De beste fictie volgens Doorbraak-medewerkers
foto ©
Doorbraak-medewerkers selecteren de betere fictie van 2018. Omdat het Boekenbeurs is.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDoorbraak-medewerkers hebben een voorliefde voor non-fictie. Dat blijkt uit een rondvraag in de redactie naar hun favoriete boeken van 2018. De oefening was niet makkelijk. Iedereen kreeg drie vragen voorgeschoteld, die mooi passen in de feestelijke Boekenbeursperiode die morgen aanvat. De drie vragen leken nochtans op het eerste gezicht wél gemakkelijk: (1) wat is het beste fictie en het beste non-fictieboek van 2018 dat je las; (2) welk afgelopen jaar verschenen boek raad je de Doorbraak-lezers zeker aan om te lezen en (3) wat is het beste, belangrijkste of jou meest bepalende boek dat je ooit hebt gelezen. Dat op elke vraag maar met één titel mocht geantwoord worden, maakte het moeilijk. Velen hadden l’embarras du choix, konden gewoonweg niet kiezen en lieten de kelk aan zich voorbijgaan. Sommigen reageerden enkel op de derde vraag. Het getuigt nog maar eens hoe zeer de medewerkers van Doorbraak niet in één hokje te duwen zijn.
Dissident
Eerste dissident is Jean-Pierre Rondas. Tot voor kort radiomaker voor Klara. Nu voorzitter van Stem in ’t Kapittel, de vzw die Doorbraak uitgeeft. Op de eerste vraag geeft hij maar één antwoord. ‘Mijn beste fictie, tegelijk non-fictie van 2018: de wondermooie, prachtig uitgegeven catalogus van de Tolkien-tentoonstelling in Oxford: Catherine McIlwaine, Tolkien: Maker of Middle-Earth. Oxford, Bodleian Library, 2018.’
Rondas heeft al langer een grenzeloze bewondering voor Tolkien en zijn Lord of the Rings, ‘het basisboek van alle adult fantasy sindsdien’.
Dirk Rochtus, in de wandelgangen weleens ‘chef Dode Duitsers’ genoemd zocht het ook in het midden met Helmut Lethen, Die Staatsräte. Eliten im Dritten Reich: Gründgens, Furtwängler, Sauerbruch, Schmitt(Rowohlt-Berlin). Een boek op het kruispunt van fictie en non-fictie: De toneelspeler Gustav Gründgens, de dirigent Wilhelm Furtwängler, de chirurg Ferdinand Sauerbruch en de professor staatsrecht Carl Schmitt werden in 1933 benoemd tot lid van de Preußischer Staatsrat, een adviesraad in het Derde Rijk. Helmut Lethen brengt de vier beroemde Duitsers samen en laat hen gesprekken voeren over de domeinen waarin ze uitblonken en dat tegen de achtergrond van een zich vestigende dictatuur en groeiend verzet.
Literatuurliefhebbers
Pieter Bauwens kent onze inner circle als een literatuurliefhebber. Als de hoofdredacteur tenminste niet met Doorbraak bezig is. De beste roman van afgelopen jaar is volgens hem De heilige Rita van Tommy Wieringa. ‘Een boek dat naar de keel grijpt door de akelige stilte die erover hangt. Wieringa beschrijft er de eenzaamheid in al haar facetten in het Nederlandse platteland. Hij doet dat wel met liefde voor zijn personages, zet ze niet te kijk, de ingehouden wanhoop komt je bij het lezen tegemoet. Na het lezen hield het boek me lang bezig. En ik keek rond me naar de eenzaamheid rond me in mijn dorp. Dat is nog het meest treffende, hoe herkenbaar het eigenlijk allemaal is.’
Ook Chris Janssens, Vlaams Belang-fractieleider in het Vlaams Parlement, is een groot literatuurliefhebber en zelfs -kenner. Hij koos voor De avond is een ongemak van Marieke Lucas Rijneveld, door De Volkskrant uitgeroepen tot het literair talent van het jaar. ‘De avond is ongemak is het schrijnende verhaal van een Nederlands gereformeerd boerengezin dat wordt getroffen door de dood van een kind. Een wervelend debuut, met veel schrijf- en verbeeldingskracht.’ En alsof dat nog niet voldoende was, voegt hij er ook een vertaling aan toe. Trage paardenvan Mick Herron, door The Daily Telegraph bestempeld als ‘één van de twintig beste spionageromans aller tijden’. Bonte personages, gevatte oneliners, politiek gekonkelfoes, verbanden met de actualiteit en Britse humor, véél inktzwarte humor. Een ijzersterk begin van een ijzersterke serie rondom de excentrieke Jackson Lamb, die leiding geeft aan een groepje agenten die hun opdracht voor de Britse inlichtingendienst hopeloos verknoeid hebben. Hun bijnaam: trage paarden. In Engeland verschenen al vijf delen; Janssens hoopt dat de Nederlandse vertalingen snel volgen.
Koude Oorlog
Taalkundige en filosoof Ludo Abicht zocht het in Roemenië. Hij verkiest Eugenia van Lionel Duroy (Juillard, Parijs). ‘Een boek over een sterke jonge vrouw in het Roemenië van de jaren dertig en veertig. Fictie, maar vooral gezet in een historisch verantwoord kader (vergelijk met Les bienveillantes van Jonathan Littell). Ontroerend, literair en intellectueel uitdagend, een nieuwe blik op het ongelukkige Roemenië onder dictators, de nazi’s, de stalinisten en heel veel meelopers.’ In dat verlengde kiest oud- (of is het eeuwig?) journalist Gaston Durnez voor Angel van Filip Rogiers (Polis). Hij noemt het boek een ‘aangrijpend en origineel vorm gegeven verhaal, gebaseerd op weinig of niet bekende historische feiten uit de geschiedenis van de “koude oorlog” in ons land. Ontmoeting van fictie en non-fictie: goede literatuur van een goede journalist.’ Ook oud-VRT-Panorama-journalist Paul Muys blijft in de Koude Oorlog hangen. Hij gaat voor Juli Zeh, Unterleuten (in het Nederlands: Ons soort mensen). ‘Een turf over een fictieve dorpsgemeenschap in Brandenburg, voormalige DDR, en de confrontatie met een verder anonieme projectontwikkelaar die in het dorp een windmolenpark wil neerpoten; een scherp beeld van de menselijke soort. Ik denk dat de vertaling pas in 2018 het licht zag.’
Mag het iets minder zijn?
Ook het lichtere genre valt in de smaak. Nick Mertens leest haast enkel Stephen King en Dan Brown. ‘Het boek van Brown dat afgelopen jaar verschenen is moet ik nog lezen, dus kan ik het nog niet beoordelen. ‘De buitenstaander’ van King heb ik wel gelezen en is een zeer goed boek. Het is een detectiveverhaal, thriller en science fiction boek in één. Ik kan daar wel van genieten.’ Lieve Van Den Broeck houdt op haar beurt van alles van Nicci French. ‘Het schrijvers-echtpaar Nicci Gerrard en Sean French slaagt erin om een ongelooflijke psychologische spanning op te bouwen in hun boeken. Het zijn thrillers met goed uitgewerkte psychologische profielen van de personages. De man-vrouwcombinatie is het publieke geheim van hun fantastische schrijfstijl: emotie en ratio, yin en yang ineengevlochten. Het zijn geen boeken voor het slapengaan. Als je ze per ongeluk toch leest ’s nachts, doe dan je slaapkamerdeur op slot. Voor alle zekerheid.’ Ze genoot dit jaar extra van hun laatste boek De dag van de doden.
Geen fictie
Othman El Hammouchi reageert kort: ‘Op de eerste vraag heb ik geen antwoord.’ Hij leest geen literatuur. John Dejager idem: ‘ik lees bijna geen fictie’. Guido Lauwaert had dan weer geen tijd om nieuwe boeken te lezen, want te druk in de weer met zijn eigen memoires. Hij herlas wel – om zichzelf ‘op te peppen’ – Fjodor M. Dostojewski. Vooral zijn voorlaatste roman De jongeling kon mij ditmaal bekoren. Hoe Dosto speelt met trauma´s, karakters, emoties en dat allemaal met elkaar verweeft tot een complex gegeven’ staat hem ten zeerste aan. In tegenstelling tot Marc Vanfraechem, die zich liever niet uitsprak en enkel de derde vraag beantwoordde, weliswaar met een literaire tip: Moby-Dick. Ook oud-hoofdredacteur van Het Nieuwsblad Mathias Danneels reageerde ‘fictie lees ik niet of nauwelijks’. Net als Sam van Rooy, kersvers gemeenteraadslid Vlaams Belang, die stelt dat ‘de realiteit overtreft overigens regelmatig fictie’. Zijn parlementaire collega van Groen Björn Rzoska tipt dan weer de politiek geïnspireerde roman Vaderland van Fernando Aramburu: ‘Een knappe roman over de impact van de ETA op een Baskisch dorp, verteld aan de hand van het verhaal van twee bevriende families. Een vriendschap die sneuvelt omwille van de moord op één van de vaders waar een zoon van de andere familie bij is betrokken. Aramburu schetst genuanceerd de vele hoeken en kanten van het conflict, de interne familierelaties, de reacties van de rest van het dorp en de interne familierelaties.’
Kiezen is verliezen
Wim van Rooy week evenzeer af van de vraag en suggereerde een boek uit 1956, het Rodenbachjaar, het jaar van de mislukte Hongaarse revolte tegen het opgedrongen stalinisme. Fernando Aramburu, Menselijke voorwaarden: ‘deze oorlogs- en liefdesroman, die zich afspeelt in het Japanse leger in Mantsjoerije tijdens de Tweede Wereldoorlog en die voor de eerste maal in het Nederlands werd vertaald, beschrijft op bijna elke pagina hoe sadistisch Japanse soldaten op elkaar inslaan, waarbij er een absolute hiërarchie is, ook figuurlijk wordt de lezer knock-out geslagen. De roman laat je moe en wanhopig achter omdat de auteur aantoont dat humanisme ijdel vertoon is wanneer het geconfronteerd wordt met macht. Het hoofdpersonage wordt en cours de route als pacifist steeds minder mens. De filmtrilogie The Human Condition van Kobayashi werd op deze geweldige roman, die 1428 bladzijden telt, gebaseerd. Net zoals het personage Stoner van John Williams of zoals Oblomov van Gontsjarov, zal de lezer Kaji en zijn geliefde Michiko nooit meer vergeten.
Voor mezelf is de vraag naar de beste fictie ook een moeilijke. Zoals vele kornuiten ben ik meer een non-fictielezer. Onder hetzelfde motto trouwens als dat van Sam van Rooy: de realiteit overklast vaak de fictie. Maar de boog kan niet altijd gespannen staan, en dan ga ik graag voor een historische roman of historische thriller. Ik ben een onverbeterlijke fan van Philip Kerr, die in zijn boeken, via de omweg van een detective, de jaren 30, het interbellum en de Koude Oorlog doet herleven en tussen zwart en wit vooral veel ruimte voor grijs laat. Zijn recentste boek Vergeven en vergeten kon me minder bekoren. Het is jammer genoeg ook zijn laatste boek geworden, hij overleed eerder dit jaar. Wel maakte ik dit jaar kennis met een donker bijna magisch-realistisch boek van ‘pink poet’ Patrick Conrad: Diep in december(Vrijdag). Twee genres die elkaar ontmoeten bij een Vlaamse schrijver. Een échte pageturner. Zegt dat niet genoeg?
Morgen: de beste non-fictie volgens Doorbraak-medewerkers.
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.