Chef der klerken
De nieuwe burgemeester van Gent
Een ramp is gebeurd in Gent. Mathias De Clercq is verkozen tot burgemeester. Kort samengevat: de domste keuze uit de slechte keuzes.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementLet wel, ik heb niets tegen een liberale partij. De Belgische is fundamenteel een verlichte politieke instelling. De vraag is echter of Mathias De Clercq een liberaal is. Dat hij niet verlicht is, dat staat al vast sinds zijn eerste stappen op het politieke toneel. Toen hem bij een examen in het eerste jaar rechten van de Gentse universiteit werd gevraagd drie voorlopers van de Verlichting te noemen, noemde hij: Diogenes, Thomas Edison en William Shakespeare. Mathias – ik mag toch Mathias zeggen, hé Mathias? – voegde er na het afratelen van de drie namen zelfs aan toe, met de in een carnavalswinkel gekochte glimlach om de mond waar hij intussen beroemd voor is, dat Shakespeare zijn bekendheid als Verlichter te danken heeft aan de uitspraak: ‘De Tijd brengt alles aan het licht.’
De examinerende professor aarzelde om hem te buizen, want zijn buurman was Mathias’ grootvader Willy De Clercq. Hij gaf zijn student dus de kans zich te redden door het toneelstuk te noemen waarin dat citaat voorkomt. Na enkele euhs riep Mathias uit: King Clear! De prof zag zich verplicht hem in september te laten weerkeren. Hij gaf de antwoorden op de vragen in alle stilte aan logebroeder Willy De Clercq, nadat ze het schortje hadden omgebonden.
Geen mening
Goed, Mathias is dus wel een Belg maar geen telg van de Verlichting, maar is hij een liberaal? Dat zou ten minste gunstig zijn voor zijn imago, en dat van de stad die bekend staat om zijn hoge graad van tolerantie voor eender welke ideologie. Zowel vriend als vijand zijn eendrachtig, er hoeft niet over gestemd te worden: Mathias is niet verwant met John Locke. Erger, Mathias is geen liberaal om de eenvoudige reden dat hij geen enkele politieke mening heeft. Mathias is een kleurloos wezen. Het enige wat hij heeft is een bolronde ijdelheid die hij handig weet te verbergen achter de uitstraling van een pandabeer.
Met de bamboebeer heeft Mathias nog wat anders gemeen, namelijk een oeverloze luiheid. Uit goede bron weet zowat iedereen die van ver of nabij met de Gentse politiek te maken heeft, dat Mathias geen dossiervreter is. Tot nog toe, als Vlaams parlementslid, gemeenteraadslid en schepen [wethouder] heeft hij nog geen potten gebroken, maar er ook geen gelijmd. Zijn directe medewerkers behoeden hem voor eigen initiatief, wetend dat het gelijmde eenmaal afgewerkt onbruikbaar is in het heden als in de toekomst.
De klerk in De Clercq
Nu kan gesteld worden dat een politicus, zolang hij geen ministeriële status heeft, niet de slimste jongen van de klas, pardon, de partij moet zijn. En Mathias heeft goede adviseurs. Et alors? Ja, helaas heeft hij die niet zelf gekozen. Nee? Zij hebben hem gekozen. Wat weinigen namelijk weten is dat de knapste politieke koppen de openbaarheid vermijden. Het coulissewerk zegt hen veel meer… en, by the way, na hun politieke parcours levert het de beste baantjes op. De minder goede gaan naar mensen als Mathias.
Er is nog een tweede kwaliteit die goede medewerkers hebben. Ze weten duivels goed waarom ze mannen als Mathias als spreekbuis kiezen. Je hebt nu eenmaal mensen met een pronktitel nodig. Mensen voor het tekenen van besluiten, als stroman naar de bevolking toe en als zondebok bij knoeierijen. Zulke mensen worden binnen het notariaat klerken genoemd. Een voorvader van Mathias was, als ik mij niet vergis, wat zelden gebeurt, in de negentiende eeuw een klerk. Een klerk van Napoleon heeft dat trouwens bevestigd.
Peter-principe
Burgemeester, dus, wordt Mathias. Soms zou je willen dat God bestaat en het verhoede. Burgemeester van Gent. Die fiere stede met een coalitie, een mélange van blauw, groen, rood en oranje. Volgens de kleurleer levert dat de huidskleur van een pasgeborene op. De kleur mag dan meevallen, helaas, de ledematen van het nieuwe corpus kloppen niet. Niet alleen heb je twee linkerbenen en twee rechterarmen, maar de benen als de armen werken niet synchroon. Er zal zes jaar gestrompeld en gebraakt worden. Om niet onder het vuil en meer dood dan levend de eindstreep te halen zal er een iemand nodig zijn die zowel timmerman als diplomaat is.
Mathias’ steunpilaren mogen dan in beide disciplines van goede kwaliteit zijn, het zal hen helaas niet lukken te vermijden dat hij zijn stempel op het beleid wil drukken. Want als stadsvader zal hij zich beter wanen dan zijn adviseurs. Dat heb je nu eenmaal met mensen die, volgens het Peter-principe, hun punt van totale onbekwaamheid hebben bereikt. Het levert een gevaar op voor de stad, het bestuur, de Gentenaars. En Mathias’ steunpilaren wacht een moeilijke tijd.
Plutarchus
Met dank voor dit epistel aan Jean-Jacques… nee, niet De Gucht… nog zo’n prutser en pronkmachine, maar Rousseau, een groot filosoof en bewonderaar van Plutarchus. Al van gehoord, Mathias, van beide heren? Het is nochtans belangrijk ze te kennen, voor iemand die burgemeester ‘van alle Gentenaars’ wil zijn. De eerstgenoemde mag zowat de stamvader van de moderne democratie genoemd worden. Die zijn oervorm vindt in een stadsdemocratie.
Zijn beide heren echter volslagen onbekenden voor jou, Mathias, zou jij dan niet beter solliciteren bij de stad voor de post van Chef Klerk? Dat is geen oneer, hoor. Iemand die zijn plaats kent oogst applaus. Wie echter hoger wil springen dan zijn stok lang is, wekt het geloei op van een koe.
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.