Saskia De Coster hangt het schrijvend aapje uit
Saskia De Coster.
foto © YouTube - Proximus Pickx
Saskia De Coster is meer bezig met haar merkimago als schrijfster dan met het schrijven zelf. Om een verkoopstunt zit zij niet verlegen.
Als het merk belangrijker wordt dan het product zelf
Dat de Nederlandstalige boekenmarkt voor fictie afgelopen jaar met tien procent is gekrompen, zal Saskia De Coster worst wezen. Zij doet ongegeneerd aan zelfpromotie door zich in februari nu een ganse maand te kijk te zetten in het Antwerpse KMSKA terwijl ze er in een ‘performance’ haar nieuwste roman afwerkt. Aandacht gegarandeerd. En allicht ook een mooie onkostenvergoeding van het museum — en dus de belastingbetaler — inbegrepen.
Meer media-aandacht
Nog voor De Coster zich op 1 februari terugtrok in een glazen peepshowcel in het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten werd haar stunt quasi unaniem als ‘vernieuwende poging tot demystificatie van de auteur’ geroemd. Terwijl De Coster als geen andere Vlaamse schrijver gewoon een neus heeft voor subsidiestromen en financiële productiesteun. En in functie daarvan haar gelegenheidswerk in elkaar knutselt. Dat haar romans in de regel conceptuele, trendy verzinsels zijn die met uitzondering van Nachtouders (2019) weinig of niets om het lijf hebben, sterkt De Coster blijkbaar in haar niet aflatende zoektocht naar meer media-aandacht.
Absoluut diepte- of, zo u wilt, hoogtepunt in deze verlakkerij was een zogenaamde lezersbrief in De Standaard (DS) in september 2008 waarin ze zich uitgaf voor gewezen Boerenbond-baas Noël Devisch. Devisch ging in deze verzonnen brief te keer tegen zijn opvolger Piet Vanthemsche en sommeerde hem te stoppen met zijn dieronvriendelijk beleid en geen vlees meer te eten. Devisch was daarbij naar eigen zeggen ondertussen overtuigd vegetariër geworden.
Kijken mag, aanraken niet
Devisch was not amused, liet het niet daarbij en won zijn proces wegens schriftvervalsing tegen De Coster. De Coster verdedigde zich door de verzonnen brief als een grap uit te leggen die elke goede verstaander toch moest hebben begrepen. DS trok het boetekleed aan en defenestreerde de mythomane. Maar niet getreurd, want ondertussen kreeg ze van De Morgen een vrijbrief als gelegenheidscolumniste. En ook de DS-redactie heeft een kort geheugen want de laatste maanden is ze er vaak kind aan huis om haar kruistocht voor meer gendergelijkheid op te voeren, en zo ondertussen haar auteurschap in het zonnetje te zetten. Van branding gesproken.
Nu al toetert ze wijd en zijd dat ze tijdens dit zelfgekozen isolement in de Heldenzaal (!) van het Antwerpse museum haar nieuwste roman zal afwerken. Achter glas, wel te verstaan. Kijken mag, aanraken of echt in contact treden met de schrijfster niet. Terwijl een dergelijke confrontatie pas echt vonken zou kunnen geven, de naam ‘performance’ waardig.
Meestermarketeer
Niet verwonderlijk dat op de site van het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten Tom Lanoye, dé literaire zelfstandige bij uitstek, reclame maakt voor de vernieuwende aanpak van De Coster, ‘de meest originele pen van Vlaanderen’.
Dat De Coster al van bij het begin van haar carrière hem als groot voorbeeld zag, is duidelijk. Was het niet Lanoye die bij zijn veertigste verjaardag met de ‘NV Lanoye’ uitpakte waarop vrienden als aandeelhouder konden intekenen? Een grappige stunt, aldus meestermarketeer Lanoye, die het romantische beeld van de schrijver en zijn muze moest ontmaskeren. Schrijven is big business, was de laconieke boodschap. Van ‘demystificatie’ gesproken. Maar ondertussen bestaat de firma Lanoye wel degelijk en — zoals bij zelfstandigen soms het geval is — met jaarrekeningen die meer dan eens in de min gaan. Kwestie van fiscale optimalisatie, allicht.
Slaaf gezocht
Reeds in 2006 — ze was toen amper gedebuteerd — vertelde De Coster aan letterenstudenten van haar Leuvense alma mater dat ze goed boerde, ook al verkochten haar romans voor geen meter. Vooral beurzen, lezingen en toneelstukken brachten naar eigen zeggen geld in het laatje ‘en niet zozeer de boekenverkoop’. Ze was zelfs niet te beroerd om als startende zelfstandige een grapje te maken richting fiscus: ‘Het gaat verdacht goed, maar op een dag gaat de fiscus mij toch vinden. Als het nog beter gaat, zoek ik een slaaf. (…) Ik vind het erg dat de slavernij afgeschaft is, want ik zou wel een slaaf kunnen gebruiken, bijvoorbeeld om mijn aangiftebiljet in te vullen.’ Dat soort van humor dus.
Wie door het cv van De Coster scrollt, wordt overspoeld met schrijversresidenties waar ze blijkbaar systematisch naar op zoek gaat om tegen kost en inwoon haar ding te kunnen doen: van San Francisco tot Berlijn, van het Canadese Winnipeg tot New York, van het Macedonische Skopje tot haar bloedeigen Leuvense letterenfaculteit. Ondertussen schuimt ze zoveel mogelijk literaire festivals af, bij voorkeur in Zuid-Afrika, en zoekt ze lucratieve samenwerkingsverbanden met beeldende kunstenaars of musea.
Sekte van Saskia
Blijkt dat ze reeds in 2012 met de niet geheel onbesproken Arne Quinze in zee ging. Rond de plastieken, gedeukte rode blokkeninstallatie Rock Strangers op de zeedijk van Oostende schreef ze in opdracht van Quinze essayistische verhalen ter ondersteuning van de plastische zonnekoning. Ook in het poëziefestival van Watou ging ze out of the box. In 2017 schreef en schilderde ze er een volledig arbeidershuis in vier dagen en nachten vol. Je vraagt je af hoeveel dagen het duurt vooraleer De Coster een roman af heeft.
De laatste jaren is ze op de woketrein gesprongen. In 2020 lanceerde ze met het literaire evenementenbureau Behoud de Begeerte haar ‘sekte van Saskia’. Onder de hoofding ‘alleen vrouwen toegelaten’ wilde ze meer stem geven aan haar letterkundige sisters in het algemeen en haarzelf natuurlijk in het bijzonder. Vrouwen moeten het recht hebben zich terug te trekken uit het patriarchale systeem in een soort van safe space, aldus sekteleidster Saskia bij Klara: ‘Ik wil een sekte stichten en de eerste vrouwelijke messias worden. In onze sekte zijn we tegen geld en voor polygamie. Mannen zetten we in voor het grote doel, het genot van de voortplanting. De vrouwelijke solidariteit zal enorm zijn.’ En ja, de stunt was weer eens ironisch bedoeld maar dus ook bloedserieus want dat winkeltje van Saskia moet blijven draaien, toch?
Schrijvend aapje
De andere zussen, zoals Gaea Schoeters en Annelies Verbeke, lieten zich door De Coster niet intimideren en antwoordden met een Nederlands-Vlaams samenwerkingsverband Fixdit om het seksisme in de literaire wereld te bekampen. Wars van eigen ijdelheid of mercantilisme houden ze onder andere pleidooien voor meer vrouwen in de literaire canon, bijvoorbeeld, of meer vrouwelijke laureaten van belangrijke literaire prijzen.
De Coster ontpopte zich dus als zelfgekroonde koningin van de literaire bijenkorf. In een vorig leven had Kristien Hemmerechts die status maar die laatste heeft ondertussen het licht gezien. Delphine Lecompte en Lize Spit, die wel boeken als zoete broodjes verkopen, lijken zich te distantiëren van dergelijk sektarisch, ideologisch tijdverdrijf tot meerdere eer en glorie van het eigen bedrijfje. Zij concentreren zich liever op datgene waar het in de schone letteren echt om draait: de tekst en niets dan de tekst. Zij hoeven zich gelukkig niet op te sluiten in een glazen kooi en het schrijvend aapje uit te hangen.
Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.
De hymnische poëzie van ‘Zonnewater’ bewijst eens te meer de unieke plaats van Mark van Tongele in de Nederlandstalige dichtkunst.