JavaScript is required for this website to work.
Communautair

Communautaire trofee voor N-VA

Vandeput regelt functionele tweetaligheid topambtenaren

Pieter Bauwens20/10/2016Leestijd 3 minuten

Ondanks de communautaire stilstand van de federale regering, kan N-VA toch een communautaire pluim op de hoed steken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na veertien jaar is de functionele tweetaligheid van de federale topambtenaren -eindelijk- geregeld. De ministerraad keurde donderdagmorgen 20 oktober 2016 het Koninklijk Besluit goed van minister van Ambtenarenzaken Steven Vandeput (N-VA). De nieuwe topambtenaren, de zogenaamde mandaathouders, krijgen bij hun aanstelling max. 6 maanden de tijd om hun functionele tweetaligheid te bewijzen. De zittende mandaathouders krijgen via een overgangsmaatregel maximaal twee en een half jaar om bij Selor hun functionele tweetaligheid te bewijzen. Indien ze niet slagen zijn ze topambtenaar af.

Copernicus

We schrijven 2002, minister Luc Van den Bossche (SP) vindt het niet kunnen dat eentalige topambtenaren hun anderstalige ondergeschikten niet kunnen evalueren. Hij onderhandelt een ‘functionele tweetaligheid’ van de topambtenaren met de Franstalige partijen van de paars-groene regering (PS, PRL-FDF en Ecolo) in het kader van zijn beruchte Copernicusplan voor de administratie. In ruil komt er taalpariteit onder de topmanagers. De wet werd gestemd in 2002, de Vlaamse toegeving  als ruil, de taalpariteit, kwam er onmiddellijk, maar de praktische uitwerking van de tweetaligheid liet veertien jaar op zich wachten. We schreven al eerder dat we de N-VA in de regering zouden toetsen op, onder andere, de uitwerking van die wet. Dat is die partij nu gelukt.

Vandeput

Minister Vandeput slaagt waar Hendrik Bogaert (CD&V), zijn voorganger in de regering-Di Rupo, faalde. Bogaert geraakte nooit met een voorstel voorbij de ministerraad. De functionele tweetaligheid wordt door de minister van Ambtenarenzaken ingepast in hetzelfde kader als in 2002: de evaluatie van de ambtenaren. Het evaluatiesysteem voor ambtenaren bestaat nu op verschillende plaatsen vooral op papier. De minister wil het verplicht maken voor iedereen. Mandaathouders die er niet slagen goed te evalueren, kunnen hun mandaat verliezen.  Maar de evaluatie moet in de taal van het personeelslid en dus moeten die topambtenaren ‘functioneel tweetalig’ zijn.

Op 14 februari 2002 schreef Olivier Mouton (een Franstalige journalist die met een beurs in 2002 twee maanden bij De Standaard werkte, hij is nu journalist bij Le Vif, in De Standaard) dat de functionele tweetaligheid niets meer of minder was dan ‘een revolutie in de taalwetgeving’. Het ‘is een kleine revolutie omdat die de eentaligheid van ambtenaren ter discussie stelt.’ Tot dan werd ingezet op de tweetaligheid van de dienst en de eentaligheid van de ambtenaren. Een erfenis van de oude Belgische politiek dat Franstaligen niet verplicht konden worden om Nederlands te leren. Typisch Belgisch werd die functionele tweetaligheid veertien jaar lang ‘ge-encommissioneerd’ en geblokkeerd, er kwam zelfs een belangenconflict aan te pas.

Ook deze legislatuur had de MR erop gerekend dat de functionele tweetaligheid dode letter zou blijven in het regeerakkoord. Vorig jaar klonk het nog dat de minister de tijd zou nemen om alles grondig uit te pluizen om geen fouten te maken. Het dossier zat vol juridische voetangels en politieke klemmen. Zo moest het begrip ‘functionele tweetaligheid’ omgezet worden in een praktische test en moest er een termijn worden afgesproken en commissies gepasseerd.

Zes maanden 

Volgens de pas goedgekeurde besluiten moeten nieuwe mandaathouders binnen de zes maanden hun bewijs van functionele tweetaligheid afleggen bij Selor. De huidige mandaathouders krijgen 2,5 jaar. Dat is de helft minder dan de ‘maximaal vijf jaar’ uit de wet van 2002. Afhankelijk van de publicatie lijkt het erop dat nog vóór de volgende verkiezingen alle mandaathouders ‘functioneel tweetalig’ zullen zijn. Een communautaire trofee voor Vandeput en de N-VA.

Om dat allemaal mogelijk te maken werd samen met Selor een speciale test ontwikkeld. Functionele tweetaligheid draait rond evaluatie en dus is de test een simulatie van een evaluatie. Selor test de productieve mondelinge taalvaardigheid, een gesprek voeren in de tweede taal, en de receptieve schriftelijke kennis, een tekst in de tweede taal lezen. Selor zou die proeven vorige zomer al getest hebben.

De hele regeling die voor de functionele tweetaligheid is uitgewerkt is ook getoetst door de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT), die wettelijk toezicht houdt op de toepassing van ‘de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken’. Zowel de Nederlandstalige als de Franstalige afdeling – beiden met leden voorgedragen door de gemeenschapsparlementen – gaven hun goedkeuring aan de regeling. De Franstalige afdeling is gevuld met cdH-, PS-, Ecolo- en MR-getrouwen, kabinetsmedewerkers van Franstalige en Brusselse kabinetten bijvoorbeeld. MR kan zich dus verschuilen achter een goedkeuring door afgevaardigen van cdH, Ecolo en PS.

RVS

De laatste horde  van het Koninklijk Besluit was de ministerraad deze ochtend. Nu moet het goedgekeurde ontwerp naar de Raad Van State, die heeft in principe 30 dagen om een advies te geven over het Koninklijk Besluit.

Vandeput zal dan een lijk uit de kast van paars-groen hebben opgeruimd. En wij kunnen niet meer schrijven dat de N-VA in deze regering niets communautairs heeft gerealiseerd.

Foto: (c) Reporters

Categorieën

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties