fbpx


Cultuur

De boekendokter schrijft voor: Mrs. Dalloway

De boekendokter, aflevering 3


Mrs. Dalloway

‘En, hoe gaat het met je, vandaag?’ De boekendokter stelde bij het binnenkomen zoals steeds dezelfde vraag. Moeiteloos slaagde hij er ook deze keer in de woorden niet als een formule te doen klinken. Uit zijn vraag sprak een gemeende interesse, die bovendien niet louter professioneel was. Mijn boekendokter is een vriend voor degenen die hij bezoekt Het soort vriend dat weet dat ook boeken trouwe gezellen kunnen zijn. Er sprak telkens weer hoop uit zijn vaste vraag — de…

Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement

U hebt een plus artikel ontdekt. We houden plus-artikels exclusief voor onze abonnees. Maar uiteraard willen we ook graag dat u kennismaakt met Doorbraak. Daarom geven we onze nieuwe lezers met plezier een maandabonnement cadeau. Zonder enige verplichting of betaling. Per email adres kunnen we slechts één proefabonnement geven.

(Proef)abonnement reeds verlopen? Dan kan u hier abonneren.


U hebt reeds een geldig (proef)abonnement, maar toch krijgt u het artikel niet volledig te zien? Werk uw gegevens bij voor deze browser.

Start hieronder de procedure voor een gratis maandabonnement





Was u al geregistreerd bij Doorbraak? Log dan hieronder in bij Doorbraak.

U kan aanmelden via uw e-mail adres en wachtwoord of via uw account bij sociale media als u daar hetzelfde e-mail adres hebt.








Wachtwoord vergeten of nog geen account?

Geef hieronder uw e-mail adres en uw naam en we maken automatisch een nieuw account aan of we sturen u een e-mailtje met een link om automatisch in te loggen en/of een nieuw wachtwoord te vragen.

Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)

Uw abonnement is helaas verlopen. Maar u mag nog enkele dagen verder lezen. Brengt u wel snel uw abonnement in orde? Dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Heeft u een maandelijks abonnement of heeft u reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw abonnement bij voor deze browser en u leest zo weer verder.

Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)

Uw (proef)abonnement is helaas al meer dan 7 dagen verlopen . Als uw abonnementshernieuwing al (automatisch) gebeurd is, dan moet u allicht uw gegevens bijwerken voor deze browser. Zoniet, dan kan u snel een abonnement nemen, dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw gegevens bij voor deze browser of check uw profiel.


‘En, hoe gaat het met je, vandaag?’

De boekendokter stelde bij het binnenkomen zoals steeds dezelfde vraag. Moeiteloos slaagde hij er ook deze keer in de woorden niet als een formule te doen klinken. Uit zijn vraag sprak een gemeende interesse, die bovendien niet louter professioneel was. Mijn boekendokter is een vriend voor degenen die hij bezoekt Het soort vriend dat weet dat ook boeken trouwe gezellen kunnen zijn. Er sprak telkens weer hoop uit zijn vaste vraag — de niet minder vaste hoop dat het antwoord erop bemoedigend zou zijn.

Boekenvriend

‘Virginia Woolf heeft me goed gedaan’, verzekerde ik hem. ‘Ze heeft me dingen doen denken die ik voordien niet voor mogelijk hield.’ De boekendokter was zichtbaar blij, al leek hij allerminst verrast. Hij wist al langer dat de juiste boeken bij de juiste lezer dat soort effect konden hebben.

Maar evengoed besefte hij dat Woolfs proza bij sommigen het soort bijwerkingen had die een dokter — die om het mentale welzijn van zijn patiënt bekommerd is — maar beter kan vermijden. Wanneer de pijn van het medicijn erger wordt dan het lijden dat de kwaal veroorzaakt, moet er iets mis zijn met het voorschrift.

Dubbele dosis

Ik vertelde de boekendokter dat ik mijn dosis Woolf de voorbije week verdubbeld had. Na het lezen van het mooie essay over ziek zijn had ik Mrs. Dalloway uit de bibliotheek laten overkomen, de roman die Woolf voor ‘On Being Ill’ schreef. Mijn ziekte laat het me niet langer toe zelf naar de stad te trekken. Mijn boekenkoerier bracht twee versies mee (het Engelse origineel en een Nederlandse vertaling), samen met een dikke biografie van de auteur. Ik ken Woolfs leven intussen beter dan Virginia zelf.

Ik had over de roman gelezen in De boekenapotheek, een als naslagwerk vermomde reeks leestips voor lezers die graag hebben dat lezen zijn nut heeft. Mrs. Dalloway wordt in dat boek voorgeschreven als onderdeel van een stevige kuur tegen het maandagochtendgevoel.

Wie met tegenzin aan de week begint (voor wie geldt dat niet?) moet de roman van Woolf lezen, zeggen de makers van De boekenapotheek. Al op de eerste pagina gooit het titelpersonage de gordijnen van haar chique herenhuis open. Het wordt een prachtige dag, die ze wil afsluiten met een feest. Ze trekt de stad in, op zoek naar verse bloemen.

Loden deken

‘Maandagochtendgevoel’, zei de boekendokter met zichtbaar vermaak. ‘Speelt  de roman zich niet op een woensdag af?’ Zijn inzicht, zijn scherpte, zijn aandacht voor detail, ze verbaasden me steeds opnieuw.

‘Ik geloof dat ik een heel ander boek gelezen heb dan de twee dames die De boekenapotheek samenstelden’, vertelde ik hem. In mijn lezing was de roman allerminst een pleidooi voor zorgeloosheid en dorst naar de lichtheid van het bestaan.

Ik was ervan overtuigd dat de ziekte ook over Woolfs roman hangt, meer als een loden deken dan in het essay dat de boekendokter me eerder liet lezen. ‘Ze moet al langer met onderwerp bezig geweest zijn’, zei ik. Ik probeerde indruk te maken. De boekendokter speelde het spel meteen mee: ‘Hoe bedoel je dat?’, vroeg hij uitnodigend, ook al kon hij ongetwijfeld voorspellen wat ik wou zeggen.

Ernstig ziek

Ik wees hem op verschillende plaatsen in de tekst waarin gezegd werd dat Clarissa Dalloway in de weken en maanden voor de handeling van de roman, ernstig ziek was. De verteller wijst er verschillende keren op dat ze er nog steeds bleek uitziet. Ook heeft Clarissa duidelijke ‘mood swings’, schommelingen van emoties die ook haar gedachten onstabiel maken.

Ik meende in de roman de symptomen te herkennen die de boekendokter bij zijn vorige bezoek aan de auteur had toegeschreven: hartkloppingen, overspannenheid, de nood aan rust. In Woolfs biografie had ik daar ten andere meer dan voldoende allusies op gevonden.

Twee dokters

‘Maar het motief van de ziekte is natuurlijk het duidelijkst in de verhaallijn rond Septimus Smith’, repliceerde de boekendokter. Ik nam zijn voorzet dankbaar aan. Smith, veteraan uit de Eerste Wereldoorlog, wordt geplaagd door visioenen van de dood. Een vriend die hij niet heeft kunnen redden, spookt rond in zijn geest en bij momenten ook voor zijn ogen.

Woolf laat hem bij twee dokters langsgaan in haar roman. De eerste (Dr. Holmes) is ervan overtuigd dat er niets ernstigs aan de hand is. De patiënt heeft gewoon wat afleiding nodig, vindt-ie. Hij moet minder met zichzelf bezig zijn. En hij moet vooral ophouden met Shakespeare te lezen. Lezen doet je nog meer in jezelf kruipen, weet Dr. Holmes. Smith, dichter in de dop, wil Holmes na die diagnose niet meer zien.

Dure auto

De tweede dokter (Sir William Bradshaw) is de tegenpool van Dr. Holmes: een specialist met een succesvolle privépraktijk in Harley Street, Marylebone, het mekka van de beste Londense dokters. Dure auto voor de deur, hedendaagse kunst aan de muur. Smith en zijn vrouw hebben een afspraak op de middag.

Bradshaw herkent de symptomen meteen. Smith denkt er volgens zijn vrouw over na om uit het leven te stappen. De dokter weet voldoende: de patiënt heeft absolute rust nodig. Op het platteland, in een van de instellingen die de dokter beheert. Tot wanneer het beter gaat. Weg van de stad, weg van zijn vrouw. ‘De mensen waar we het meest om geven zijn niet goed voor ons wanneer we ziek zijn’, zegt Dr. Bradshaw aan Smiths echtgenote.

Kardinale eigenschappen

Met dat laatste was de boekendokter het duidelijk niet eens. Maar van de twee dokters die Woolf in haar roman opvoerde, vond hij Bradshaw veruit de betere. De verteller van Mrs. Dalloway schrijft hem de drie kardinale eigenschappen van de goede dokter voor: ‘sympathy; tact; understanding of the human soul’. (‘Medeleven; tact; inzicht in de menselijke ziel’.)

Ik gaf de boekendokter volmondig gelijk: Dr. Bradshaw heeft inderdaad niet veel nodig om te zien wat er met Septimus Smith aan de hand is. Maar, zo wierp ik op, ook hij slaagt er uiteindelijk niet in zijn patiënt te redden. Wanneer Smith later op de dag de indruk krijgt dat zijn dokters hem komen halen, springt hij door het venster van zijn appartement een zekere dood tegemoet.

Handen op de rug

Woolf leek me geen hoge pet op te hebben van dokters. De boekendokter gaf me gelijk. Hij herinnerde zich een  studie waarin werd aangetoond dat Holmes en Bradshaw gebaseerd zijn op Woolfs eigen dokters. Ook herinnerde hij zich een veelzeggende passage uit het dagboek van de auteur.

Het beeld dat bleef hangen van het overlijden van haar moeder — Virginia was toen pas dertien — was dat van de dokter die in de verte wegstapte, beide handen op de rug. Het was een beeld waaruit onmacht sprak, maar ook onverschilligheid.

Feest

Vooral dat laatste komt op het einde van Mrs. Dalloway terug: Dr. Bradshaw is samen met zijn echtgenote een van de vele gasten op het feestje van Clarissa. Hij vertelt er over de zelfmoord, eerder die avond, van een van zijn patiënten, op een manier die weinig medeleven of tact doet vermoeden, laat staan ‘understanding of the human soul’. Dat geldt ten andere ook voor Clarissa: zij is gechoqueerd door het verhaal, niet om de gebeurtenis zelf, het tragische einde van een nog onvoltooid leven, maar omdat in het gesprek de dood wordt binnengebracht op wat voor haar een viering van het leven moet zijn: het feest waar ze zo lang had naar uitgekeken.

Geen tijd

‘Ik weet niet of het je is opgevallen’, zei de boekendokter bij het buitengaan. ‘Er is één ding dat Bradshaw gemeen heeft met Holmes.’ Ik had werkelijk geen idee. Mijn gesprekspartner wachtte even, wat mijn nieuwsgierigheid samen met mijn bewondering voor zijn persoon deed toenemen. ‘Ook Bradshaw houdt niet van lezen’, zei de boekendokter. ‘Of beter: hij heeft er geen tijd voor.’

Ik moest toegeven dat het detail me bij mijn lectuur volkomen was ontgaan. Zou ik ooit zo’n goed lezer kunnen worden als de boekendokter? Ik twijfelde er sterk aan, maar ik nam me drie dingen voor: blijven lezen, volharden, naar het best mogelijke streven.

Jurgen Pieters

Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent.