Geef Salman Rushdie de Nobelprijs Literatuur
Rushdie tijdens de voorstelling van zijn fatwa-memoires
foto © Reporters
Je kan Salman Rushdie maar op één manier echt een hart onder de riem steken. Lees en herlees hem, te beginnen met drie heruitgegeven klassiekers.
Uitgeverij Pluim komt begin 2023 niet alleen met Victory City, de nieuwe roman van Salman Rushdie in Nederlandse vertaling, maar herdrukte nu ook zijn vroegste en misschien wel beste romans, zoals Middernachtskinderen en het controversiële De duivelsverzen. Wie wil meebeleven door welke hel Rushdie is gegaan sinds de fameuze banvloek van ayatollah Khomeini, die komt aan zijn trekken in Joseph Anton, dat nu ook een nieuw jasje kreeg.
Magische neus
Er is eigenlijk maar één ding waarmee je de getergde magisch-realistische meesterverteller echt een hart onder de riem kan steken en dat is hem (her)lezen. Goed dus dat uitgeverij Pluim er als de kippen bij was om drie van Rushdies beklijvendste vertellingen weer uit te geven.
Middernachtskinderen (1981) was de roman waarmee de toen 34-jarige Brits-Indische auteur als een komeet aan de literaire hemel verscheen. Het is het verhaal van duizend-en-één kinderen die geboren werden in de nacht van 15 augustus 1947 – het geboortejaar van Rushdie trouwens – en waar vooral de speciaal begaafde Saleem de aandacht trekt.
Hij heeft letterlijk een neus voor de emoties van wie hem omringt. Rushdie was danig onder de indruk van Günter Grass’ De blikken trommel, waarin de jeugdige protagonist op crisismomenten met zijn stem en trommeltje de loop van de geschiedenis kan veranderen.
Saleem ruikt analoog van op een afstand de gevoelens van zijn lotgenoten en krijgt dus instant mee wat er in zijn omgeving reilt en zeilt. Rushdie gebruikt het verhaal van deze kinderen om de clash van het nieuwe India met het magische, betoverende India van fakirs en magische vertellingen uit duizend-en-één nacht te visualiseren. Daarmee had hij definitief zijn magisch-realistisch vertelrecept gevonden. Op de achtergrond schetst hij via vaak jeugdige hoofdpersonages historische langetermijnveranderingen, die hij daarbij overgiet met een magisch sausje.
Allegorieën met een weerhaakje
Rushdie serveert dus steevast allegorische verhalen met een weerhaakje. De tijdreizen waarop hij zijn lezers meeneemt, verwijzen immers ook naar het heden, maar dan in bedekte termen. Het zijn uitgerekend die impliciete, vaak satirische knipoogjes die hem de woede op de hals haalden van de moslimwereld na het verschijnen van De duivelsverzen (1988). In deze omstreden roman, die ondertussen met de nieuwste druk van vandaag al aan zijn 28e editie toe is, draait alles om een conflict tussen de op het eerst gezicht goedaardige Saladin en zijn kwaadaardige tegenspeler-filmacteur Djibriel.
Het is deze Djibriel die droomt van een zekere Mohammed, ook wel de duivelse Mahoen genoemd. Djibriel ziet in zijn visioenen hoe de profeet eraan dacht om ook godinnen in het islamitisch pantheon toe te laten. Dat de verteller ook nog eens prostituees met de namen van de echtgenotes van Mohammed liet opdraven, schoot in het verkeerde keelgat van de ayatollahs.
Een levenslang conflict tussen de Iraanse ayatollahs en Rushdie was geboren. Rushdie, die een broertje dood heeft aan het patriarchaat van oude mannen die vrouwen opsluiten achter hoofddoeken en dikke muren, zou dit thema in de rest van zijn werk blijven bespelen.
Terug naar India
In zijn nieuwste roman Victory City, die in februari 2023 ook in Nederlandse vertaling verschijnt, is het niet anders. Rushdie keert terug naar het Indische subcontinent van zijn jeugd om er het verhaal van een negenjarig meisje te brengen dat de incarnatie is van de godheid Pampa.
Na een oorlog tussen twee koninkrijken in de veertiende eeuw maakt zij via haar goddelijke alter ego gedurende 250 jaar de lotgevallen mee van een nieuwe Indische stad Bisnaga, de stad van de overwinning. Het meisje krijgt van de godin de opdracht om die nieuwe stad te stichten waarin de vrouwen eindelijk de rechten zouden krijgen die hun toekomen. Pampa slaat de hand aan de ploeg en probeert de godin ter wille te zijn.
Maar tussen droom en daad staan, zoals geweten, wetten in de weg. En praktische bezwaren. De machtige heren laten zich niet zomaar de kaas van het brood eten door ondernemende dames. Rushdies nieuwste allegorische epos, dat zich ruwweg afspeelt tussen de veertiende en de zeventiende eeuw in het zuiden van India, is in zekere zin een terugkeer dus naar de verhalen waarmee hij in de jaren 1980 furore maakte.
Rushdie, die ondertussen Amerikaans staatsburger werd, gaf al aan dat hij zich wou herbronnen. Zijn laatste romans hadden steevast een westerse setting. Het is trouwens al geleden sinds De laatste zucht van de Moor (1995) dat de romanschrijver Rushdie alom werd geprezen. In dit boek laat hij vier generaties Spaanse migranten de 20e-eeuwse Indiase geschiedenis van zijn geboortestad Bombay op zijn typisch magische vertelwijze herbeleven.
Feit overtreft fictie
Ondertussen had Rushdie zich ook geprofileerd als auteur van kinderboeken. Haroen en de zee van verhalen (1990) was expliciet opgedragen aan zijn eerste zoon Zafar, terwijl Luka en het levensvuur (2010) bedoeld was voor zijn andere zoon Milan. In 2012 liet Rushdie met Joseph Antonde lezer binnenkijken in zijn bestaan van balling die opgejaagd en beveiligd van hot naar her over de wereld banjert.
Rushdie lijkt wel een personage in zijn eigen magisch-realistisch universum te zijn geworden. Joseph Anton is dus geen echte roman maar een memoir of verslag, zoals het in de ondertitel heet, dat de magische vertellingen waarmee Rushdie berucht is geworden simpelweg overtreft.
Nobelprijs Literatuur
Het is bewonderenswaardig hoe Rushdie die laatste tien jaar in New York nog de moed had om te blijven schrijven ondanks alles en iedereen. Met zijn 75 jaar is hij nog lang niet uitverteld, zoals zijn nieuwste roman Victory City allicht zal bewijzen. En ja, het is een prima idee van de Franse ‘nieuwe’ – ondertussen oude – filosoof Bernard-Henri Lévy om Rushdie straks in oktober de Nobelprijs Literatuur te gunnen.
Alfred Nobel zelf zou deze keuze enthousiast beamen. De explosieve vertelstof van de schrijver is in eerste instantie van de auteur alleen. In die literaire speeltuin hebben religieuze scherpslijpers, moraliserende betweters en andere nare sujetten niets te zoeken.
In naam dus van de vrije meningsuiting en a fortiori van alle literaire auteurs: geef hem die prijs. En lees hem natuurlijk. De Nederlandse heruitgave van drie van zijn meest spraakmakende boeken is de ideale introductie tot zijn omvangrijke oeuvre.
Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.
Stefan Hertmans surft in zijn nieuwe roman ‘Dius’ handig mee op de huidige tijdsgeest waarin elk machismo wordt verketterd en het kwetsbare en feminiene het nieuwe normaal zijn.