JavaScript is required for this website to work.
Europa

Brief aan Jan Cornillie (sp.a): deel 1

De uitputting van de sociaaldemocratie: open grenzen en een verzorgingsstaat gaan niet samen!

Sid Lukkassen23/6/2019Leestijd 6 minuten

foto © Håkan Stigson (Pixabay)

Sid Lukkassen neemt de pen op tegen Jan Cornillie en bekritiseert diens visie op een Europees buitenlandbeleid. De analyse van de sociaaldemocratie loopt dood!

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Beste Jan,
Allereerst wil ik u hartelijk danken dat u meedoet aan deze briefwisseling: zo draagt u bij aan een inhoudelijke uitwisseling van gedachten tussen ‘rechts’ en ‘links’ in een tijd waar ons maatschappelijke debat ten onder dreigt te gaan aan polarisering. Hopelijk kan de intellectuele waarde van onze briefwisseling weer nieuwe donateurs over de streep trekken om bij te dragen aan dit crowdfundingproject.

Dat gezegd hebbende koester ik bewondering voor uw boek Zonder Links geen Toekomst voor Europa, naar een Europese Unie van welvaartsstaten, uitgegeven in december 2016 door de sp.a. Het werd aangehaald in mijn boek Kerkgangers en Zuilenbouwers, dat december 2018 verscheen en begin 2019 is gepresenteerd in Gent:

‘Ons land en onze beschaving hebben het recht om iedereen te weren die onze openheid en verworvenheden bedreigt. Met de potentiële terroristen in de migratiestroom zit het als volgt. Stel ik schotel u een bak smarties voor. Maar pas op, zeg ik erbij – er zitten er een paar tussen die dodelijk zijn. Zou u dan nog een handvol smarties nemen? Daarom vinden wij dat de migratie vanuit andere landen en culturen mag worden beperkt en dat aan migranten eisen mogen worden gesteld. Dit is om zeker te stellen dat de integratie naar deze waarden goed verloopt en ondermijnende factoren niet worden toegelaten. De mainstream media zullen dit wel weer framen als ‘extreemrechts’. Maar intussen heeft zelfs de linkse denker Jan Cornillie dit omhelsd.’ (Uit: Kerkgangers en Zuilenbouwers, blz. 78)

Vluchtelingen leveren geen ‘winst’ op!

Dit verwijst naar blz. 88 t/m 92 van uw boek: daar suggereert u terecht dat een opengrenzenbeleid de bereidheid verkleint van de bevolking om belastingen af te dragen voor een verzorgingsstaat. U legt helder uit dat het opnemen van oorlogsvluchtelingen geen ‘winst’ oplevert en het daarom beter is qua beleid om migranten in de lokale regio op te vangen. U stelt een scherp onderscheid voor tussen het vluchtelingen- en migratiekanaal en rekent af met het ‘zogezegde linkse beleid van verblijf voor iedereen en integratie-eisen voor niemand’.

Dat klinkt allemaal als realistisch: toch zie ik relevante zwaktes in uw analyse die ik hier graag aankaart en onder de loep neem. Het is uw doel om een socialistische beleid op te bouwen via de EU, die nieuwe verzorgingsstaten moet scheppen. Gelet op de titel van uw boek is het weinig verrassend dat u dit ziet als de gewezen weg om de Europese grensstreken veiliger te maken.

U schrijft dat het aantal moorden per 100.000 inwoners toeneemt naarmate men verder van Europa is verwijderd – daarna voert u dit op als motief dat begrijpelijk zou maken waarom migranten naar hier komen (blz. 92). De waarheid is eerder andersom: deze moorden en de onveiligheid zijn deel van de cultuur die heerst buiten Europa en deze migranten dragen deze cultuur in hun vorming met zich mee. U trekt niet de eerlijke conclusie dat de onveiligheid zich in Europa zal voortzetten als deze mensen worden toegelaten, wat de diverse bedreigingen en vechtpartijen in asielzoekerscentra uitwijzen. Omdat u zich onvoldoende rekenschap geeft van deze culturele verschillen, zijn uw oplossingen ontoereikend.

Vrijheidsliefde en zelfbeschikking: dat is de Europese cultuur

Een visie die zowel humanistisch is als realistisch en tegelijk in staat is onze soevereiniteit te waarborgen, kan mijns inziens niet anders dan de waarde van onze identiteit te onderstrepen evenals de rol van de lidstaten. Ik deel de zorgen over een gebrek aan sociale cohesie die uw boek óók uitspreekt: het bouwen aan een positief Europees burgerschap vereist een herbronning op de historische én filosofische tradities van vrijheidsliefde, burgerlijke autonomie en bestuurlijke zelfbeschikking.

Dit betekent in de praktijk dat Europa is gebouwd op bottom-up processen zoals uitdrukking krijgt in de Blijde Inkomsten, het Plakkaat van Verlatinghe, de Magna Carta en de Bill of Rights – steeds werden vrijheden van onderop opgeëist. Oftewel ik wil géén bureaucratisch centralisme: leg niet te veel regeltjes op en geef mensen de vrijheid om zelf te beslissen. Gun hen de ruimte om zelf aan de slag te gaan. Vrijheidsliefde, creativiteit en zelfbeschikking kenmerken immers het Europese cultuurkarakter.

Identiteit boven ideologie

Identiteit primeert op ideologie – zelfs op de socialistische ideologie. Wie die realiteit niet erkent, wie het misprijzen van de Europese Unie tegenover de nationale identiteiten, culturen en democratieën niet snel achterwege laat, zal enkel voeding geven aan de terechte eis van Europeanen om de Europese samenwerking in een andere vorm te gieten.

Toch kunnen we uw pleidooi niet helemaal afschrijven: het is relevant om een andere reden. U benoemt dat de EU heeft geprobeerd om de buurregio’s te charmeren met ‘een mix van democratie, rechtstaat en economische integratie die het leven ook daar beter maakt’ (blz. 94). Dit is de bekende aanpak van de moralistische dominee die de wereld wil redden. Vervolgens geeft u toe dat volgens de EU Global Strategy van 2016 het nabuurschapbeleid is ‘mislukt – buurlanden vervallen in autocratie, mensenrechtenschendingen, chaos of burgeroorlog’ (blz. 94).

Dit nabuurschapbeleid was vanaf de start gedoemd te mislukken omdat deze culturen geen tradities kennen van vrijheden die vanaf onderop verworven zijn door een politiek betrokken middenstand: het Europese burgerlijk-politieke DNA, precies zoals ik dat hierboven omschreef. Waar dit DNA ontbreekt kan stabiliteit slechts met daadkrachtige realpolitik worden afgedwongen.

Afwimpelen op de Visegrádgroep

In uw boek poogt u de aandacht van het mislukte nabuurschapbeleid te verplaatsen naar landen als Polen en Hongarije. U stelt dat de EU haar liberale overtuigingen laat wankelen onder invloed van de Visegrádgroep. Maar in plaats van te erkennen dat deze landen terecht pogen af te weren wat wij in West-Europa zien gebeuren (neem nu de terreuraanslagen en de beruchte nieuwjaarsnacht in Keulen), stelt u dat het verspreiden van liberale waarden en een pro-actief interventionistisch vredesbeleid goed samenvallen.

Zelf merkt u al op dat u ‘links’ wellicht niet meekrijgt in die laatste benadering – omdat ‘elke maatregel om de toegenomen onveiligheid te counteren voor links geldt als aanslag op onze waarden’ (blz. 95). Daarbij lijkt het hybride model dat u voorstelt al te sterk op het beleid van social engineering waarvan we nu juist constateerden dat het niet heeft gewerkt.

Autoritarisme

Kortom: onder druk van de instabiele geopolitieke situatie worden Europese landen meer autoritair, maar zou het wel in de macht van de EU liggen om niet-Europese autoritaire landen te hervormen? Uw boek betoogt daadwerkelijk dat dit kan en wel door de landen rondom Europa in welvaartsstaten te veranderen. Alsof die typisch Rijnlandse aanpak (zoals wij dit in Nederland noemen) daar wél tot het politiek-maatschappelijke weefsel behoort…

U lijkt er zelf nauwelijks in te geloven want u acht bijvoorbeeld Turkije ’te autoritair’ en ’te islamitisch’ om vatbaar voor deze ‘oplossing’ te zijn. Daarover bent u dan wel realistisch: ‘Turkije zal tegen het eind van de 21ste eeuw een even grote bevolking hebben als Frankrijk en Duitsland samen en zal eigen veiligheidsproblemen hebben die niet de Europese zijn’ (blz. 96). Hierom stelt u dat de EU een ‘nieuw veiligheidsbeleid en een nieuwe relatie moet uitdenken’.

Sociaaldemocratie is uitgeput

Uw boek zie ik als deel van een breder thema: namelijk een poging om de sociaaldemocratische benadering te revitaliseren – in uw werk is het vooral de globalisering en de open grenzen die daartoe aansporen. Zelf vermoed ik dat de sociaaldemocratie (definitief) is uitgeput.

Dit is ten eerste vanwege de ‘demografische stoelendans’: de vergrijzing hakt er simpelweg te hard in. Velen van mijn generatie (ik ben geboren in 1987) zullen nooit pensioen ontvangen en hebben daarom ook weinig zin om voor anderen te betalen. Er zijn te weinig jongeren om voor alle ouderen te werken. In Nederland betekent de ‘decentralisering’ dat wij moeten gaan mantelzorgen voor kwetsbaren in onze vrije tijd: hierdoor blijven er minder uren over voor (belastbare) arbeid, wat het moeilijker maakt om de schulden af te lossen die de vorige generatie heeft opgebouwd.

Migratie biedt geen oplossing…

Migratie kan dit probleem niet verhelpen. Ten eerste doordat dit het probleem enkel opschuift naar een volgende generatie; ten tweede doordat migranten een beroep doen op voorzieningen, op ‘potjes’ waaraan zijn nooit hebben bijgedragen omdat zij pas net in het land zijn. Tot slot bestaat er bij een deel van de moslims een taboe op lijfelijk contact met ongelovigen, wat zorgwerk bemoeilijkt. De oplossing komt wellicht vanuit Japan, waar men ook kampt met vergrijzing maar migratie resoluut verwerpt als oplossing: de technologie die daar ontstaat kan ook Europa verder helpen.

Hier komen nog aanvullende problemen rond cultuurverandering bovenop. Udo Kelderman was gemeenteraadslid in Arnhem (VVD). Hij trok de wijken in om mensen te ontmoeten en stuitte zo op de leegloop van een buurthuis. Hele verdiepingen waren overgenomen door gesluierde vrouwen: andere groepen haakten af, de sfeer in de buurt veranderde en de solidariteit verdween.

De solidariteit neemt af

Ook mensen met lagere inkomens die merken dat hun kinderen in zwembaden, in bussen of in andere publieke voorzieningen worden lastiggevallen, zullen hun bereidheid verliezen om te betalen voor die collectieve voorzieningen. Zeker ook als zij zien dat andere groepen onevenredig veel gebruik maken van uitkeringen. Ondertussen stond de migrantenpartij DENK in stad als Schiedam onder jongeren al op 20,77 procent van de stemmen.

Sowieso, wie is nog die ‘arbeider’ die links wil verheffen – in een tijd dat arbeiders hun huizen verhuren via Airbnb en rondrijden als ‘ondernemers’ voor Uber? Wie arbeiders hoort praten over Bitcoin en andere cryptovaluta, voelt aan dat er een heel ander tijdsgewricht komende is: ook de arbeider neemt zijn toevlucht tot individuele lotsverbetering en wantrouwt collectieve structuren.

Bastiat, Mises, Friedman en Hayek bewijzen dat immigratie onverenigbaar is met een welvaartstaat. Dit klopt alleen al omdat iedere solidariteit een mate van exclusie vereist – iets dat zelfs de linkse journalist Joris Luyendijk benadrukt in zijn voorwoord in het boek Panama Papers (2017).

Tot besluit

Streep alles tegen elkaar weg – dan blijven er slechts twee consistente opties over. Óf Geert Wilders: een afgeschermde natiestaat met voorzieningen die solidair worden gedragen door een cultureel homogene groep. Óf de Verenigde Staten in de 19de eeuw, waar ieder zichzelf op eigen kracht omhoog moet werken – je moet een bijdrage leveren omdat je anders ten onder gaat. Hiermee wil ik deze opties niet moreel verdedigen, maar ze zijn in ieder geval coherent en consequent.

Hiermee hoop ik een begin te hebben gemaakt van onze gedachtewisseling  – de informatie die dit oplevert is hopelijk vruchtbaar voor het publieke debat en daarom roep ik iedereen op om deze crowdfunding te steunen! Ik koester elke bijdrage in dankbaarheid en warme waardering.

Sid Lukkassen (1987) studeerde geschiedenis en filosofie. Hij is onafhankelijk denker, vrijwillig bestuurslid van de Vlaamse Club Brussel en inspirator van De Nieuwe Zuil. Hij schreef onder andere 'Avondland en identiteit' en 'Levenslust en Doodsdrift'. Hij promoveerde op 'De Democratie en haar Media'.

Commentaren en reacties