middlemarch’ is daarvan de voorlaatste: het vuistdikke boek (900 pagina’s!) kwam met horten en stoten tot stand tussen 1869 en 1872. Het speelt zich af in een fictief stadje in de Midlands. De gebeurtenissen zijn gesitueerd in de vroege jaren ’30 van de negentiende eeuw. Ze draaien in wezen rond twee grote verhaallijnen die elkaar spiegelen en aanvullen.
In de ene verhaallijn staat Dorothea Brooke centraal, een jonge vrouw die zich vol idealisme in een huwelijk stort met een salongeleerde – dubbel zo oud als zij – die het plan heeft opgevat een boek te schrijven dat de sleutel bevat van alle mythologieën van de wereld. De andere verhaallijn draait rond Tertius Lydgate, een jonge dokter die naar het stadje komt om er de geneeskunde te hervormen. Hij trouwt met de aantrekkelijke Rosamond Vincy. Die is verliefd op de gedachte met een dokter te kunnen trouwen, maar de plannen van haar aanstaande vindt ze verder maar niks.
Zichzelf zijn
Terwijl de romans van Jane Austen de structuur hebben van een komedie die toewerkt naar het happy end van het huwelijk, laat Eliot haar meesterwerk beginnen waar de boeken van haar voorgangster eindigen. Ze beginnen met de droom van het huwelijk en evolueren naar de ontmaskering van die droom. Dorothea en Lydgate zien naarmate het boek vordert almaar beter dat het huwelijk een sociale conventie is die steunt op een illusie.
Voor het romantische ideaal van de liefde blijkt voor de protagonisten van Eliots roman geen plek in de huwelijkse staat. Dat ideaal verbrokkelt bij de jonge dokter al snel: hij ziet meteen dat zijn vrouw alleen geïnteresseerd is in status, niet in zijn persoon. Dorothea heeft dat ideaal al opgegeven voor ze trouwt: ze stapt in het huwelijk met haar boekengeleerde met het enige doel dienstbaar te zijn voor zijn idealen. Maar geleidelijk aan komt ze erachter dat ze om zichzelf te kunnen zijn meer nodig heeft dan dat.
Vertelstem
De kracht van Eliots boek zit ontegensprekelijk in de vertelstem die de auteur heeft gecreëerd. Die verteller heeft toegang tot de gedachten en gevoelens van de personages. Hij (zij?) geeft ons alle informatie over hun diepste zielenroerselen. Samen met de verteller voelen we als lezer sneller dan de personages aan wanneer zij op het punt staan de zoveelste keuze te maken die tot een teleurstelling moet leiden.
De verteller slaat de personages weliswaar vanop een afstand gade, maar veroordeelt ze allerminst. Hij maakt hun gedachten begrijpelijk, op een dusdanig genuanceerde manier dat veel lezers het gevoel krijgen dat ze een personage als Dorothea Brooke uiteindelijk veel beter leren kennen dan ze ooit zullen doen met mensen in hun onmiddellijke omgeving. Van fictieve personages wordt wel vaker gezegd dat ze levensecht worden voorgesteld: in het geval van het vrouwelijke hoofdpersonage van ‘Middlemarch’ is die uitspraak meer dan terecht. Dorothea Brooke hoort ook om die reden meer dan thuis in het gezelschap van Anna Karenina en Emma Bovary.
Must-read
Eliots heldin is net als die van Tolstoj en Flaubert met de ogen open maar toch behoorlijk blind in een huwelijk gestapt dat haar begrenst en beperkt. Wanneer haar echtgenoot sterft, dient zich de mogelijkheid van echt geluk aan in de persoon van de jonge Will Ladislaw.
Maar zelfs over de grens van het leven heen probeert Dorothea’s dode echtgenoot zijn macht over zijn vrouw te bestendigen. Als ze opnieuw trouwt, zal ze volgens zijn testamentair opgelegde wensen onterfd worden. Wie wil weten hoe het in deze Blind Getrouwd voor Gevorderden uiteindelijk afloopt, zal Eliots roman moeten lezen. Eén ding durf ik daarbij voorspellen: geen vijf bladzijden duurt het voor het gevoel verdwijnt dat dit moeten een verplichting inhoudt.
Categorieën |
---|
Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.
De lotgevallen van Don Quichot lijken ‘wreed grappig’, maar kunnen evengoed een toonbeeld van zelfopoffering uit een verloren gegane wereld zijn.
Rik Van Looy had geen talent om vergeten te worden. Glansprestaties waren in zijn geval de regel. Rik Torfs brengt een eerbetoon aan zijn gouwgenoot.