JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Brussel financiert onrechtstreeks Marokkaans spionagenetwerk

Marokkaanse geheime dienst in België veel invloedrijker dan gedacht

Koen Metsu29/1/2021Leestijd 4 minuten
De Grote Moskee in Brussel

De Grote Moskee in Brussel

foto © T4h1bh7d (CC BY-SA 4.0)

De Marokkaanse geheime diensten zijn actief in België en zijn via de Moslimexecutieve geïnfiltreerd in de Grote Moskee in Brussel.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Ondervoorzitter Moslimexecutieve stapt op na beschuldigingen van spionage’ kopten de kranten woensdag. Ik kan niet zeggen dat ik verbaasd ben. Integendeel. Maar verontrust ben ik des te meer. Het wordt tijd om fundamentele vragen te stellen bij het wijdvertakte netwerk dat de buitenlandse mogendheden uitoefenen in ons land. Meer bepaald de Marokkaanse en Turkse geheime diensten.

Beginnersfouten of structurele blindheid?

Al sinds de parlementaire onderzoekscommissie van de aanslagen van 22 maart is bekend welke centrale rol de Grote Moskee van Brussel speelt in het radicaliseren van de lokale moslims. Toenmalig justitieminister Koen Geens kwam met het lumineuze idee om die moskee in handen te geven van de Moslimexecutieve (ook het ‘Executief van de Moslims van België, EMB’ — nvdr), zogezegd om radicale stromingen tegen te gaan. Toch werd niet veel later bekend dat er nog steeds gewoon ‘geïmporteerde’ imams predikten die onze taal amper spreken en die betaald werden door Saudi-Arabië.

‘Een beginnersfout,’ was Geens’ reactie. Nu blijkt echter dat de Marokkaanse geheime dienst vandaag de dag via de Moslimexecutieve in de Grote Moskee geïnfiltreerd is. We kunnen dus niet langer van beginnersfouten spreken, maar eerder van structurele blindheid.

Nochtans, iedereen die bekend is met de Moslimexecutieve weet dat daar al lang problemen zijn. Dat geeft de instelling nu ook zelf toe. In een eigen rapport meldt ze dat sommige leden hun lidmaatschap hebben gebruikt voor extremistische doeleinden. Ze zouden voorts hebben samengespannen om de werking van de executieve te verlammen. Vier Brusselse en een handvol Vlaamse afgevaardigden zouden daarbij de moslimgemeenschap opgestookt hebben om zich tegen het EMB te keren. ‘Jarenlang hebben ze geprobeerd om het EMB te verlammen en zijn leden weg te leiden van een geïnstitutionaliseerde islam.’ Het rapport vermeldt verder hoe in 2019 — dezelfde periode waarin de Saoedi’s uit de Grote Moskee van Brussel werden verdreven — er plots heel wat ‘bewegingen’ werden vastgesteld die de Moslimexecutieve wilden overnemen.

De achterdeur blijft openstaan

We zijn nu een jaar verder. En we merken dat we de Saoedi’s dan wel langs de grote deur naar buiten hebben gewerkt, maar dat tegelijk hun positie door andere landen vervangen is. Eerder al signaleerden Nadia Sminate en ikzelf allerlei onkoosjere buitenlandse invloeden in de Moslimexecutieve. Vooral dan in de door hen opgerichte vzw AFOR. Die vzw had als taak het islamitische luik van de Belgische imamopleiding te verzorgen. Een opleiding die er net kwam om — in de woorden van Koen Geens — ‘elke buitenlandse invloed terug te dringen’.

Is het dan niet cynisch dat niet alleen de ondervoorzitter de directeur van de Belgische afdeling van het Turkse Diyanet is, maar dat nu ook de directeur een Marokkaanse spion blijkt te zijn? Om over de invloed van Milli Görüş nog maar te zwijgen. Al decennialang zijn landen als Turkije en Marokko bezig hun mensen in allerlei strategische netwerken te plaatsen. Het is duidelijk niet in Brussel, maar in Ankara en Rabat dat bepaald wordt wat imams in dit land al dan niet zullen prediken en leren.

Dat deze kwestie nu bovenkomt is misschien een goede gelegenheid om eens fundamenteel na te denken over de rol die Marokko in dit land speelt. Al sinds de jaren 70 is de Marokkaanse geheime dienst hier actief. Aanvankelijk hield die vooral Marokkaanse emigranten in de gaten.  Ze waren immers bezorgd dat zij rare ideeën over democratie en mensenrechten zouden oppikken. Of — God verhoede — over een administratie zonder corruptie. De in die jaren opgerichte informele netwerken sluisden decennialang informatie door over elke Marokkaan die hier wat ‘te onafhankelijk’ ging denken. Bij een bezoek aan het thuisland werd dan niet zelden de rekening gepresenteerd.

Gedoogbeleid

Al die tijd was (en is) onze eigen Staatsveiligheid op de hoogte van de aanwezigheid van Marokkaanse spionnen in ons land. Sommigen werken als diplomaten in de Marokkaanse ambassade. Anderen zijn gerekruteerd uit de aanwezige diaspora. Dat wordt oogluikend toegestaan. Ons land heeft immers goede diplomatieke banden met Marokko.

Pas na 9/11, na de zelfmoordaanslagen in New York en Madrid begonnen er vragen te rijzen over de rol van de Marokkaanse staatsveiligheid in België. Had die wel alle nodige informatie aan ons doorgespeeld? Is het wel goed dat we zo afhankelijk zijn van hen?

Het is een publiek geheim dat de Marokkaanse geheime dienst vaak beter op de hoogte is van het reilen en zeilen in Borgerhout of Molenbeek dan onze eigen — chronisch onderbemande — Staatsveiligheid. Zonder de Marokkaanse DGED (Direction générale des études et de la documentation) hadden we bijvoorbeeld nooit Abdelhamid Abaaoud (de Syriëstrijder verantwoordelijk voor de aanslagen in Parijs, 15 november 2015) kunnen traceren.

Maar die informatie komt met een prijs. Al langer is duidelijk dat de invloed die Marokko in dit land heeft veel groter is dan gedacht. Zo kon de Marokkaanse geheime dienst betogingen aan de Algerijnse ambassade organiseren, valse geruchten verspreiden, Marokkanen in België chanteren, hen intimideren, bedreigen, en achtervolgen. De agressieve methodes van de DGED-agenten zijn ook bekend in onze buurlanden, zoals Nederland, Frankrijk, Spanje en Denemarken.

Nieuwe koude oorlog

Het zijn het soort praktijken die doen denken aan het hoogtepunt van de Koude Oorlog. Toen moesten we ook voortdurend geheim agenten van het Oostblok het land uitzetten. In West-Duitsland alleen al stonden er duizenden mensen op de loonlijst van de Stasi. Onder hen ook de assistent van kanselier Willy Brandt…

Salah Echallaoui is maar één iemand. Maar hoeveel Marokkaanse spionnen zijn er nog actief in ons land? Is het werkelijk hun taak om de 300 000 koppen tellende Marokkaanse gemeenschap in de gaten te houden? Wars van elke integratiegedachte? Er wordt ons vaak verweten dat we deze mensen niet als ‘onze’ mensen zien. Wel, dat idee kunnen we op vlak van veiligheid alvast verhelpen, door ze als verantwoordelijkheid van onze Staatsveiligheid te gaan zien.

Maar om haar verantwoordelijkheid op te kunnen nemen, moet de Staatsveiligheid afdoende uitgerust zijn. Laten we hen daar dan ook voldoende voor uit te rusten. Met andere woorden: het wordt tijd om de invloed van de Marokkaanse geheime dienst in ons land een definitieve halt toe te roepen.

Op 15 februari stelt Koen Metsu zijn boek Ontwapend voor in een online boekpresentatie. Hier vindt u meer info en kan u zich inschrijven, of het boek al bestellen.

Koen Metsu is Kamerlid en burgemeester van Edegem (N-VA). Samen met Julien De Wit publiceert hij binnenkort het boek 'Ontwapend'

Commentaren en reacties