JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De Belgische economie stevent recht op de afgrond af

Met dank aan Vivaldi

Reccino Van Lommel10/11/2022Leestijd 5 minuten
Hoe zal Federaal minister van werk Pierre-Yves Dermagne (PS) reageren op
jobsdeal 2.0 van CD&V?

Hoe zal Federaal minister van werk Pierre-Yves Dermagne (PS) reageren op jobsdeal 2.0 van CD&V?

foto © Belga

Het economisch beleid van België is kort samen te vatten: barslecht met sombere vooruitzichten, zegt Reccino Van Lommel (VB) in deze Vrije Tribune/

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ons economisch beleid moet dringend anders worden aangepakt zegt Reccino Van Lommel (VB) in deze Vrije Tribune. 

Het recentste rapport van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) maakt nog maar eens duidelijk hoe slecht onze economie er aan toe is. Het IMF verklaart dat de gehele wereldeconomie te maken zal krijgen met een economische recessie, maar stelt dat voor België de vooruitzichten wel erg slecht zijn.

Vooral de magere groeivooruitzichten, bij de laagste onder de industrielanden, en de dramatische toestand van onze overheidsfinanciën, ook bij de slechtste onder de industrielanden, zijn problematisch. Deze slechte vooruitzichten bevestigen de nood aan structurele hervormingen. Maar zelfs met de huidige bloedrode begrotingscijfers legt deze regering die naast zich neer.

Stabiliteits- en groeipact

De strenge budgetregels van het stabiliteits- en groeipact van de Europese Unie zijn sinds de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne weliswaar grotendeels buiten werking gesteld om het herstel te bevorderen. Landen met hoge staatsschulden kunnen flexibiliteit vragen voor het tempo waarin ze hun schuld moeten afbouwen. Maar daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. De tekorten moeten op zijn minst een dalende trend vertonen en er moeten duidelijke hervormingen worden aangetoond.

De maatregelen die in de federale beleidsverklaring werden aangekondigd, zijn echter kleine en tijdelijke ingrepen. Van een structurele verbetering van onze overheidsfinanciën of ernstige structurele hervormingen is helemaal geen sprake. De mini-arbeidsdeal zal er niet voor zorgen dat de doelstellingen over het verhogen van de werkzaamheidsgraad gehaald zullen worden. De pensioenhervorming zal de pensioenfactuur nog verder opdrijven en de fiscale hervorming werd al meermaals aangekondigd, maar we hebben ze nog steeds niet te zien gekregen.

En zoals steeds herhaalt zich de mantra dat er geen budgettaire ruimte is voor bijkomende maatregelen. Meer zelfs: er is een structureel budgettair tekort. Of het nu goed gaat of niet, nooit is er geld voor beleid. We zijn kampioen in het betalen van belastingen, maar alles verdwijnt in een bodemloze put. Het zegt veel over ons land en de regeringen die aan het roer zijn geweest.

Mengelmoes aan maatregelen zonder enige coherente beleidsvisie

De beleidsverklaring is een mengelmoes aan maatregelen zonder enige coherente beleidsvisie. De beslissing om de btw op gas en elektriciteit definitief van 21% naar 6% te brengen lijkt op het eerste gezicht misschien wel een goede zaak. Eindelijk. Ik heb daar samen met mijn partij steeds op gehamerd. Energie is een basisproduct en geen overbodige luxe.

Helaas zit er hier een serieuze adder onder het gras, in de vorm van listige accijnzen. Van zodra de marktprijzen dalen zullen de accijnzen worden verhoogd, zodat wij niet zullen kunnen profiteren van de gedaalde marktprijzen. De regering ontneemt ons dus de mogelijkheid om van lage prijzen te kunnen genieten. De mensen gaan dus helemaal niet minder betalen, maar de socialisten kunnen nu wel zeggen dat ze de btw op energie definitief hebben verlaagd.

Pierre-Yves Dermagne

Maandenlang bleef de PS-minister van Economie, Pierre-Yves Dermagne, volhouden dat er geen probleem was rond inflatie en dat de koopkracht van de mensen voldoende was beschermd door de loonindexatie. Volgens hem zou de inflatie in 2021 slechts 1,6% bedragen, wat toen al een grote leugen was. Voor dit jaar zitten we nu al op 12,3%, een cijfer dat hij zelf ook niet zo hoog inschatte.

De loonindexatie vangt het verlies aan koopkracht inderdaad op voor de producten die zijn opgenomen zijn in de korf waarop de spilindex is gebaseerd. Voor de overige producten is er geen compensatie. Maar de inflatie is vooral problematisch voor de spaarboekjes. De spaartegoeden zijn niet beschermd tegen de inflatie en dalen in waarde. Ze zijn al meer dan 12% gedaald in koopkracht!

Ik stel vast dat door het aangepast rentebeleid van de ECB de leningen wel aanzienlijk duurder worden, maar dat de rente op de spaarboekjes gelijk blijft. Zullen het na de energieproducenten nu ook weer de banken zijn die opnieuw woekerwinsten gaan maken op de kap van de bevolking die verder verarmt? Ik heb er bij de minister dan ook op aangedrongen hierover overleg te plegen met Febelfin.

Concurrentiekracht

Wat betreft de concurrentiekracht van de bedrijven was er aanvankelijk volgens minister Dermagne ook geen vuiltje aan de lucht. Door de snellere en hogere loonaanpassingen in ons land ontstaat er nochtans een concurrentienadeel. In de buurlanden moeten immers eerst loononderhandelingen worden opgestart en de uiteindelijke loonindexatie dekt er quasi nooit de inflatie. Maar volgens de minister hadden we gewoon met dezelfde nadelen te kampen als de buurlanden. Na verder aandringen was zijn enig verweer zelfs: ‘Ik ben maar een simpele jurist.’

Tot voor kort bleef hij zelfs ontkennen dat er een economische crisis in aantocht is. ‘Ik heb geen enkele indicatie dat er op korte termijn een economische crisis zal plaatsvinden’, repliceerde hij met veel trots. Dat zegt eigenlijk alles over de aanpak van deze regering. Ofwel is het ongebreidelde incompetentie, ofwel is het een tactiek om problemen vooruit te schuiven zodat er ook geen maatregelen genomen hoeven te worden.

Economische recessie

Maar eigenlijk leven we nu al in een economische recessie. Immers zal ons land dit jaar een economische groei hebben van 2,6%, terwijl de inflatie nu al oploopt tot 12,3%. Dat is een spanningsveld van maar liefst 10% dat ons alleen maar kan doen concluderen dat onze economie ondanks de hogere prijzen is gekrompen. Ondertussen loopt de gepresteerde interimarbeid terug, worden de orderboeken van onze ondernemingen steeds kleiner en zien we dat er meer gebruik wordt gemaakt van tijdelijke werkloosheid. Dat zijn allemaal tekenen aan de wand dat het niet goed gaat.

De paars-groene regering mag zijn ambitie om te streven naar een werkzaamheidsgraad van 80% alvast terug opbergen. De crisis zal géén oplossing zijn voor de krapte op de arbeidsmarkt, want heel wat 50-plussers zullen na het verliezen van hun baan niet meer aan de slag geraken en het zal allesbehalve evident zijn voor de jobhoppers van vandaag, waarvoor ‘the sky the limit’ is, werkgevers onder druk te blijven zetten met onwezenlijke voorwaarden.

Laat ons vooral hopen dat Vlaanderen geen economisch kerkhof zal worden door de steeds verder uit de haak getrokken concurrentiepositie. Een automatische loonindexering kan immers alleen maar werken als er andere maatregelen tegenover staan en daar blijft elke regering in dit land in het gebreke. Maar het is al een magere troost dat voor het eerst de economische problemen erkend werden door premier Alexander De Croo in zijn laatste ‘state of the union’. Vijgen na Pasen en een beleid om de economische malaise aan te pakken moeten we al zeker niet verwachten.

Van kwaad naar erger

Met het Europees Herstelfonds gaat het van kwaad naar erger. Door de slechte onderhandelingen van ons land zal België uiteindelijk ongeveer 17,4 miljard euro moeten bijdragen aan dat fonds. Oorspronkelijk zou België 5,9 miljard euro ontvangen, maar na een revaluatie werd dat bijgesteld naar 4,5 miljard euro.

Dat betekent dat België een nettobetaler zal zijn ten bedrage van 12,5 miljard euro. Veel geld dat we hier nuttig hadden kunnen besteden om onder meer de crisis aan te pakken. Het geld dat we dus mislopen, 1,6 miljard euro, zal de federale regering, wij dus, zelf moeten bijleggen om toch de goedgekeurde projecten te kunnen financieren. Er moet zelfs overwogen worden om bepaalde projecten te schrappen.

Schijven

Het bedrag dat aan ons land werd toegekend wordt niet in één keer uitbetaald, maar in schijven. Die uitbetaling gebeurt niet zomaar. Er zijn immers voorwaarden gekoppeld aan die subsidies. Alvorens een lidstaat een nieuwe schijf uit het Europees Herstelplan kan ontvangen, moet het land een rapport indienen waarin het aantoont dat het de vooropgestelde investeringen en hervormingen heeft uitgevoerd.

België ontving al een eerste schijf van enkele honderden miljoenen euro’s en zou eind dit jaar een tweede van 850 miljoen euro krijgen. De deadline voor een op de vijf Europese hersteldoelen werd niet gehaald en dus moet België de vraag voor de uitbetaling van de schijf van een klein miljard euro noodgedwongen uitstellen. Bij een paar van de grotere projecten is de vertraging zelfs problematische, zo geeft Staatssecretaris Thomas Dermine zelf toe. Het lukt dus voorlopig zelfs niet om het geld waar we recht op hebben, uitbetaald te krijgen.

Europees niveau

Op Europees niveau worden inmiddels plannen gesmeed om ook voor energie een Europees Steunfonds op te richten, naar analogie met het Herstelfonds dat werd opgericht na de coronacrisis. De energiecrisis vraagt wederom om Europese solidariteit zodat ook armere landen de kosten van de energiecrisis kunnen betalen, zo wordt gesteld. De Europese Unie zou dan weer gezamenlijk leningen aangaan om nadien het geld toe te stoppen aan de armere eurolanden.

Omdat ons land één van de rijkere landen is, zullen wij dan weer maar een relatief klein deel uit het fonds krijgen en waarschijnlijk weer veel geld aan de EU moeten afdragen om de lening te financieren. De zoveelste transfer. Als onze regering hier weer dezelfde zwakte aan de dag legt bij de vorige onderhandelingen, dreigen we opnieuw een smak geld te verliezen aan Europa.

Het economisch beleid van België is dan ook kort samen te vatten: barslecht met sombere vooruitzichten. Met dank aan een incapabele Vivaldi-ploeg.

Reccino Van Lommel is een Belgisch Vlaams-nationalistisch politicus voor het Vlaams Belang.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties