JavaScript is required for this website to work.
Europa

Charles Michel en zijn eerste grote politieke ei

De meerjarenbegroting van de Europese Unie

Elisabeth Alteköster20/2/2020Leestijd 3 minuten
Vandaag legt Charles Michel zijn eerste grote Europese ei

Vandaag legt Charles Michel zijn eerste grote Europese ei

foto © Reporters / Photoshot

Hoeveel meer zullen we gaan betalen voor de EU? Véél meer wil het vrolijke EU-parlement, maar zullen de ‘zuinige vijf’ daarmee instemmen?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Terwijl er veel over nationale begrotingen wordt gesproken, staat de begroting van de EU in vergelijking minder in de schijnwerper bij de publieke opinie. Behalve als lidstaten hun ‘money back’ willen hebben, of uit het EU stappen en een financieel gat achterlaten – zoals het Verenigd Koninkrijk – is er in de media weinig ophef omtrent dit onderwerp.

Hiervoor zijn er alvast twee redenen: vooreerst maakt de EU-begroting geen schulden. Ontvangsten en uitgaven moeten ieder jaar in evenwicht zijn. En ten tweede wordt de belangrijkste begrotingsdiscussie enkel om de zeven jaar gevoerd. Dan praat men over de ‘meerjarenbegroting’, het Multiannual Financial Framework (MFF), en zet men de grote lijnen uit over hoeveel geld er naar de politieke zwaartepunten van de EU gaat, als daar zijn de landbouwfondsen, de cohesiefondsen, innovatie, steun voor groei en werkgelegenheid, buitenlands beleid, asiel en migratie, en de administratiekosten. Hieromheen zit een veiligheidsgordel, een safety belt, want de EU-lidstaten hebben ooit besloten nooit meer dan 1,24 % van hun bruto binnenlands product aan EU-uitgaven te besteden.

Na de Brexit

Heel anders ziet de situatie eruit binnen de Club van 27. De begroting is het kloppende hart van de Europese Unie. Na alle pretpraatjes wordt hier serieus vastgelegd waar de lidstaten hun politieke klemtoon willen leggen. In der loop van de jaren is dit een slagveld, een battlefield geworden, niet alleen tussen de 27 onderling, maar ook tussen de staten enerzijds, en de Europese Commissie en het Europees Parlement anderzijds. Voor Belgen goed begrijpelijk, stelt zich ook hier het probleem dat de rijkere landen mee moeten betalen voor de armere.

Lang steunde deze bereidheid op de idealistische idee dat met het Europese geld de armeren hun structuren en economieën zodanig zouden opkrikken dat zijzelf rijk werden, en na verloop dus interessante markten voor de betalende community (dat heette ‘cohesie’). Na haast 40 jaren cohesiepolitiek durft niemand in het openbaar toe te geven dat dit rondpompen van geld niet tot verbeteringen in de landen van ontvangst heeft geleid. Dit hangt voor een groot deel samen met het onvermogen om de Europese subsidies goed te absorberen en te investeren. Corruptie, maar ook administratieve onbekwaamheid en slechte projecten hebben belet dat de cohesiepolitiek een succesverhaal werd. Terwijl sommige Oost-Europese  landen (Polen, de Baltische staten) goed hiermee  kunnen omgaan, blijven bij uitstek de Zuid-Europese landen hangen, ergens tussen corruptie, mismanagement en onbegrip van de Europese subsidieregels. Landen als Italië hebben zelfs de grootste moeite om dit geld te besteden. Herinneren we aan de beslissing van toenmalig premier Matteo Renzi, die uit vertwijfeling meerdere miljarden uit het cohesiefonds spendeerde aan de Wereldtentoonstelling in Milaan, omdat zij anders op het geld waren blijven zitten.

Nu komt de kat op de koord

Deze week is het dus weer zover. Er wordt tussen de regeringshoofden onderhandeld over de meerjarenbegroting: de MFF 2021-2027. En weer komt de oude frustratie over slecht besteed geld bovendrijven. Er ligt al twee jaar een voorstel op tafel, en nu is het aan de nieuwbakken Voorzitter van de EU, Charles Michel, om de knoop door te hakken, want het oorspronkelijke begrotingsvoorstel van 2018 heeft de gemoederen doen oplaaien.

Iedereen die rekende met een afgeslankte begroting, waar de bijdragen van het Verenigd Koninkrijk al waren afgetrokken, zag dat de Europese Commissie van de overblijvende 27 staten verwacht dat ze jaarlijks rond de 13 miljard euro op tafel leggen om het Britse gat te vullen. De omvang van het begrotingsvoorstel ging zelfs nog verder en de Commissie vroeg 1.279 miljard voor de volgende zeven jaar. Ter vergelijking: de omvang van het MFF 2014-2020 lag bij de 960 miljard.

Michel heeft een compromisvoorstel op tafel gelegd dat alweer iedereen in het harnas heeft gejaagd. Met de brexit heeft de op een na grootste nettobetaler de Unie verlaten. De Poolse premier Morawiecki herhaalde in een interview dat ‘het rijkere noorden absoluut verder voor het armere zuiden moet betalen’, en dat alleen op deze manier iedereen zijn voordeel doet. Hijzelf vindt het niet leuk dat Michel aan het cohesiefonds knabbelt en wil dat de rijkere regio’s minder subsidies ontvangen dan de armere.

Het vrolijke parlement

De nettobetalers, ook wel het ‘zuinige vijftal’, de frugal five genoemd (Duitsland, Nederland, Denemarken, Zweden en Oostenrijk) zijn kwaad om drie redenen: volgens hen had het Britse gat juist tot besparing moeten leiden. Ten tweede zien zij niet voldoende inspanningen om de grote uitgavenposten (cohesiefonds en vooral de landbouwfondsen, zeker goed voor meer dan 40% van de begroting) terug te schroeven ten gunste van de nieuwe politieke uitdagingen zoals internationaal veiligheidsbeleid, asiel en migratie. Ten derde weet niemand precies waar de 7,5 miljard euro voor de New Green Deal verstopt zitten. Ook het Just Transition Fund (JTF), dat zwakkere landen moet afschermen bij de energietransitie, blijft een grote onbekende. Niemand weet nu wie hiervoor zal betalen, en wie er dan betaald krijgt. Men vermoedt dat Michel dit geld in zijn compromisvoorstel verstopt heeft.

Het Europees Parlement wil zoals steeds nog veel meer uitgeven, het draagt immers nergens enige verantwoordelijkheid voor. Je wordt populair in je kieskring en als het fout gaat is er niemand die naar jou wijst. De 27 lidstaten moeten het echter wel eens worden want unanimiteit is een vereiste, en het Parlement moet dan zijn toestemming geven. De ervaring leert dat er altijd wel een compromis komt, meestal dan ‘als iedereen even ongelukkig is’.

Oud-directeur EU Begroting en Financiën in de Raad van de Europese Unie.

Commentaren en reacties