JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

CD&V: de onderschatte crisis

Grammens hangt een somber toekomstbeeld op van CD&V

Mark Grammens28/5/2016Leestijd 3 minuten

En er zijn CD&V-burgemeesters die er net zo over denken …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Alle grote partijen zitten met een zwaar geslonken electoraat, maar op termijn beschouwd is het met de CD&V (CVP) wel het ergste gesteld. Zij toch was destijds – maar het is al lang geleden – de enige partij ooit die in Vlaanderen de volstrekte meerderheid haalde van stemmen en zetels, en dat jaren volhield. Zie nu wat er is van gekomen. Volgens de laatste opiniepeiling zakt de partij van 16 naar 13 procent (Het Laatste Nieuws, 20 mei). Het toeval wil dat op het moment dat dit cijfer bekend werd, de immer optimistische voorzitter, Wouter Beke, interviews aan het weggeven was waarin hij de heropstanding van zijn partij aankondigde en zijn aanhangers de hemel op aarde beloofde.

Dit contrast was zo sprekend dat een aantal burgemeesters van de partij bevreesd werden voor wat er hen bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018 kon overkomen. Uit politiek lijfsbehoud verhieven zij de stem, en deed één hunner, de burgemeester van Kuurne, Francis Benoit, zijn beklag over het zwakke profiel van de partij binnen de regeringscoalitie. Hij zei dat de partij geleid werd door politiek personeel dat de voeling met de werkelijkheid kwijt is. Dat is zeker waar, maar wordt het niet tijd om dieper te graven, en te onderzoeken of de CD&V nog aan haar bestaansreden beantwoordt? of ze nog een plaats vindt in de christelijke zuil en of die zuil nog meespeelt in de samenleving?

Waar gaat die naartoe en waar wil die naartoe? Destijds, in het jaar 2001, stond er (in Vrij Nederland) een leuk grapje over het Nederlandse equivalent van onze toenmalige CVP. Dat ging als volgt: ‘Agnost, heiden, atheïst, ongelovige – wat voor christen bent u?’ Weet de christelijke zuil in haar verschillende vertakkingen nog wel wat ze met dat woord christelijk bedoelt, en vragen haar leiders zich ooit eens af of hun volgelingen er nog wel iets van verstaan? De laatste vernieuwing, of zo men wil verdwazing, is wel de soort capitulatie voor een andere godsdienst dan het christendom die recent tot uiting kwam in allerlei toespraken en interviews. Lieven Boeve, het hoofd van het katholiek onderwijs, deed het voorkomen alsof de katholieke school niet meer bestond. Moslims waren er even welkom als christenen. Daarop inhakend vertelde aartsbisschop Mgr. De Kesel in Knack van 25 mei dat ‘de toekomst (van zijn Kerk) is mét de islam’. Zijn er nog veel mensen die dat begrijpen? Ikzelf reken me graag tot de voorzichtige klasse, die met de hoofdredacteur van Elsevier van deze week zegt dat ze niet pro-islam en niet anti-islam is, maar anti-anti-islam. Dat volstaat. Ik heb de tijd nog gekend dat leerlingen van de school werden weggestuurd omdat ze openlijk niet gelovig waren. Kennelijk was de duivel in hen gevaren, en deed hen schone dingen fluisteren over het privéleven van Onze-Lieve-Vrouw. Dat kon men interpreteren als een normale houding in het christelijk onderwijs, zo niet had men zich de vraag mogen stellen waarom dat onderwijs christelijk heette. Nu zijn het de voorgangers zelf die dat christelijke helemaal opnieuw interpreteren. Dus de toekomst is niet met het christendom! Dat is toch om alle vertrouwen in de zuil te verliezen. Wie geeft er nu zijn vertrouwen aan mensen die ophouden hun eigen leer te vertrouwen?

Dat is het probleem waar ook de christelijke partij mee worstelt. Gelooft ze zelf nog iets van wat ze verkondigt? ‘Men jongleert op een lichtzinnige manier met fundamentele uitgangspunten van onze samenleving’, zegt Wouter Beke, ook in Knack. Maar wat doet hijzelf? In ieder geval blijkt uit de desastreuze peilingcijfers dat steeds minder kiezers hem hun vertrouwen schenken. Hoe kan het anders als je jezelf in maart jongstleden tot voorzitter liet kronen met een stalinistische score van 98%, bij gebrek aan een tegenkandidaat. Is de CD&V zo diep gezakt dat er in haar rangen niemand opstaat die meent het beter te kunnen dan Beke? Uit een enquête van De Standaard (24 mei) blijkt dat dit laatste, hoe onwaarschijnlijk ook, inderdaad zo is. CD&V’ers behoren tot een partij die van haar leden nog minder inspraak duldt dan andere partijen.

Als de Kerk in Vlaanderen zichzelf nog slechts beschouwt als een looptrapje voor de islam, en als zij haar scholennet als een soort huwelijksgeschenk aanbiedt aan haar islamitische partner, dan dienen alle elementen van de christelijke zuil daar op termijn hun conclusies uit te trekken. Dan heeft een partij als CD&V geen bestaansreden meer en heeft het weinig zin er nog voor te stemmen. Dan stort het zaakje op termijn helemaal in elkaar. Dat is nu bijvoorbeeld al het geval met de christelijke vakbond die niet meer christelijk heet te zijn, en opgeslorpt wordt door leiders die zich slimmer waanden dan hun kapitalistische tegenstrevers, en het vermogen van de vakbond verkwanselen. Hierdoor schijnen zij elk sociaal verantwoordelijkheidsbesef te verliezen, staken mee met de anderen, en lijken als machtsfactor uitgespeeld. Waar is de tijd van een zelfbewuste christelijke zuil, die met de apostel Paulus verkondigde: ‘onderzoek alle dingen en behoud het goede’.* Hoe men het ook beschouwe, er zat iets in. Leo Tindemans geloofde erin en nam profetische allures aan toen hij die zin uitsprak. Herman Van Rompuy deed hetzelfde maar met minder allure. Beke, Geens, Peeters en noem maar op, hebben het ooit ergens gelezen. Het is weg en wordt niet gecompenseerd door een geflirt met de islam.

___________

* (nvdr) Eerste brief van Paulus aan de Thessalonicenzen, 5:21

Mark Grammens (1933) was uitgever en hoofdredacteur van De Nieuwe en Journaal. Hij schreef ook in 't Pallieterke, Het Volk, Trouw, Tijdschrift voor Diplomatie. Hij kreeg de Orde van de Vlaamse Leeuw en de Prijs voor de Vrijheid.

Meer van Mark Grammens

In 1988 – twintig jaar na mei ’68 – stelde Mark Grammens zich de vraag wat er feitelijk te vieren was, dan ‘des enfantillages’ die alles behalve progressief waren.

Commentaren en reacties