Onafhankelijkheid van geest in tijden van verzet

‘Jullie begrijpen het gewoon niet’, zei ik. ‘Het komt er nu op aan het fascisme te verslaan, ik kan mijn tijd nu niet verdoen met een comfortabel leventje aan de universiteit.’ Dat zei Lisa Fittko tegen haar ouders, begin jaren ‘30. Ze maakte van dichtbij de ‘bloedmei’ mee, de meidemonstratie van Berlijnse arbeiders op 1 mei 1929. In twee dagen tijd werden er 33 jonge arbeiders gedood. Haar engagement laaide toen al hoog op.

Na de brand in de Rijksdag in 1933, toen de arrestaties, folteringen en terechtstellingen begonnen, verzamelde Fittko met haar vrienden alle alarmerende berichten om die door te geven aan de pers in Londen, Parijs, New York. De wereld wilde hen niet horen.

Fittko moet vluchten, aanvankelijk naar Praag. Daar leert ze haar toekomstige man kennen, Hans Fittko, — een Berlijnse journalist die vanwege ‘geestelijke aanstichting tot moord op een SA’er, bij verstek ter dood veroordeeld werd.
Toen de oorlog uitbrak zaten ze in Frankrijk, — samen met tienduizenden andere Duitse immigranten in de val.

Voor antinazi’s die dreigden door de Franse politie aan Duitsland uitgeleverd te worden, was de ‘F-route’ in 1940 een geheime vluchtweg door de onbegaanbare Pyreneeën naar Spanje. Lisa Fittko beschrijft haar tochten via die geheime vluchtroute door de haast onbegaanbare Pyreneeën uiterst aanschouwelijk. Een van haar eerste ‘klanten’ was de filosoof Walter Benjamin, die het manuscript van zijn Passagenwerk in een aktetas meezeulde. Het werd een indrukwekkende reis en verhaal.

Vlucht over de Pyreneeën is een ongemeen boeiend boek, een indrukwekkend reisverslag op gevaar van eigen leven. Het is tegelijk een verhaal over standvastigheid, solidariteit, politieke intelligentie en onafhankelijkheid van geest in tijden van verzet, zoals de flaptekst omschrijft.

Dit uniek tijdsdocument is verkrijgbaar in onze webwinkel.

Bestel hier uw exemplaar!