De omhelzing van een boek
foto © Photo by Ben Karpinski on Unsplash
Lezers die op zoek zijn naar troost in een boek, lijken er alleen voor te staan. In de wereld van de literatuur is ook dat maar schijn.
Naast teksten over troost bestaan er ook beelden over troost. Vandaag zijn die makkelijker dan ooit te vinden. Tik ‘troost’ in Google, selecteer ‘afbeeldingen’ en… duizend-en-een resultaten.
Troost en nabijheid
Veel van de beelden uit onze zoekactie vertonen eenzelfde compositie. Doorgaans zien we twee mensen. Een van hen is zichtbaar bedroefd. De tweede kijkt ook sip, maar iets minder. Zoals we meteen begrijpen, is de meest bedroefde degene die nood heeft aan troost. De andere, die zich als trooster moet opwerpen, zit of staat dichtbij, meestal binnen handbereik.
Op veel beelden heeft de trooster een arm geslagen om wie troost behoeft. Die arm biedt bescherming, een schouder om op te huilen. Soms legt de trooster onopvallend een hand op de knie van wie getroost moet worden. Zo’n aanraking kan kort zijn. Ze toont gewoon dat de trooster in de buurt is. Wie nood heeft aan troost, moet namelijk ook voelen dat hij of zij er niet alleen voor staat. Dat is troost in een notendop: gedeeld leed.
Troostarm
Tussen de troostbeelden van Google zie ik ook sportfoto’s. Twee uit de zomer van 2015. De toen nog minder bekende Stan Wawrinka die Novak Djokovic troost na een razend spannende finale op Roland Garros. Xavi Hernandez die Andrea Pirlo bemoedigend toespreekt na de finale van de Champions League waarin Juventus verloor van Barcelona. Ze lachen alle vier, niet uitbundig; Xavi en Wawrinka het meest gemeend. De winnaar heeft in beide gevallen zijn troostarm om de schouder van de verliezer. Het is zo erg niet, zie je hen alle vier denken. Er kan er maar één winnen.
De Wikipedia-pagina die aan troost is gewijd, toont twee Amerikaanse soldaten uit de Koreaanse oorlog. Ze zitten in een geborgen omhelzing. De foto is genomen op 28 augustus 1950. De ene soldaat ligt als een kind in de moederlijke armen van de andere. De trooster hoeft dit keer niets te zeggen. Zijn krachtige handen houden het hoofd van zijn kameraad stevig vast. Beiden hebben wellicht een vriend verloren op het slagveld.
Op de achtergrond zit een derde soldaat. Zonder aandacht voor de andere twee. Eerst dacht ik dat hij een boekje aan het lezen was, maar dat is schijn. Het onderschrift bij de foto geeft de meer prozaïsche werkelijkheid aan. Hij is ‘casualty tags’ aan het invullen, labels die op de lijkzakken van gevallen vrienden moeten.
‘De oude boekenkast’
Beelden waarin de troost van de literatuur wordt getoond, zijn minder makkelijk te vinden. Een mooi voorbeeld is het schilderij ‘De oude boekenkast’ van de Weense kunstenaar Friedrich Frotzel (1898-1971). Het werk is te bewonderen in Schloss Belvedère, in de geboortestad van de schilder.
Frotzels schilderij toont een jonge vrouw voor een open boekenkast. De kast is goed gevuld, niet alleen met boeken overigens, maar ook met mappen en stapels papier. De schilder heeft de vrouw met haar rug naar ons geplaatst. Omdat we haar gezicht niet kunnen zien, weten we niet of ze geweend heeft. Toch lijkt het logisch dat de jonge vrouw bedroefd is. Aan haar voeten ligt een witte zakdoek en ze is in het zwart gekleed. Heeft ook zij iemand verloren?
De troost van het lezen
Ik zie ongetwijfeld wat ik wil zien. Niettemin lijkt het me zonneklaar: deze jonge vrouw is op zoek naar troost in de boeken uit de oude boekenkast. De titel van het schilderij is daarom zeer geschikt: veel van onze troostboeken zijn ook oud. Dat hebben we hier intussen voldoende duidelijk gemaakt.
Misschien heeft de jonge vrouw troost gevonden in het boek dat ze aan het lezen is. Welk boek dat is, weten we niet. Het schilderij is gemaakt in 1929. Misschien leest ze de Sonnetten aan Orpheus die Rilke schreef om een vriendin te troosten die haar dochter verloor? Wellicht niet. Het boek op de schoot van de jonge vrouw kan geen dichtbundel zijn. Het is te dik. Ook Musils Man zonder eigenschappen is geen optie. Het eerste deel van die Weense trilogie was trouwens nog niet uit toen Frotzel zijn schilderij maakte. Een roman van Franz Werfel dan maar?
Opperste concentratie
De jonge vrouw zit voorovergebogen. De lichte welving van haar rug geeft aan dat ze zich met opperste concentratie in de wereld van het boek bevindt. Haar zakdoek heeft ze duidelijk niet langer nodig. Of het boek dat ze leest echt haar gemoed verlicht, kunnen we niet zeker zeggen. Zelfs als ze zich zou omdraaien om ons heel even in de ogen te kijken, dan nog zouden we blijven twijfelen. De jonge vrouw is de enige die kan zeggen of de troost van het boek ook pakt.
Frotzels schilderij geeft ons het raden naar welke boeken in de boekenkast staan. Op de ruggen van enkele exemplaren zien we wel titels of namen van auteurs. Maar ze zijn niet leesbaar, en ook dat is toepasselijk. Bij boeken die troost brengen, gaat het immers niet om wie ze geschreven heeft, wel om wie ze leest.
Het goede alleen zijn
Ik zei het hiervoor al: troostbeelden laten doorgaans twee partijen zien. Dat is bij dit schilderij voor alle duidelijkheid niet anders. De jonge vrouw zit weliswaar alleen te lezen, maar de eenzaamheid van het lezen is van het soort dat de Britse psychoanalyticus Donald Winnicott als model zag voor volwassen gedrag.
Het goede alleen zijn, schrijft Winnicott, wordt paradoxaal genoeg bepaald door de geruststellende aanwezigheid van iemand anders. Winnicotts voorbeelden liggen voor de hand: het kind dat in zijn spel verzonken is, maar zijn moeder toch nabij weet; de geliefden die meteen na de liefdesdaad elk apart maar toch samen nagenieten.
Lezen kan van dezelfde orde zijn. We doen het alleen, maar weten ons geborgen door het boek dat ons alleen-zijn verrijkt. Of omdat we ons verbonden voelen met de personages, of met de auteur. De jonge vrouw op het schilderij van Frotzel kent die ervaring. We hoeven niet eens ons best te doen om te zien dat haar boek een troostende arm heeft geboden.
Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.
De lotgevallen van Don Quichot lijken ‘wreed grappig’, maar kunnen evengoed een toonbeeld van zelfopoffering uit een verloren gegane wereld zijn.