JavaScript is required for this website to work.

De klassiekers: ‘The Dead’ van James Joyce

De film is net zo goed als het boek

Jürgen Pieters4/2/2024Leestijd 4 minuten
Een beeld uit het verfilmde verhaal.

Een beeld uit het verfilmde verhaal.

foto © Screenshot

Een goed kortverhaal draait om een plots moment van inzicht dat het hoofdpersonage ondergaat. In ‘The Dead’ komt dat moment wonderlijk naar voor.

Een goed kortverhaal, zo wil de wet van het genre, draait om een epifanie: een plots moment van inzicht dat het hoofdpersonage ergens op het einde van het verhaal ondergaat. Het verhaal blijkt ook naar dat moment toe te werken: ineens begint het de protagonist te dagen. Na die epifanie is niets nog als tevoren. Het hoofdpersonage is uiteindelijk een wezenlijke impressie rijker of, nog beter voor de lezer, een illusie armer. Dat laatste levert de beste literatuur op. Onze soort deelt liever verdriet dan vreugde. Een van de mooiste voorbeelden van zo’n epifanie vinden we in The Dead, het wonderlijke slotverhaal van de bundel Dubliners (1914) van James Joyce.

De Ierse auteur James Joyce dankt zijn status in de literaire canon vooral aan de drie romans die hij nadien schreef: A Portrait of the Artist as a Young Man (1916), Ulysses (1922) en het zelfs door kenners onleesbaar geachte Finnegans Wake (1939). Vooral die laatste twee zorgden ervoor dat Joyce van alle auteurs die het vaakst worden genoemd, degene is die het minst wordt gelezen. Wat Ulysses betreft, is dat geheel ten onrechte. Maar wie nog nooit iets van Joyce las, kan beter beginnen bij die Dubliners. En het best van al bij dat laatste verhaal.

Geduld

Al sinds het najaar van 1904 werkte Joyce aan zijn bundel. In de lente van 1906 vond hij een uitgever die brood zag in zijn verhalen (het pas in 1907 geschreven The Dead maakte toen nog geen deel uit van de collectie), maar de drukker weigerde het boek te zetten. Té aanstootgevend voor de Ierse goegemeente, een zo goed als zekere aanleiding voor laster.

Drie jaar later vond Joyce een nieuwe uitgever (The Dead was intussen al geschreven), maar opnieuw sleepte de publicatie van het boek aan. Weer werd de auteur om aanpassingen in zijn teksten verzocht. Wanhopig stemde Joyce in. In 1910 werd het boek gezet, maar nog altijd verscheen het niet. Pas bij een derde contract – en alweer een nieuwe uitgever – kwam Dubliners, tien jaar na de publicatie van drie van de verhalen in een Ierse krant, op de boekenmarkt. Belangrijke les: wie de ambitie heeft een klassieker te schrijven, moet veel geduld hebben.

Ballingschap

Het merendeel van de vijftien verhalen in Dubliners schreef Joyce in het buitenland. In 1904 (hij was toen 22) trok hij samen met zijn aanstaande naar het continent, in ballingschap, zoals hij zelf zei. De jonge vrouw heette Nora Barnacle, ze was een kamermeisje uit Galway dat in Dublin was verzeild geraakt.

Italië was de finale bestemming van het jonge paar: Joyce kreeg een baan als taalinstructeur bij Berlitz in Triëste. In die stad kwam The Dead tot stand. De auteur plande het verhaal op zijn ziekbed: acute reuma deed hem in hetzelfde hospitaal belanden waar ook zijn dochter Lucia geboren werd. Hij werkte de tekst af in september 1907.

Driekoningen

De beslissing van Joyce om zijn geboorteland te verlaten was even weloverwogen als impulsief. Hij wou al langer weg uit het benepen, oerkatholieke Ierland, weg ook van zijn permanent dronken vader (zijn moeder overleed in 1903). Zijn ontmoeting met Nora maakte zijn droom om voorgoed te vertrekken tot werkelijkheid.

The Dead is door en door Iers. Het verhaal is gesitueerd op het jaarlijkse feest dat twee oude zussen in de nieuwjaarsperiode geven voor een aantal vrienden en prominenten. Het is de dag van Driekoningen, Epiphany (!) in het Engels. Buiten is er sneeuw en vrieskou, binnen veel eten, zang en dans, met live pianomuziek. De zussen geven muzieklessen: ze hebben samen met hun beste leerlingen wat notabelen uitgenodigd.

De protagonist van het verhaal is Gabriel Conroy, leraar en kunstliefhebber, neef van de twee zussen – in zijn vrije uren recenseert hij boeken. Hij is de favoriet van zijn familie, maar neemt duidelijk afstand van zijn omgeving. Zijn hart ligt niet bij zijn Ierse wortels: hij is volledig gericht op Engeland en droomt van het continent, van een toekomst die hem bevrijdt van het verleden. Hij wil weg uit Dublin, maar zit vast, om redenen die hij nog niet begrijpt.

Zoals in het liedje

Wie van veel actie houdt, is bij deze Joyce aan het verkeerde adres. Er gebeurt zo goed als niets in The Dead. Er wordt gezongen, gedanst, gegeten en gepraat. Gabriel geeft een speech en dan gaat het verhaal naar zijn onvergetelijke einde toe: Gabriels vrouw Gretta hoort iemand een lied zingen dat haar herinnert aan een oude vlam.

Pas op het einde van het verhaal daagt het de lezer hoe vernuftig Joyce naar dit schitterende einde heeft toegewerkt

Later die avond vertelt ze Gabriel hoe de jongeman, zoals in het liedje, tragisch overleed kort nadat hij haar zijn liefde verklaarde. Plots begrijpt Gabriel – daar zit de epifanie – dat zijn vrouw nooit echt is losgekomen van die mysterieuze vreemdeling. En ineens beseft hij wat echte liefde is, een gevoel waar hij zelf niet toe in staat is gebleken.

Zelfstandig

Pas op het einde van het verhaal daagt het de lezer hoe vernuftig Joyce naar dit schitterende einde heeft toegewerkt. Het lastige gesprek met zijn echtgenote is namelijk de derde moeilijke conversatie van Gabriel met een vrouw. Eerst voelt hij zich ongemakkelijk door een uitspraak van een dienstmeisje, en daarna wordt hij aangevallen door een vrouwelijke gast die hem verwijt te zeer gericht te zijn op de Engelsen. Gabriel verloochent zijn eigen taal en cultuur, zegt ze, en dat steekt duidelijk.

The Dead speelt zich af in de eigen tijd van Joyce, op een moment waarop de Ieren actief bezig zijn met het loskomen van de Engelse bezetter. Het zou nog tot eind 1921 duren voor de zelfstandigheid van de republiek een feit was. Maar in de jaren waarin Joyce begon te schrijven was de Ierse strijd voor onafhankelijkheid dagelijkse kost.

Verfilmd

Het slotverhaal van Dubliners is in 1987 memorabel verfilmd door de Amerikaanse regisseur John Huston. De film (Hustons laatste) is integraal terug te vinden op YouTube. Een advies: bekijk eerst de film en lees daarna het verhaal. Hustons camera maakt van bij het begin de spanning tussen Gabriel en Gretta (rol van Hustons dochters Anjelica) zichtbaar.

In de tekst van Joyce is dat minder het geval: daar volgen we door het verhaal heen de gedachten van Gabriel. Zo ook in de schitterende slotpassage: Gabriel ziet een vrouw op de trap staan, gehuld in schaduw. Het duurt even voor hij doorheeft dat die mysterieuze verschijning zijn Gretta is. ‘It was his wife’, schrijft Joyce. Uit dat ene, dodelijk korte zinnetje begrijpt de lezer dat de afstand tussen de twee echtelieden nog moeilijk te overbruggen zal zijn. We hebben dat door vóór Gabriel dat door heeft: bij Joyce is de epifanie er niet alleen voor het personage, maar ook voor de lezer.

Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.

Commentaren en reacties