JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De cultus van de mensenrechten

Miel Swillens6/9/2016Leestijd 2 minuten

Edmund Burke wist het meteen al.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Bij de Franse katholieke uitgeverij Desclée De Brouwer, in een ver verleden in Brugge opgericht, verscheen een belangwekkend essay van de hand van Jean-Louis Harouel: Les droits de l’homme contre le peuple (2016). Professor emeritus Harouel is rechtshistoricus, maar publiceerde recent ook enkele essays met een uitgesproken politieke boodschap, zoals Le vrai génie du christianisme en Revenir à la nation. In zijn dit jaar uitgebrachte essay heeft hij het over de mensenrechten en hoe die worden misbruikt om een politiek te voeren die ingaat tegen de wil van het volk. Vandaar de titel: Les droits de l’homme contre le peuple.

In de laatste decennia van de vorige eeuw, zo betoogt professor Harouel, zijn de mensenrechten een nieuwe seculiere religie geworden, die het ter ziele gegane communisme moet vervangen als universeel heilsproject. Les droits de l’homme et du citoyen waren oorspronkelijk bedoeld om de Franse burger te beschermen tegen de willekeur van de staatsmacht. Maar vandaag worden ze misbruikt om massamigratie te faciliteren en aan de islam een geprivilegieerde status toe te kennen. De mensenrechten keren zich tegen het Franse volk en bedreigen dat volk in zijn voortbestaan. Wanneer een staat van de mensenrechten zijn beleid maakt, dan veroordeelt die zichzelf tot collectieve onmacht. De Moslimbroeders hebben dat maar al te goed begrepen, zoals blijkt uit een uitspraak van hun ideoloog Yusuf al-Qaradawi: ‘Met uw democratische wetten zullen we u koloniseren.’

Jean-Louis Harouel wijst er ook op dat de mensenrechten van aard veranderd zijn. De individuele vrijheden, zoals de vrijheid van denken en de vrije meningsuiting, zijn naar het achterplan verschoven. In de plaats kwam een obsessie met non-discriminatie, met ‘iedereen gelijk’ en de onderlinge verwisselbaarheid van alle mensen. Harouel spreekt van ‘mêmisme’. Wordt Parijs een stad bewoond door Malinezen, Somaliërs en Afghanen, so what? De mensenrechten verbieden ons ‘de andere’ anders te zien dan als een gelijke, en wat ons van elkaar onderscheidt mag niet meer worden benoemd. Mensenrechten bekommeren zich niet om de maatschappelijke cohesie en ondergraven het idee van burgerschap. In De la démocratie en Amérique heeft De Tocqueville het over het geluk geboren te worden in een Europees land ‘au milieu d’hommes que la nature avait faits nos semblables.’ Maar vandaag is dat geluk in strijd met de mensenrechten.

Om iedere vorm van discriminatie uit te schakelen, stelt Harouel, hebben we de liberale democratie ingeruild voor ‘un régime disciplinaire’. Die nieuwerwetse ‘democratie’ eist van het volk dat het zijn soevereiniteit opgeeft voor de cultus van het universele en de openheid naar ‘de andere’. In naam van de universele broederlijkheid moet de eigen identiteit worden verloochend en afgezworen. De fraternité van de Franse Revolutie wordt onder dwang opgelegd en verdringt de liberté. Zo wordt het pad geëffend voor het despotisme.

Wie meteen doorhad dat de cultus van de mensenrechten tot despotisme zou leiden was Edmund Burke, auteur van Reflections on the Revolution in France (1790). Harouel verwijst naar Burke, maar zonder uit zijn werk te citeren. Het loont nochtans de moeite dat wel te doen. In een magistrale zin vatte Burke samen wat er aan de ‘mensenrechten’ schort: The pretended rights of these theorists are all extremes: and in proportion as they are metaphysically true, they are morally and politically false. De zogenaamde rechten van deze theoretici gaan altijd tot in het extreme, en voor zover zij abstract gesproken waar zijn, zijn ze moreel en politiek vals.

Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.

Meer van Miel Swillens

De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?

Commentaren en reacties