Vlaamse minister van Cultuur
Socrates et cetera
Wijlen Paul Van Grembergen een van de voormalige ministers van Cultuur.
foto © Reporters
Vlaamse ministers van cultuur, ze besparen de Nederlanders een pak geld en worden daarom geridderd, toch nog een verdienste dan.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAls het onze voorvaderen was toegestaan, geachte lezer, hun uitbuiters en profiteurs te eren, waarom zouden wij, inwoners van een van de rijkste regio’s van de wereld, niet hetzelfde mogen doen? Aan geestelijke nakomelingen van Lenin en Mussolini, Nero en de grootinquisiteur van Sevilla, geen gebrek. Onze politici zijn minder wreed, wat jammer is. De lof zal hierdoor ook heel wat beperkter zijn. Overdrijft men namelijk met het uitbazuinen van lof, trapt men in de put die men gegraven heeft, of wordt er door iemand ingeduwd die met een nieuw aangeschafte spade van de Gamma nog aan het zoeken is naar de juiste plaats voor zijn eigen put.
Nobelprijs
Loopt het aantal wrede politici flink terug, gelukkig zijn er heel wat dwaze. Door van partijen familiebedrijven te maken, zorgen zij er zelf voor dat het volume eerder toeneemt dan afneemt, zodat het eren onverminderd kan blijven voortgaan in lengte van dagen. Voor een pauze op de lange weg van wanbeleid, dat als gunstig voor de bevolking wordt gepresenteerd, hoeft men niet bang te wezen. Tevens hoeft men niet te vrezen dat bij de volgende verkiezingen van regionale, federale en de internationale verkiezingen het aantal dwazen het moet afleggen tegenover wijzen. Een wijs politicus bestaat niet. Er zijn enkel domme die bij momenten een slimme beslissing namen. Voor hen zijn er prijzen gecreëerd, met als bekendste de Nobelprijs voor de Vrede. Omdat wie de vrede heeft bedongen dat met oorlog heeft gedaan.
Elk land heeft zijn achilleshiel. Het heeft daar trouwens recht op. Die van ons dierbaar vaderland en van al zijn gewesten is de hoge mate van dwaasheid van zijn politici. Er is meer. Weegt men het volume aan dwaasheid tegen het aantal politici af, zal de schaal van het aantal de hoogte in schieten en die van de dwaasheid schrikbarend dalen. Die zou nog veel lager belanden was er de bodem niet.
Dit zijn de gedachten die mij, eenvoudige burger met een pensioen waarvan men net niet verhongert, ertoe hebben gebracht, mijn mening te zeggen in aanloop naar de verkiezingen. We doen dit met het talent dat we met de jaren ontwikkeld hebben, een taal die door elke landgenoot, ongeacht de leeftijd, gelezen en begrepen wordt.
Minister van Cultuur
Daar we vooral bedrijvig zijn geweest in de kunstsector, richten we onze pijlen in deze beschouwing op de Nederlandstalige ministers van Cultuur die dit land en gewest in de loop der jaren heeft gekend. Het zijn er in totaal vijftien. Renaat Van Elslande en Bert Anciaux mochten meer dan één legislatuur het departement van Cultuur leiden. De reden hiervoor was dat men geen nieuwe dwaas vond en daarom aan de heren vroeg hun kruk te blijven bezetten. Wat ze maar al te graag deden. Zulke beslissing toont enkel een zéér hoge mate van dwaasheid aan. Wie is er nu graag minister van een gebied dat zich niet laat cultiveren?
Sommigen van hen namen de ene na de andere beslissing. Ze sloegen aan het reorganiseren, op zulke driftige wijze dat hun opvolgers hun beslissingen moesten herroepen om zelf aan het reorganiseren te kunnen slaan. Dat nam vaak driekwart legislatuur in beslag. Daardoor is nooit opgemaakt kunnen worden of er één minister van Cultuur is geweest die een beslissing heeft genomen die fundamenteel tot een verbetering van het beleid heeft geleid.
Niet enkel dwazen
De grootkenner van de kunst- en cultuurwereld zal opmerken dat er ooit één minister van Cultuur is geweest die een wijs mens was, Paul van Grembergen. Het klopt dat hij een grote mate van wijsheid bezat, maar zijn dwaasheid toont zich in de beslissing minister te worden van een wespennest met als bijhuis het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond. Een korf waarin nooit een artiest een schram heeft opgelopen, omdat er nauwelijks volk over de vloer komt en er daarom geen ongelukken kunnen gebeuren. Het Vlaams geld dat er ingestopt wordt komt vooral Nederlandse artiesten ten goede. Om die reden wordt elke Vlaamse minister van Cultuur bij zijn afscheid als verantwoordelijke van dit centrum benoemd in de Orde van Oranje-Nassau, want het bespaart de Nederlandse minister van Cultuur een pak geld dat anders naar minkukels gaat.
Na op deze wijze over de mate van dwaasheid van onze politici te hebben uitgeweid, kan ik de burger enkel aanraden bij de volgende verkiezingen hoe dan ook een stem uit te brengen. Bevordert zijn stem niet het doel, hij heeft de zekerheid dat de dwaasheid niet tot domheid leidt. Dat vooral moet vermeden worden. Zodat in onze wateren bij avond of ochtend gevist kan worden, onze monumenten blijven bestaan en de kwaliteit van onze wegen hun erbarmelijke staat behouden. Ten bate van een groeiend aantal garagisten, verzekeringsmakelaars en kreupelen.
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.