Van allesoverheersende artificiële intelligentie tot de zondvloed: de Lage Landen in 2050
foto © De Lage Landen
Veertien bekende auteurs buigen zich over de staat van de Lage Landen anno 2050 nu het Nederlandse koningspaar volgende week op bezoek komt.
Van allesoverheersende artificiële intelligentie tot de zondvloed: de staat van de Lage Landen in 2050.
Volgende week dinsdag 20 juni rolt België de rode loper uit voor het driedaagse bezoek van het Nederlandse vorstenpaar aan ons land. Als cadeau krijgen koning Willem-Alexander en zijn Máxima van stichting Ons Erfdeel een toekomstscenario overhandigd: De Lage Landen in het jaar 2050. Een verleden met toekomst. Veertien bekende auteurs – van Arnon Grunberg en Paul Verhaeghe tot Geert Buelens en Alicja Gescinska – laten er hun licht laten schijnen over Nederland en België in 2050.
Het water komt
‘In 2050 zullen Nederlanders en Belgen elkaar ongetwijfeld de hand reiken, als het water komt. Tot die tijd kunnen de ontwerpers van toekomstscenario’s de nationale grenzen alvast iets meer fluïde maken.’ Cultuurhistorica Lotte Jensen zit de zondvloed in Nederland en Vlaanderen uit 1953 nog vers in het geheugen, en waarschuwt voor een herhaling van deze vloedgolf als het klimaat verder opwarmt en de zeespiegel gevoelig stijgt.
Geert Buelens die onlangs met Wat we toen al wisten. De vergeten groene geschiedenis van 1972 de Boon Literatuurprijs binnenhaalde, maakt van de klimaatzaak ook de meest urgente kwestie voor Nederland en Vlaanderen in de komende decennia: ‘Het is een soort corona 5.0: een kwestie die nog decennialang bovenaan ieders agenda hoort te staan. Als geen ander zal ze het welzijn en de welvaart bepalen, en eigenlijk doet ze dat nu al volop.’
Levensgevaarlijke opponent
De opkomst van artificiële intelligentie (AI) blijkt ook een heet hangijzer te worden, als het dat nu al niet is. Arnon Grunberg geraakt er zowaar in een apocalyptische stemming van: ‘AI zal een vriend en een tegenstander van de mens blijken, een onmisbare hulp en een levensgevaarlijke en misschien ook wel sterkere opponent. Wat dat betreft lijkt hij op de buurman.’
Thomas Heerma van Voss heeft ook een hard hoofd in de dreiging die van AI voor de ambachtelijke schrijver uitgaat: ‘Alles wat botst uitspugen, hoe behendig en snel ook gefabriceerd, komt uiteindelijk voort uit wat mensen al hebben gemaakt. Creativiteit, verbeelding, representatie, inleving en identificatie komen hierdoor steeds verder onder druk te staan.’
Frisse volksaard
Filosofe Alicja Gescinska is nog de meest nuchtere van allemaal en omarmt het belang van AI voor onze kenniseconomie: ‘Nederland en België hebben een reputatie hoog te houden als kenniseconomie. Kennis is macht, en kennis van AI-technologieën en -toepassingen wordt een supermacht die almaar zwaarder weegt op het wereldtoneel.’
Maar gelukkig is niet alles in 2050 kommer en kwel in de Lage Landen bij de zee. Taalkundige Marten van der Meulen ziet in de instroom van nieuwe Nederlanders en Belgen vooral een win-win voor het Nederlands: ‘Het naast elkaar bestaan van meerdere talen, net als de diversiteit van verschillende inwoners, ondermijnt de volksaard niet, maar houdt die juist fris.’
Politici passé
Journaliste Hind Fraihi denkt dat de Nederlanders en Vlamingen in 2050 zich vrolijk zullen maken over onze zogenaamde polariserende en populistische discussies en woke-ergernissen van vandaag: ‘Onze (klein)kinderen zullen terugblikken op dagen toen debatten over cultuurstrijd, woke, taalconflicten en religieuze vraagstukken het nieuws domineerden. Je hoort de jongelui nu al denken. Wat zijn die bangerds bang. Wat zijn die opiniemakers druktemakers. Wat zijn die politici passé.’
En natuurlijk doen de beide premier-inleiders – of hun tekstschrijvers – ook hun obligaat positieve duit in het zakje. Alexander De Croo breekt een lans voor de Nederlands-Belgische samenwerking in een wereld die meer en meer valt voor sterke leiders: ‘In een wereld die soms de neiging heeft “het systeem” of “de sterke leider” centraal te plaatsen, vormt onze Lage Landen-cultuur een noodzakelijk tegengewicht. Misschien is dat wel onze bestemming voor 2050.’
Investeren in baby’s
De Nederlandse minister-president Mark Rutte ziet heel concreet het meeste heil in Nederlands-Belgische samenwerking op het gebied van de kenniseconomie: ‘Nederland en België zullen in 2050 nog steeds koplopers zijn qua innovatie en wetenschappelijke vernieuwing dankzij de intensieve samenwerking tussen universiteiten, overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven.’
Opvallend is de bijdrage van psycholoog Paul Verhaeghe die oproept om nu al volop te investeren in de geestelijke gezondheid van onze jongeren van morgen: ‘Willen we in 2050 gezonde jongvolwassenen, dan moeten we voor de baby’s van vandaag een rustige, veilige en voorspelbare omgeving creëren.’
Mondige burgers
Het futurologisch geschenkboek sluit af met vijf bijdragen van historici die zich afvragen of de tegenstelling tussen het calvinistische Nederland en het bourgondische België vandaag nog stand houdt. Er wordt eveneens ingezoomd op de korte periode dat Nederland en België tussen 1815 en 1830 één Verenigd Koninkrijk waren.
Nederland en België hebben sinds de middeleeuwen altijd al veel gemeenschappelijk gehad. Ze waren beide steeds geprangd tussen hun staatkundig heel wat machtigere buren. Al vroeg kwamen er mondige burgers in kapitaalkrachtige steden voor hun rechten op. Ook het waterrijke landschap in Noord en Zuid zorgde daarbij voor analoge ontwikkelingen. Kortom, geen gebrek aan prikkelende gespreksstof voor de gekroonde hoofden straks bij het staatsbanket. Voor de gewone burger is het boek al vanaf donderdag 15 juni te koop.
Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.
Stefan Hertmans surft in zijn nieuwe roman ‘Dius’ handig mee op de huidige tijdsgeest waarin elk machismo wordt verketterd en het kwetsbare en feminiene het nieuwe normaal zijn.