Twee voor de prijs van een: Elena Ferrante
Een beeld uit het verfilmde L’amica geniale.
In wezen draaien de boeken van Elena Ferrante om een soort zoektocht, die losstaat van de omgeving, wat ten andere in veel klassieke boeken voorkomt: die naar de onvindbare rust van rusteloze zielen.
Behalve zijn klassiekers moet een mens ook zichzelf leren kennen. Lange tijd bleef ik koppig weg van de boeken van Elena Ferrante, de Italiaanse succesauteur die zo’n tien jaar geleden wereldwijde hoge ogen gooide met vier vervolgromans over twee Napolitaanse meisjes. Maar dat veranderde.
Klassiekers en instant succes zag ik eerst niet meteen samengaan want een klassieker word je, traag en gestaag, in de luwte van een lange geschiedenis, niet in het midden van de literaire actualiteit.
Vrienden in Napels
Het werk van Elena Ferrante is voorlopig het grootste succesverhaal van de 21ste-eeuwse literatuur. De boeken deden het wereldwijd goed: in 2020 waren er 15 miljoen van verkocht, in een van de 45 talen waarin de romans zijn vertaald.
Wie achter de auteursnaam schuilgaat, weten we nog altijd niet. Een oudere vrouw die in haar werk uit haar eigen leven put? Een man met een neus voor goed verkopende kwaliteitsfictie? Een klein team van literaire ondernemers dat beter dan wie weet wat de lezer vandaag wil?
Lange tijd was ik er zeker van dat de boeken van Ferrante niets voor mij waren. Iedereen leek ze gelezen te hebben, iedereen leek die boeken ook goed te vinden. Zeker toen ze verfilmd werden en ook bij ons op de televisie kwamen, was er geen ontsnappen meer aan. Ik bleef nochtans volharden.
Poll
Tot nu dus. Noem het een samenloop van omstandigheden. The New York Times publiceerde een paar weken geleden de resultaten van een opgemerkte poll waarin aan vooraanstaande mensen uit de boekenwereld was gevraagd welke titels uit het eerste kwart van de lopende eeuw het meeste recht op eeuwigheidswaarde hadden.
Die poll leverde een lijst met niet minder dan honderd leestips op van iedereen die iemand was in het Angelsaksische boekenvak. Schrijvers, recensenten en uitgevers tipten vooral Engelstalige boeken. Maar helemaal bovenaan prijkte My Brilliant Friend, het eerste deel van Ferrantes Napolitaanse tetralogie. In het Italiaanse origineel is L’amica geniale de titel van de hele cyclus.
The Ferrante Letters
Ik was net met vakantie in Italië toen ik de lijst van The New York Times zag, met meer leestijd dan gewoonlijk. Voor mijn vertrek had ik nog snel tweedehands de eerste volumes van de Napolitaanse reeks besteld. Ik had ook The Ferrante Letters meegenomen, een boek waarin vier jonge vrouwen – sterren in wording van de internationale literatuurwetenschap – hun fascinatie voor de boeken van Ferrante bespreken, in brieven aan elkaar.
Hun brieven maakten me nieuwsgierig naar de romans en naar de hoofdpersonages ervan, de jeugdvriendinnen Lila en Lena die we bij het begin van de cyclus leren kennen als zesjarigen. Over de vier romans heen – ze verschenen tussen 2011 en 2014 – volgen we de ontwikkeling van de twee protagonisten, van meisje tot vrouw.
Naarmate de tijd vordert beginnen hun levensverhalen uiteen te lopen, altijd opnieuw keren de romans terug naar wat Lila en Lena met elkaar delen.
Onbetrouwbaar
Lena is de verteller van de romans. Meer dan de televisieserie duidelijk kan maken, is ze een onbetrouwbare verteller. De romans zijn in de letterlijke zin van het woord producten van haar verbeelding. In de loop van de cyclus wordt ze namelijk schrijfster. Ze maakt naam met een boek dat uit het leven gegrepen lijkt, maar wat ze neerschrijft is veel meer het verhaal van haar vriendin dan haar eigen verhaal.
Lena put voor haar verhaal uit dagboeken die Lila haar in vertrouwen meegeeft, maar met het verbod ze ooit te openen. Dat ze dat verbod heel snel en zonder veel scrupules breekt, zegt iets over de bijzondere vriendschap tussen de twee.
Al snel wordt duidelijk dat die vriendschap even sterk drijft op gevoelens van competitie en jaloezie als op het verlangen naar wederzijds begrip en solidariteit. ‘Lila is slimmer en mooier dan ik.’ Lena herhaalt het voortdurend.
Naturalisme
Ferrante idealiseert de vriendschap tussen Lena en Lila allerminst: de auteur blijkt een adept van het naturalisme van Zola en het onsentimentele realisme van Flaubert. Lena blikt voortdurend terug, maar haar herinneringen vormen allerminst een oefening in nostalgie.
De jeugd van de twee meisjes wordt gekleurd door armoede en geweld, fysiek zowel als emotioneel. Momenten van geluk en genegenheid zijn zeldzaam. Maar we wisten van niet beter, schrijft Lena: het was ons leven.
Lena en Lila zijn geen twee handen op een buik. In veel opzichten zijn ze elkaars tegenpool (de ene impulsief, de andere bedacht), maar ze delen wel de sociale achtergrond waartegen de romans zich afspelen: een arme wijk in het naoorlogse Napels.
Die achtergrond bepaalt mee het verloop van het verhaal: Lena slaagt er door haar studies in te ontsnappen aan de verstikking van haar omgeving, terwijl Lila – nochtans de meest vrijgevochten van de twee – tegen alle verwachtingen in vast blijft zitten in de patronen die haar omgeving haar opleggen.
Slaag
De patronen in kwestie zijn het gevolg van verschillen in sociale klasse, maar ook van de strijd tussen de seksen. De vrouw is in het naoorlogse Napels eigendom van haar echtgenoot. Vrouwen verdienen slaag: het is een rode draad in de eerste twee delen van de vier.
Lila verzet zich expliciet tegen de verwachtingen van haar cultuur, maar ze wordt ook het slachtoffer van dat verzet. Ontsnappen aan haar omgeving kan ze niet. Ze trouwt jong, wil weg uit een liefdeloos huwelijk en gaat ten onder aan de verhouding met een minnaar.
Lena lukt het wel om weg te raken uit Napels. Ze gaat studeren, maakt naam en carrière. Maar ze voelt zich buiten Napels een vreemdeling, de verrader van haar achtergrond en van haar hartsvriendin. Enerzijds heeft Lena haar geniale vriendin nodig om ten volle zichzelf te kunnen zijn, anderzijds wil ze niet in dezelfde val trappen als zij.
Ferrantes forte
Wat iedereen zegt, blijkt voor een keer gewoon ook waar te zijn. Als je een keer begint te lezen is er geen stoppen meer aan. Zorg er dus voor dat je tijd hebt wanneer je de eerste van Ferrantes Napolitaanse boeken openslaat. De kans dat je ze wil neerleggen voor ze alle vier uit zijn, is immers klein.
Dat heeft minder te maken met de ontwikkeling van de verhalen op zich: de lezer wil niet zozeer weten hoe het verhaal verdergaat, maar wel hoe de personages zullen reageren op wat ze meemaken.
Ferrantes forte zit duidelijk in de karakteropbouw van haar personages. Niet alleen van de protagonisten trouwens, maar van hun hele omgeving. Over de verschillende boeken heen komen ze terug, mannen en vrouwen die tegelijk én zichzelf zijn én de types die hun cultuur van hen maakt. Het gevaar van stereotypering loert voortdurend om de hoek, maar de auteur ontwijkt het meesterlijk.
Literair toerisme
Wie vandaag naar Napels gaat, kan niet om een zoektocht heen naar de wijk waarin Ferrante de jeugd van Lena en Lila situeerde. De romans geven indicaties van de buurt, maar geen sluitend antwoord. Samen met de televisieserie gaven de boeken een boost aan het plaatselijke toerisme, niet alleen in Napels zelf, maar ook aan de stranden van het nabijgelegen eiland Ischia, waar een aantal cruciale scènes zich afspelen.
De essentie van Ferrantes Napolitaanse romans ligt evenwel niet daar. In wezen draaien deze boeken om een ander soort zoektocht, die losstaat van de omgeving, wat ten andere in veel klassieke boeken voorkomt: die naar de onvindbare rust van rusteloze zielen. In de vier romans van Ferrante krijg je ook wat die zielen betreft uitstekend waar voor je geld: twee voor de prijs van één.
Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.
De lotgevallen van Don Quichot lijken ‘wreed grappig’, maar kunnen evengoed een toonbeeld van zelfopoffering uit een verloren gegane wereld zijn.