JavaScript is required for this website to work.

Lees eens een dikke klassieker: 5 tips voor de ideale vakantielectuur

Eindelijk tijd voor de betere lijvige boeken van het jaar

Frank Hellemans3/7/2024Leestijd 3 minuten
Beeld ter illustratie.

Beeld ter illustratie.

foto © Unsplash

Van de Russische grootmeesters van het verhaal tot Hugo Claus en Hella Haasse: vijf tips voor wie van kloeke boeken houdt én literaire haute cuisine.

Wat is er leuker dan mondjesmaat enkele weken lang op een gezapig tempo een lijvig boek tot zich te nemen? Voor de literaire meerwaardezoeker in deze (hopelijk) minder drukke tijden vijf suggesties.

Russische Flaubert

In de onvolprezen Russische bibliotheek van uitgeverij Van Oorschot verscheen een nieuwe vertaling van de verhalen van de Russische grootmeester Ivan Toergenjev (1818-1883). Toergenjev is vooral bekend voor zijn kleine roman Vaders en zonen, eigenlijk een langer verhaal. Froukje Slofstra stofte nu voorbeeldig al zijn Verhalen af en heeft daarvoor iets meer dan 1.000 bladzijden nodig.

Toergenjev die zijn goede vriend Gustave Flaubert in het Russisch vertaalde, heeft een ongeëvenaarde precieze toon om mensen én hun habitat in enkele zinnen levensecht neer te zetten. Dat heeft hij dus met zijn Franse evenknie gemeen. Deze Verhalen zijn haast zonder uitzondering portretten van gewone Russen en de kleine landadel die Toergenjev in zijn hoedanigheid van jager én grootgrondbezitter op zijn uitgestrekt landgoed tegen het lijf liep.

Menselijk tekort

Anton Tsjechov (1860-1904) is dé meester van het kortverhaal tout court. Hij nam na de dood van Toergenjev diens fakkel over. Tsjechov wordt als toneelauteur nog altijd met succes opgevoerd, maar zijn kortverhalen tonen pas echt zijn literair genie.

Hans Boland bracht enkele jaren terug in de prestigieuze Perpetua-reeks De dertig beste verhalen van Anton Tsjechov uit. In een goedkopere paperback werd die nu heruitgebracht.

Tsjechov heeft telkens maar enkele bladzijden nodig om via een plotse plotwending een menselijk, al te menselijk, lotgeval te schetsen, vaak in de amoureuze sfeer. ‘De dame met het hondje’ – in Bolands vertaling ‘De vrouw met het hondje’ – is daarvoor exemplarisch. Eigenlijk schreef Tsjechov met een ongelooflijk naturel gecomprimeerde novelles die de lezer verzoenen met het menselijk tekort.

Charmant maar kil

De levens van Claus, de kroniek die Mark Schaevers van het leven van Hugo Claus (1929-2008) onlangs maakte, wordt ook in behapbare schijfjes geserveerd. Dat Claus zijn kleine kantjes had – en desondanks een groot schrijver vooral van poëzie was – wordt in Schaevers’ bio meer dan duidelijk.

Schaevers weet heel smeuïg de talrijke vrouwen in Claus’ bestaan op te voeren. Cees Nooteboom verzuchtte ooit dat hij niet begreep hoe Claus al die mooie dames voor zich kon innemen. Tederheid kende hij immers niet, maar geilheid des te meer.

Hij was een Bourgondiër van het zuiverste soort. Zijn eerste echtgenote Elly Overzier bestond het om soms omeletten te serveren van vierentwintig eieren. Als rasechte West-Vlaming was hij ook altijd op zoek naar nieuwe lucratieve inkomsten en schreef hij vaak op bestelling. Rusteloos zwierf hij van het ene naar het andere huis waarbij zijn drie jongere broers het de oudste naar de zin moesten maken.

Schaevers suggereert dat de charme die Claus uitstraalde een harnas was voor diens kilte die te maken had met zijn getroubleerde jeugd als tiener in een zwart collaboratienest. Maar hij hoedt er zich voor om zijn bio helemaal in dat teken te plaatsen.

Pijnlijk tastbaar

Vijfenzeventig jaar geleden publiceerde Hella Haasse (1918-2011) Het woud der verwachting over de Engelse gevangenschap van edelman-dichter Charles d’Orléans (1394-1465) die een kwarteeuw lang zat opgesloten. Haasse die zelf een teruggetrokken leven leidde en als auteur de schijnwerpers meed, weet de afzondering en vooral vergeefsheid van diens leven pijnlijk tastbaar te maken.

Haar stijl past perfect bij het meedogenloze tikken van de tijd van een ouder wordende Charles die door zijn aantekeningen en gedichten de waanzin op een afstand probeert te houden. Goed dat uitgeverij Querido opnieuw aandacht vraagt voor de beste historische roman die Haasse ooit heeft geschreven.

Onlangs werd het boek in Engelse vertaling uitgebracht met een voorwoord van Bart Van Loo die het conflict tussen Bourgondiërs en het huis van Valois, waar Charles het slachtoffer van werd, in zijn historische context situeert. Dit voorwoord prijkt nu ook in het Nederlands bij deze jubileumeditie.

Landing in Normandië

Wie de beginjaren van die Honderdjarige Oorlog tussen Engeland (en diens Bourgondische bondgenoot) en Frankrijk (en Valois) van nabij wil meemaken, kan daarvoor terecht in de Crécy-trilogie van Dan Jones. Jones is bekend als Brits historicus die talloze meeslepende boeken schreef over het middeleeuwse Engeland.

Hij zette zich nu aan het schrijven van een spannend drieluik dat zich afspeelt aan het begin van dat conflict in de jaren 1340. Hij zoomt dus vooral in op de slag van Crécy in 1346 en het beleg van Calais in het jaar daarna.

De eerste twee delen De Essex Dogs en Wolven in de winter zijn nu in het Nederlands vertaald en nemen de lezer mee in de voetsporen van een kleurrijke bende Zuid-Engelse avonturiers.

Piraterij en prostitutie

In het eerste deel landden de hoofdrolspelers in onvervalste D-day stijl op de kusten van Normandië voor een moeizame tocht naar het slagveld en de uiteindelijke confrontatie met het Franse leger. Knap hoe Jones die veldslag beschrijft, waar de langboogschutters uit Wales de Franse kruisboogschutters simpelweg te snel af waren. Met de bekende dodelijke gevolgen.

In Wolven in de winter schildert Jones het beleg van Calais waarbij de eerste kanonnen ooit werden ingezet maar vooral honger, verveling, piraterij en prostitutie een hoofdrol speelden. Literair is Haasse veruit de meester van Jones. Maar wie van bloed, zweet en tranen houdt in een ongecompliceerd maar historisch gedocumenteerd actieverhaal, zal aan Jones en zijn honden zeker plezier beleven.

Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties