De duif is dood
De commotie over het boek De keizer van Oostende laat een weeë geur na. Tien dagen lang werden de auteurs, onder de listige regie van Johan Vande Lanotte, mediatiek ondergedompeld in een sfeer van verdachtmaking en ongeloofwaardigheid. Journalisten stapten argeloos mee in die weinig collegiale desinformatieoptocht: de vierde macht op slappe benen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNet voor de lancering van het boek, trommelde Vande Lanotte een rist argeloze journalisten samen en troonde hen moeiteloos mee voor de uitvoering van zijn uitgekookt desinformatieplan. Een aantal zagen in de vele tegenwerpingen van de vice-premier meteen ook de weerlegging van de inhoud van het boek. De journalistieke bronnenkritiek en informatiecontrole stopte blijkbaar aan de ingang Vande Lanottes kabinet.
De keizer kreeg meteen ruggesteun van VRT-hoofdredacteur Luc Rademakers en mediaminister Ingrid Lieten. Samen orchestreerden ze een gecoördineerde begripsverwarring, doorspekt met dubbelzinnigheden over ‘beschermende maatregelen’, het belang van onderzoeksjournalistiek en de ‘kwaliteitsomgevingen’ waarin die best tot stand komt. Tijdens een wedstrijd synchroonzwemmen zou het trio vlot edelmetaal hebben gehaald. Ondertussen werd het boek – ‘een schoolvoorbeeld van onderzoeksjournalistiek’, aldus uitgever André Van Halewyck – vakkundig in de tendentieuze hoek platgedrukt.
Wijze les
Eerder, op 5 mei, had Vande Lanotte in Reyers Laat nochtans zijn consequente zijde getoond: ‘Men is bezig om een boek over Oostende en over mij te maken. (…) Ik vind dat niet zo leuk, maar … ik ben politicus en dus moet je van zo’n dingen onthouden en in de clinch gaan op het inhoudelijke. (…) Het is een deel van de democratie dat je het voorwerp bent van de kritiek en niet degene die de kritiek maakt, anders moet je geen politicus zijn.’
Maar die schijnvertoning was buiten de weerbarstigheid gerekend waarmee de keizer vlak voor de publicatie van het boek terugsloeg. De sfeerschepping dat ‘het boek leest als de blog van Jean-Marie Dedecker’ verraadde meteen dat Vande Lanotte’s tegenaanval niet gespeend zou blijven van populisme.
Erwin Vanmol vatte in Knack van 30 mei het eindspel samen in een magistrale cartoon, waarin Luc Rademakers twee koerierduiven in koelen bloede met een nekschot kaltstellt: ‘Het probleem is aangepakt Herr Kaiser.’ En zoals wijlen Toon Hermans in zijn onvergetelijke auditiesketch al aangaf: ‘Duiven moeten kunnen fladderen, meneer’.
Op diezelfde 30 mei ontving VRT-radiojournalist Johny Vansevenant een eredoctoraat voor 20 jaar ‘betrokken, maar neutrale en uiterst betrouwbare radioverslaggeving’. In De Ochtend wees Vansevenant er op dat onderzoeksjournalistiek ‘een zeer moeilijke discipline is’ en maande aan om ‘heel rustig te blijven’. Dat was volgens interviewster Lisbeth Imbo alvast een ‘wijze les’ van de kersverse eredoctor.
Zo eindigde een week waarin de vierde macht vleugellam werd gemaakt, toch nog met een feestelijke, valse noot. De duif is dood. Lang leve de Vlaamse onderzoeksjournalistiek.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.
Frank Thevissen duikt in een driedelige reeks achter de schermen van de constructieve journalistiek. Vandaag de derde aflevering (slot).
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.