De Groene goochelshow
Het cultuurbeleid van de N-VA
Sven Gatz voert een cultuurbeleid dat mag gezien worden. 2015, Lint Reporters / VERFAILLE
foto ©
Met cijfers in de hand verdedigt Marius Meremans (N-VA) het cultuurbeleid van de Vlaamse regering tegen kritiek van Bart Caron (Groen).
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEr zijn nog zekerheden in het leven: de dagelijkse valpartijen in de Tour, de Mannschaft die wint na 90 minuten, de Chiro die op bivak vertrekt … En er is altijd wel een Groen-politicus te vinden die op 11 juli met een moreel superieur vingertje de ‘cultuurbarbaren‘ van de N-VA terechtwijst.
Dit jaar was het de beurt aan Bart Caron. Deze tackle met de voeten vooruit, had veel weg van een hagenpreek. Hij hekelde het gebrek aan cultuurvisie en -beleid van de N-VA. Even had ik ijdele hoop dat zijn opiniestuk in De Standaard wel degelijk cijfermateriaal en concreet bewijs zou bevatten. Niet dus, maar daar maalt een Groen-politicus eenmaal niet om.
Met cijfers kan je elke these bewijzen, maar voor mij vormen cijfers toch nog steeds de basis om een onderbouwd debat te voeren. Vergeef dus mijn aanzet tot een antwoord waarbij cijfers en feiten de bovenhand halen.
Cultuurbeleid
Eerste opvallend feit: de huidige minister van Cultuur is bij mijn weten verre van een Vlaams-nationalist. Het Vlaamse cultuurbeleid is in handen van de Open Vld, maar, daar gaan we niet zeurderig over doen, het globale cultuurbeleid wordt sterk gestuurd door het Vlaams Regeerakkoord en de Vlaamse regering waarin N-VA de grootste partner is.
En die Vlaamse Regering investeerde in 2016 ruim 418 miljoen euro in de brede Vlaamse cultuursector. Toen Bart Caron kabinetschef was van cultuurminister Bert Anciaux, in tijden waarin het manna nog uit de hemel viel, was dit 347 miljoen euro, of ruim 71 miljoen euro mínder. Niet onbelangrijk daarbij: die 418 miljoen euro is exclusief de middelen die voor het Lokaal Cultuurbeleid overgeheveld werden naar het Gemeentefonds.
Wanneer we het budget sectoraal bekijken, stellen we vast dat ook de middelen voor kunsten, na de besparingsronde in 2015, dit jaar opnieuw met 10 miljoen euro stijgen en hierdoor ruim boven het jaarlijkse budget van de periode 1999-2004 liggen. Spijtig genoeg merken we hetzelfde niet binnen de cultureel-erfgoedsector. Die moet nog tot 2019 wachten op een reeds lang beloofde budgettaire inhaalbeweging. Als N-VA willen we ons daarvoor inspannen. Hopelijk vinden we in Vlaams minister Gatz, maar ook in Bart Caron, een partner om dit te realiseren.
Helemaal in lijn met het Regeerakkoord werden onze Vlaamse Kunstinstellingen versterkt. Niet enkel werden het Concertgebouw in Brugge en de Vooruit te Gent opgeschaald, ook het bedrag voor de grote Vlaamse Kunstinstellingen (AB en co) ging de hoogte in en bedraagt nu 54 miljoen euro, in 2009 was dit nog 41 miljoen euro.
Verspilbeleid
Waar deze Vlaamse regering wel mee komaf gemaakt heeft, is het verspilbeleid van toenmalig minister Anciaux. Graag breng ik de geweldige Daarkom-saga, met het al even geweldige Vlaams-Marokkaans cultuurhuis dat gevestigd was in het theater ‘La Gaïeté‘ te Brussel, nog eens in herinnering. Dit heeft Vlaanderen 10 miljoen euro gekost, terwijl daar eigenlijk geen enkele noemenswaardige cultureel evenement heeft plaatsgevonden. Uiteindelijk werd het huurcontract stopgezet met als prijskaartje nog eens een schadevergoeding van 1,4 miljoen euro. Niet echt een toonbeeld van goed beleid.
Daarnaast werd de keuze gemaakt om minder kunstenorganisaties te subsidiëren, maar wel om het subsidiebedrag te verstevigen. Ook het ondernemerschap wordt gestimuleerd en de zoektocht naar aanvullende financiering wordt gefaciliteerd. En dan is er nog de verruiming van het Tax Shelter-instrument naar de sector van de podiumkunsten toe en de taxshift, die ook de cultuursector ten goede komt.
Keuzes
Als dhr. Caron ons verwijt ‘verkrampte nationalisten’ te zijn, dan neemt hij wetens en willens een loopje met de werkelijkheid. Wij zijn de eerste partij om te beamen dat Vlaanderen zich moet openstellen en met zijn cultuur naar buiten moet komen. Wij zijn de eerste die ijveren voor een sterk, uitgebouwd internationaal cultuurbeleid en een stevige culturele diplomatie.
Natuurlijk reken je een cultuurbeleid niet af op het Sinterklaas-spelen. Wat essentieel is, is dat het beleid keuzes maakt en die keuzes worden vandaag, meer dan ooit gemaakt. Natuurlijk zouden wij ook graag hebben dat er meer geld naar cultuur kan gaan. Maar de maatschappelijke noden in verschillende sectoren zijn hoog en dus dienen er keuzes gemaakt te worden.
Dat Bart Caron zijn veredelde toogpraat tijdens de 11 juli-week de wereld instuurt, is geen toeval. Een Vlaamse identiteit is Groen immers een doorn in het oog.
Voor Vlaams-nationalisten is cultuur een uiting van onze identiteit en die is onlosmakelijk verbonden met een volk en zijn tradities en kijk op de wereld. Het feit dat je eigen historische Vlaamse Meesters wil uitdragen, hoeft helemaal niet tegengesteld te zijn aan het feit dat je ook kansen wil geven aan actuele kunst of oog hebt voor nieuwe initiatieven in pakweg de sociaal-culturele sector.
In tegenstelling tot de Groen-fractie en Bart Caron, kan de Vlaams-nationale beweging rekenen op een rijke culturele traditie die elkeen moet erkennen.
Zolang Groen de Vlaames identiteit niet ten volle erkent, kan de partij ook nooit een meerwaarde bieden voor onze cultuur.
Marius Meremans (1967) is woonachtig in Dendermonde, gehuwd en vader van drie zonen. Hij is regent Frans-geschiedenis-Latijn-Engels. Momenteel is hij gemeenteraadslid in Dendermonde en Vlaams volksvertegenwoordiger. In het Vlaams Parlement focust hij zich op de thema’s cultuur en binnenlandse zaken.
Een voorstel voor decreet over sociaal-cultureel volwassenenwerk wordt weggehoond omdat het geen subsidies wil voor culturele segregatie. Marius Meremans (N-VA) verdedigt het in deze Vrije Tribune.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.