JavaScript is required for this website to work.
post

Brussels malgoverno beu

Frederik Dekeyser13/6/2013Leestijd 3 minuten

Lange tijd bleef de kritiek binnenskamers maar nu vallen ook Franstalige politici openlijk het slechte beleid van het Brussels Gewest aan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Didier Reynders, sinds een paar jaar inwoner van Ukkel, ambieert openlijk het Brusselse minister-presidentschap en laat dus niet na het beleid van het gewest aan te vallen. In Brussel zit zijn partij MR op gewestniveau immers al jaren in de oppositie. Maar zijn kritiek is meer dan een politieke zet in de aanloop naar de regionale verkiezingen van 2014. Ook andere Brusselse liberale politici (Alain Destexhe, Vincent De Wolf …) luiden de alarmbel. Momenteel telt het gewest 1,138 miljoen inwoners. Tegen 2020 zijn dat er 1,27 miljoen en in 2060 1,475 miljoen. Een demografische schok die moeilijk zal op te vangen zijn. Zelfs als er op termijn 1 miljard euro (herfinanciering, Beliris en de bonus via de financieringswet) naar Brussel vloeit om die uitdagingen aan te gaan.

Tot nog toe werd zedig gezwegen over het feit dat de Brusselse regering eigenlijk niet in staat is om de problemen van een grootstad op te vangen. Of misschien zelfs van slechte wil is. Dat zou immers munitie zijn in de handen van de Vlamingen die Brussel onder curatele willen plaatsen. Maar in Brussels-liberale kringen merkt men dat het zo niet meer verder kan. Charles Picqué, die sinds het ontstaan van het Brussels Gewest in 1989 maar liefst 19 van de 24 jaar minister-president is geweest, krijgt een barslecht rapport.

De sociaaleconomische parameters van het Brussels Gewest zijn er in de voorbije kwarteeuw enkel op achteruitgegaan. Het inkomen per kop bedraagt 12 593 euro per jaar. Het Belgische gemiddelde is 15 598 euro. Indien we het Belgische gemiddelde inkomen vastleggen op 100 dan klokt Brussel af op 80,73. Met weliswaar grote verschillen tussen de gemeenten. Watermaal-Bosvoorde haalt een score van 114,57. Sint-Joost en Molenbeek klokken af op respectievelijk 50 en 60.

Direct daarmee verbonden is de hoge werkloosheid. In 1989 bedroeg de werkloosheidsgraad in het jonge gewest 12 procent. Ondertussen is het 21 procent met in sommige wijken een jeugdwerkloosheid van 50 procent en meer. Brussel telt 110 000 werklozen waarvan 90 procent ééntalig is en de helft geen diploma middelbaar onderwijs op zak heeft. Cijfers die vroeger aan Franstalige kant steevast werden gerelativeerd. In een grootstad zijn er nu eenmaal meer werklozen, was te horen. Nu wordt dit probleem door politici steeds minder weggelachen. Al is er nog geen sprake van een kentering. 90 procent van het budget voor werkgelegenheidsbeleid gaat naar gesubsidieerde jobs en nepstatuten. Of de overheveling van arbeidsmarktbevoegdheden iets zal veranderen is nog de vraag. Een deel van het geld voor de herfinanciering van Brussel moet weliswaar nu al worden gebruikt voor arbeidsmarktbeleid, maar meer en meer is duidelijk dat die extra financiering wordt gebruikt om deficits weg te werken.
In 2012 kregen Brusselse instellingen al herfinanciering van 134 miljoen euro. 69 miljoen ging rechtstreeks naar de gewestbegroting en toch is die zwaar deficitair: 525 miljoen op 3216 miljoen. 16 procent deficit of Griekse toestanden. Van een langetermijnvisie is geen sprake.

Geen projecten meer

Dat laatste is ook een constante in de kritiek op het Brussels malgoverno. De voorbije jaren is geen enkel grootstedelijk project die naam waardig gerealiseerd. Het Gewest Expressnet (uiteraard geen louter Brussels gegeven) zal pas in 2022 operationeel zijn. De complexiteit van de instellingen blijft taboe: 89 parlementsleden, 188 burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters. Alain Destexhe – zelf trouwens Brussels parlementslid – heeft het taboe van het administratief kluwen vorige maand doorbroken met een vrije tribune in de Franstalige beurskrant L’Echo.

Ook zijn er meer en meer bezwaren over de afwezigheid van grote infrastructuren. En zij die er zijn, zijn verouderd. Vorst Nationaal dateert van 1971. Het Hergé-museum, met internationale bekendheid, zit in Louvain-la-Neuve. Het Magritte-museum is er gekomen dankzij het mecenaat van Suez. Het Atomium is gerenoveerd met federaal geld. En het feit dat bedrijven de regio worden uitgejaagd, valt ook bij Franstaligen in slechte aarde. Vooral het beleid van Brussel-stad doet de wenkbrauwen fronsen: Mini Europa is weggejaagd, Kinepolis moet vechten om op de Heizelvlakte te blijven.

Het Franstalige ongenoegen over het Brusselse wanbeleid is nu eindelijk bekend. Op concrete oplossingen blijft het echter wachten. Ook uit MR-hoek.

Frederik Dekeyser (1972) is econoom en werkt in de financiële sector

Commentaren en reacties