Ultima-winnares Annelies Verbeke zet kortverhaal en vergeten schrijfsters op de kaart
foto ©
Annelies Verbeke won de Ultima 2022 voor de letteren. Opvallend is haar inzet voor vergeten collega schrijfsters.
Mooie geste om dit jaar Annelies Verbeke (46) de Ultima voor de letteren te gunnen. Ze debuteerde ooit als een komeet, ontpopte zich vervolgens tot koningin van het kortverhaal en valt de laatste jaren vooral op door haar onvermoeibare inzet voor collega-schrijfsters.
Slapeloos op de trein
Verbeke timmert als schrijfster al twintig jaar aan de weg en ontvangt op dinsdag 10 mei de Ultima 2021 voor literatuur uit handen van Jan Jambon, Vlaams minister-president en minister van Cultuur. Meer dan terecht dat Verbeke deze Vlaamse cultuurprijs, goed voor 10.000 euro, mee naar huis mag nemen. Slaap!, haar debuut uit 2003, was direct bij verschijnen een schot in de roos. Patricia de Martelaere schreef Nachtboek van een slapeloze maar Verbeke gaf het nachtjournaal van haar slapeloze protagoniste extra cachet via conversaties met gelijkgestemde slapeloze zielen. En ze deed dit op een lichtvoetige, natuurlijke manier die je alleen bij de grootsten leest. Vlaanderen had eindelijk een door een vrouw geschreven on-the-road roman.
Koningin van het kortverhaal
Dat ze voor haar eersteling al onmiddellijk de jaarlijkse Debuutprijs won die aan de vooravond van de Boekenbeurs werd uitgereikt, spreekt boekdelen over haar literair natuurtalent. Meer dan twintig buitenlandse vertalingen volgden en Vlaanderen was dus na Kristien Hemmerechts, Margot Vanderstraeten en Patricia de Martelaere eindelijk nog eens schrijfster rijker. Daarna schreef Verbeke gestaag verder en legde ze zich vooral toe op het kortverhaal in plaats van op de roman, ook al publiceerde ze met Reus (2006) en Vissen redden (2009) nog twee romans die echter niet het niveau van Slaap! haalden.
Verbeke trok blijkbaar haar conclusies en ging na het succes van Gras, haar eerste verhalenbundel uit 2007, het literaire kortverhaal cultiveren. Kortverhalen, in de Angelsaksische wereld een belangrijk literair genre, is bij ons niet erg populair en al zeker niet commercieel aantrekkelijk. Daarom was er de laatste jaren misschien minder reuring rond haar schrijfsels. Met Treinen en kamers uit 2021 bracht ze echter een ingenieus gecomponeerde verhalenbundel uit die toch wat aandacht genereerde. Ze liet zich daarbij telkens inspireren door een bekend verhaal uit de wereldliteratuur om daarrond haar eigen actuele vertelling te spinnen: van Gilgamesj en de Odyssee tot Don Quichote en Frankenstein.
Schrijfsters voor vol aanzien
Verbeke was ondertussen immers als kersvers lid van de Vlaamse literaire academie (KANTL) zelf vertrouwd geworden met de literatuurgeschiedenis in het algemeen en die van de Vlaamse letteren in het bijzonder. Het viel haar op dat ook in haar eigen academie nauwelijks of geen plaats was voor schrijvende vrouwen in de literaire canon. Het is sowieso al een schande dat in deze top 50 van de Nederlandstalige letteren slechts vier Vlaamse auteurs met werk van na 1940 zijn opgenomen. Het gaat dan om Hugo Claus, Louis Paul Boon, Ivo Michiels en Willem Elsschot. Laat staan dat er in de canon literatuur van Vlaamse schrijfsters aan bod zou komen. Ja, in de middeleeuwen was er de Brabantse mystica Hadewijch en in de zestiende eeuw prijkt de meer zuurs dan zoets-dichtende Anna Bijns in het literaire pantheon maar voor de rest armoe troef voor de Vlaamse zusters dus.
Verbeke schoot in het gareel en ging via het literaire platform Fixdit, samen met Nederlandse schrijfsters zoals Manon Uphoff, expliciet de trom roeren voor meer aandacht voor schrijfsters. Ze voegde onlangs de daad bij het woord door Een revolverschot, de beste roman van Virginie Loveling, te laten heruitgeven met een toelichting van haar hand. Ondertussen zijn er al een zestal podcasts op Fixdit die vergeten Nederlandstalige schrijvende vrouwen in herinnering brengen. Je hoeft inderdaad geen feminist te zijn om te beseffen dat vrouwen binnen onze letteren maar karig aan bod kwamen. Buiten Kristien Hemmerechts werden slechts weinige schrijfsters blijkbaar voor vol aangezien, zeker na hun dood.
Van Maria Rosseels tot Rita Demeester
Wie kent nog het oeuvre van Maria Rosseels bijvoorbeeld? In zekere zin effende zij met haar vrijgevochten romans het pad voor Hemmerechts en Verbeke. Ik was een christen is een voorstudie als het ware voor Elizabeth Finch van de grote Julian Barnes. Akkoord dat Barnes de betere schrijver is maar Rosseels’ existentalistische ideeënroman doet ook heel wat met het controversiële ingrijpen van de 4de-eeuwse Romeinse keizer Julianus de Afvallige (de Apostaat) die het christendom tevergeefs opnieuw probeerde in te ruilen voor het traditionele Romeinse veelgodendom.
Na Rosseels was er Loeki Zvonik, wiens Hoe heette de hoedenmaker? gelukkig ook onlangs weer boven water kwam. Het vaak versmade en onder anderen door Tom Lanoye verguisde therapeutische schrijven van Mireille Cottenjé is zeker een voetnoot waard. Om nog maar te zwijgen van coryfeeën als Patricia de Martelaere, de beste Nederlandstalige essayiste tout court, en Rita Demeester, die nog voor Verbeke het genre van het kortverhaal in de Vlaamse letteren salonfähig maakte.
Literair handwerk doorgeven
Naast haar engagement voor de vrouwelijke letteren, geeft Verbeke haar literair handwerk via schrijfcursussen nu ook door aan de volgende generaties. Ze ging dit academiejaar als lesgeefster creatief schrijven aan de slag bij de KU Leuven. In samenwerking met de faculteit informatica zette ze daarbij een origineel project op: hoeveel artificiële intelligentie (AI) kan de literatuur gebruiken? Kan een roman door AI worden geschreven? Ze nam zelf de proef op de som en voedde de digitale algoritmes met haar eigen teksten om te achterhalen of een dergelijk geïnspireerd AI-systeem een tekst à la Verbeke zou kunnen maken. Niet helemaal. Oef!
Toegegeven, dergelijke digitale spelletjes staan nog niet direct garant voor literaire kwaliteit. Maar het siert Verbeke dus dat ze de grenzen van de literatuur wil aftasten en dat ze daarbij enkele blinde vlekken – zoals de over het hoofd geziene vrouwelijke auteurs – een plaats geeft naast haar eigen schrijverij. Het gevaar is wel dat haar engagement het eigen werk gaat overschaduwen. Benieuwd of Verbeke de komende jaren er ook in zal slagen om als eigenzinnige literaire auteur van kortverhalen haar ding te blijven doen.
Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.
Stefan Hertmans surft in zijn nieuwe roman ‘Dius’ handig mee op de huidige tijdsgeest waarin elk machismo wordt verketterd en het kwetsbare en feminiene het nieuwe normaal zijn.