Tom Lanoye waagt zich na Jeroen Olyslaegers ook aan Antwerpse collaboratieroman
Lanoye
foto © AFP
Nieuwe romans op komst van Tom Lanoye, Hilde Van Mieghem en Kristien Hemmerechts. Een vooruitbllik.
In de voorjaarsaanbiedingen figureren enkele opvallende Vlaamse romans: Tom Lanoye wil met De draaischijf blijkbaar de ultieme roman plegen over culturele collaboratie terwijl Hilde Van Mieghem met De drie duifkes haar langverwacht debuut loslaat.
Offensief van Lanoye
Het was een hele tijd stil rond Lanoye. In de wintermaanden houdt Tom zich bij voorkeur op in zijn zonnige optrekje in Kaapstad om zijn Vlaamse voorjaarsrentree voor te bereiden. En die belooft spetterend te zijn. Hij pakt immers niet alleen uit met een 320 bladzijden dikke roman De draaischijf maar ook met OustFaust, een toneeladaptatie van Goethes Faust.
Lanoye kon het blijkbaar niet laten om na Hugo Claus (Het verdriet van België), Jeroen Olyslaegers (Wil), Erwin Mortier (De onbevlekte) en Stefan Hertmans (De opgang) nu ook zijn Tweede Wereldoorlog-roman bij wijze van orgelpunt (?) uit te brengen. Claus putte, zoals geweten, uit zijn eigen verleden als zoon van collaborerende ouders die zelf als tiener sympathiseerde met het machogedrag van Duitse soldaten. Er werd daarover trouwens ooit een miniem dossier tegen de jeugdige Hugo door het militair gerechtshof aangelegd dat echter zonder gevolg werd geseponeerd.
Schemerzone
Mortier schreef al twee kleine maar fijne romans over zijn grootoom-Oostfronter Marcel. Eerst in het gelijknamige Marcel en onlangs nog bij wijze van vervolg in De onbevlekte. In deze recente sequel citeert hij trouwens uit de correspondentie van zijn grootnonkel die als twintigjarige idealistische Oostfronter sneuvelde. Olyslaegers en Hertmans ten slotte putten uit archiefmateriaal om de collaboratie in Antwerpen en Gent op scherp te stellen.
Hertmans was naar eigen zeggen nieuwsgierig geworden hoe de vorige eigenaar van zijn optrekje in het Gentse Patershol tijdens de oorlog hand- en spandiensten aan de nazi’s had verleend. Zeker omdat hij ooit nog les had gekregen van diens bekende zoon en ex-VRT-bestuurder Adriaan Verhulst die volgens Hertmans in zijn eigen getuigenis over papa Willem allesbehalve in het reine was gekomen met diens oorlogsverleden. Olyslaegers baseerde zich voor zijn Antwerpse roman vooral op recente onthullingen van Antwerpse historici, zoals Lieven Saerens en Herman van Goethem over de soms dubbelzinnige rol van de politie bij de razzia’s van Joodse Antwerpenaars. Met Wil schreef Olyslaegers misschien wel de beste roman over de manier waarop Antwerpse culturo’s én politiemensen vaak in een schemerzone opereerden: enerzijds doen wat hen door de Duitse bezetter werd opgedragen maar anderzijds dus ook clandestien ingaan tegen diezelfde bezetter.
Ziel verkopen of niet
Theaterman Lanoye wil met De draaischijf in de voetsporen van Olyslaegers op zijn beurt het geschipper in de Antwerpse theaterscène van die oorlogsjaren exploreren. Of hij daarbij Olyslaegers zal kunnen overtreffen, valt te bezien. Zeker is dat hij met het nodige effectbejag en retorische flair allicht zoveel mogelijke kanten van het verhaal wil laten zien. Centraal staat een zekere Alex Desmedt die al voor de oorlog het grootste Antwerpse stadstheater bestierde. Samen met zijn Nederlands-Joodse eega Lea Liebermann zijn zij een powerkoppel in de toneelwereld, zeg maar. Als hij tijdens de nazibezetting in Antwerpen verantwoordelijk wordt voor het theaterbeleid, stelt hij zich vragen bij zijn nieuwe status. Zeker wanneer zijn Joodse echtgenote niet meer aan de bak komt. Zijn broer-componist én dirigent Rik daarentegen ontpopt zich tot gewillige collaborateur.
Lanoye maakte in 2006 met Mefisto for ever al een theaterbewerking van Klaus Manns roman Mefisto. Bij Mann stond de figuur van de Duitse ‘verbrande’ cultregisseur Gustaf Gründgens toen centraal. Gründgens verkocht zijn ziel aan de nazi’s, zoals Goethes Faust aan Mefisto. Bij Lanoyes bewerking draaide alles rond een ambitieuze toneelacteur en de vraag hoe ver je als kunstenaar bij de samenwerking met de machthebbers kan gaan, zonder zelf boter op het hoofd te hebben.
Lanoye heeft dus die vraagstelling vandaag opnieuw afgestoft, met een theaterdirecteur als focus van zijn romanverhaal. Dat hij daarbij de mosterd bij Mann en Goethes Faust heeft gehaald, steekt hij trouwens niet onder stoelen of banken. Want tegelijk met deze lijvige roman pakt hij in zijn voorjaarsoffensief in maart ook uit met OustFaust, een corona-remake van Faust. Lanoyes faustiaanse protagonist is een arts-wetenschapper in coronatijden die het niet meer ziet zitten, en zich daarom nog eens goed wil uitleven (‘to oust’ in het Engels).
Sleutelroman
Literatuurblogger Jan Huijbrechts, ook bekend als auteur van boeken over de Antwerpse stadsgeschiedenis, vermoedt dat Lanoye een sleutelroman in elkaar heeft geknutseld, met het leven van voormalig Antwerps KNS-directeur Joris Diels (1903-1992) als spil ervan. Diels was een Vlaamse theaterpionier – letterlijk en figuurlijk dus een draaischijf – die theatericonen Dora van der Goen en Yvonne Lex nog heeft opgeleid. Na de oorlog werd hij wegens culturele collaboratie veroordeeld, ook al sprongen zijn acteurs voor hem in de bres. Hij kon voortaan alleen nog aan de slag in Nederlandse theaters want in eigen land was hij persona non grata geworden.
Diels’ echtgenote Ida Wassermann (1901-1977) was trouwens van Joodse origine, zoals Lanoyes sidekick Lea Liebermann. En broer Hendrik Diels (1901-1974), bij Lanoye de gewetenloze muzikale collabo Rik, was componist-dirigent. Hij kreeg in 1949 drie jaar gevangenisstraf opgelegd omdat hij er geen graten in zag om concerten te dirigeren voor onder andere de Duitse Wehrmacht. Hij was daarenboven lid van de Algemene SS Vlaanderen. Afwachten dus of Lanoye met deze mix van Manns Mefisto en de gevalsstudie van de familie Diels een nieuwe dimensie toevoegt aan de Vlaamse collaboroman. Of slechts vijgen na Pasen serveert.
Vrijgevochten vrouwelijkheid
Je zou bij zoveel Lanoye-geweld trouwens vergeten dat er ook nog andere bekende namen in februari met nieuwe verhalen komen. Actrice Hilde Van Mieghem bijvoorbeeld. Jaren geleden beloofde ze al te debuteren met een roman. Nu is het dus eindelijk zover. De drie duifkes draait rond wel en wee van drie jonge vrouwen in de jaren 1920. Tantes van Cyriel Buysse revisited? Die lat is waarschijnlijk te hoog gelegd voor Van Mieghem. Maar dat zij een lans zal breken voor vrijgevochten vrouwelijkheid, staat vast.
Ook Kristien Hemmerechts koos voor een verhaal uit het leven gegrepen over een vrouwelijke hoofdrolspeelster. Hubertina belooft een reconstructie van het levensverhaal van een Limburgse mijnwerkersdochter begin vorige eeuw. Het hoeft dus niet altijd de Tweede Wereldoorlog te zijn die Vlaamse auteurs tegenwoordig inspireert blijkbaar.
Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.
Stefan Hertmans surft in zijn nieuwe roman ‘Dius’ handig mee op de huidige tijdsgeest waarin elk machismo wordt verketterd en het kwetsbare en feminiene het nieuwe normaal zijn.