JavaScript is required for this website to work.

Van Multatuli tot Bart Van Loo: hoe wereldberoemd zijn onze schrijvers?

Frank Hellemans25/11/2020Leestijd 4 minuten
De Nederlandstalige romanauteurs nemen op wereldschaal slechts een bescheiden
plaats in. Maar de strips, kinder- en non-fictieliteratuur daarentegen scoren
best goed.

De Nederlandstalige romanauteurs nemen op wereldschaal slechts een bescheiden plaats in. Maar de strips, kinder- en non-fictieliteratuur daarentegen scoren best goed.

foto © Bas Vinckx

Nederlandstalige romanauteurs nemen internationaal slechts een bescheiden plaats in. Maar strips, kinder- en non-fictieliteratuur scoren best goed.

Het geluk van Stefan Hertmans op Facebook kon niet op. Zijn War and turpentine, de Engelse vertaling van zijn onvolprezen WO I-familieroman Oorlog en terpentijn, werd door de prestigieuze New York Times bij de ‘The Ten Best Books Through Time’ naar voor geschoven. Het ideale geschenkboek, kortom, om aan buitenlandse vrienden straks cadeau te doen.

23 miljoen Nederlandstaligen

Zoveel Nederlandstalige boeken bezitten die internationale status immers niet. En dit hoeft eigenlijk niet te verwonderen als je weet dat het Nederlands met zijn 23 miljoen moedertaalgebruikers pas de veertig meest gebruikte taal der wereld is. Het Chinees met zijn meer dan 1 miljard native speakers spant de kroon. Het Engels (350 miljoen), het Spaans (250 miljoen), het Hindi (200 miljoen) en het Arabisch (150 miljoen) zijn de andere groottalen.

En toch is het Nederlands binnen de Europese Unie een belangrijke taal. Het komt er met zijn 23 miljoen op de achtste plaats. Het telt meer gebruikers dan alle Scandinavische talen samen. Dat de Noren, Denen en Zweden met hun thrillers overal aanwezig zijn, heeft veel te maken met de succesvolle tv-verfilmingen ervan. De televisuele spin-off van de Nederlandstalige literatuur staat pas in de kinderschoenen. Om maar te zeggen dat de Vlaamse en Nederlandse romanauteurs in Europees en wereldperspectief een bescheiden plaats innemen.

Eigenlijk is de Nederlandstalige literatuur van nature moeilijk vertaalbaar. Ze is immers sinds jaar en dag mondeling van inslag. In de middeleeuwen was Vlaanderen het epicentrum van de literaire activiteit in de Lage Landen met zijn orale literatuur. Die werd bij wijze van geheugensteuntje achteraf in de lokale variant neergeschreven. Verhalen vertellen gebeurde mondeling in (goed) gezelschap. Het bekendste Vlaamse middeleeuwse verhaal, Van den vos Reinaerde, is daarvan het beste voorbeeld. En misschien wel het bekendste Nederlandstalige verhaal in de wereldliteratuur.

Vertellen in geuren en kleuren

Dit satirische rechtbankspel — dat een schalkse omkering was van de maatschappelijke machtsverhoudingen, met de vos Reinaert als schelm die stokken in de wielen stak van het establishment — maakte eeuwenlang school in heel Europa. Van de Roman de Renart in het Franstalige cultuurgebied tot Reineke Fuchs van Goethe in het Duitse. Goethe, die zich nota bene al in 1827 tijdens gesprekken met Eckermann liet ontvallen dat de toekomst aan de wereldliteratuur was, en niet langer aan de nationale literaturen. En Goethe, die alle mogelijke literaire invloeden als een spons opzoog en in eigen werk injecteerde, kon het weten. Hij vertaalde immers niet alleen ‘onze’ Reinaert in het Duits, maar zette zich ook als 70-jarige aan het vertalen van Arabische en Perzische poëzie met zijn West-Östlicher Divan.

Volks vertellen in geuren en kleuren met een schalkse inslag werd met andere woorden het waarmerk van de Vlaamse mondelinge vertelkunst. Ook Tijl Uilenspiegel  van de Franstalige Belg Charles De Coster is eerst en vooral een schelmenverhaal. Het speelt leentjebuur bij de pittoreske vertellingen, zoals die in kroegen en andere openbare plaatsen, te horen zijn.

200 jaar Multatuli

Mondelinge vertelkunst in het Nederlands voerde dus eeuwenlang de boventoon. In haar meest tot de verbeelding sprekende verhalen trok ze ook in het Europese buitenland de aandacht. Pas in de negentiende eeuw ontstaat er zoiets als een Nederlandstalige schriftroman die van in het begin bedoeld is om in stille afzondering te lezen. Max Havelaar, de aanklacht van de 200 jaar geleden geboren Multatuli tegen de koloniale praktijken van de Nederlandse bezetter in Indonesië, is de eerste grote roman die ook buiten onze landsgrenzen voor enige opschudding zorgde.

Toen het Duitse weekblad Die Zeit twintig jaar terug — vlak voor de millenniumwisseling — op zoek ging naar de honderd meest beklijvende Europese romans was Eduard Douwes Dekkers aanklacht tegen de behandeling van de Javaan de enige Nederlandstalige roman die in dat Europees pantheon werd opgenomen. Max Havelaar werd beschouwd  als de Europese evenknie van De hut van oom Tom van de Amerikaanse schrijfster Harriet Beecher Stowe.

De schriftroman in de Nederlandse en zeker Vlaamse letteren is dus een eerder pril genre. En dan vaak nog — zeker in de Vlaamse versie — erg schatplichtig aan die rijke mondelinge traditie van ‘straffe’, sterke verhalen. Nee, wie in het buitenland op zoek gaat naar sporen van Nederlandstalige literaire activiteiten komt dus veeleer terecht in de buitenliteraire vertellingen  van stripauteurs, kinder- en jeugdschrijvers of non-fictieschrijvers die een universele (teken)taal hanteren die wel door iedereen kan worden verstaan.

Van ‘Susu en Weiwei’ tot ‘Jippus et Jannica’

De meest succesvolle Vlaamse strip in het buitenland is Suske en Wiske. Die zorgt tot in China voor weerklank als Susu en Weiwei. Ook de Nederlandstalige kinderliteratuur is een prima exportproduct. Nijntje van Dick Bruna loopt het meeste in de kijker als het over Nederlandstalige literatuur met een globaal appeal gaat. Dat geldt ook voor Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt. Jippus et Jannica verscheen zelfs in het Latijn.

Ook op het vlak van literaire non-fictie mag de Nederlandstalige literatuur gezien worden. Van Het achterhuis van Anne Frank tot De Bourgondiërs van Bart Van Loo en Congo van David Van Reybrouck. En straks meer dan waarschijnlijk ook diens Revolusi, de geschiedenis van Nederlands ex-kolonie Indonesië.

Navolging van Christus

Nederlandstalige boeken over (religieuze) zingeving zijn eveneens vaak in het buitenland gekend. Vooral dan de klassiekers uit het mystieke genre, zoals De navolging van Christus van Thomas a Kempis. Nee, Thomas, was geen Kempenzoon, maar afkomstig uit het Duitse Kempen en later kloosterbroeder in Deventer en Zwolle. Zijn Imitatio Christi — met advies hoe je als christen innerlijke troost vindt én het goede leven — zou na De Bijbel en de Koran het meest gedrukte boek ter wereld zijn!

Ook de wijsheidsliteratuur van humanisten als Erasmus (Lof der zotheid) en Thomas Morus (Utopia), die in hun Latijnse oorspronkelijke versies in Vlaanderen werden gedrukt en hier voor het eerst gepubliceerd, is wereldberoemd. Op dat gebied hebben bepaalde Nederlandstalige spirituele auteurs en hun werken de status van gelijkaardige buitenlandse klassiekers, zoals de Chinese I Tsjing-spreuken of de uitspraken van Confucius.

Opstapje

Wie dus ooit in buitenlands gezelschap gevraagd wordt naar de belangrijkste Nederlandstalige literatuur uit onze geschiedenis is gewaarschuwd. Spirituele boeken of strips vormen een prima opstapje om daarna uit te pakken met het minder bekende, maar des te interessantere literaire werk. Susu en Weiwei of Jippus et Jannica kunnen de smaakmakers zijn om buitenlandse lezers vervolgens opmerkzaam te maken op Les Téméraires van Bart Van Loo, The discomfort of evening (De avond is ongemak) van Marieke Lucas Rijneveld of War and turpentine van Stefan Hertmans.

Frank Hellemans doceerde journalistiek aan de Thomas More hogeschool in Mechelen. Hij is literatuurcriticus en auteur van onder andere ‘Mediatisering en literatuur’ en ‘Echte mediaprimeurs. Een communicatiegeschiedenis’. Levenslang supporter van Malinwa én Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties