De Grondwet is toch maar een vodje papier
foto © Belga
Wat de Grondwet waard is voor Vivaldi bleek nog eens na vragen van Barbara Pas over de tewerkstelling van derdelanders in de administratie.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld.’ Zo staat het in artikel 10 van de Grondwet. Concreet komt dit erop neer dat alleen Belgen in dit land ambtenaar mogen worden.
Een betwistbare rechtspraak heeft dat inmiddels weliswaar al uitgebreid tot onderdanen van de EU, de EER en de Zwitserse Bondsstaat, maar nog niet tot derdelanders. Dit laatste heeft de Raad van State al herhaaldelijk bevestigd, zowel in adviezen als in arresten. Deze situatie is natuurlijk een gruwel in de ogen van de immigratielobby en van al wat politiek correct is in dit land.
‘In afwachting van grondwettelijkheid’
Het heeft er onze bestuurders, inclusief die van N-VA, evenwel niet van weerhouden ongegeneerd besluiten uit te vaardigen en te handhaven waarmee derdelanders in de administraties kunnen worden tewerkgesteld. Het Waals Gewest deed het, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest deed het, de Franse Gemeenschap deed het, de federale overheid deed het. En ja, ook ’onze’ Vlaamse regering – die anders toch zo scrupuleus gehecht is aan de beginselen van de rechtsstaat – deed het helaas ook, zowel voor de Vlaamse administraties als voor de plaatselijke besturen. Op die manier worden intussen wellicht vele duizenden derdelanders, flagrant in strijd met artikel 10 van de Grondwet, tewerkgesteld in de diverse administraties die dit land rijk is.
Stelde men daar de vorige legislaturen kritische vragen over, dan werd daarop geantwoord dat dit gebeurde in afwachting van een herziening van dat artikel 10 van de Grondwet, waardoor het wel mogelijk zou zijn. Een soort voorafname dus op wat nog moest komen, op zich al een eigenaardige redenering die niet thuishoort in een rechtsstaat. En inderdaad, dat artikel 10 van de Grondwet werd al herhaaldelijk door uittredende regeringen voor herziening vatbaar verklaard. Maar om een of andere reden is er nog niets in huis gekomen van een aanpassing van dat artikel 10 en blijft het grondwettelijk gezien dus nog altijd onverkort verboden derdelanders in het openbaar ambt te werk te stellen.
‘Ongrondwettig, maar we doen voort’
Op 17 mei 2019 beging de restregering-Michel, nochtans de politieke correctheid zelve, bovendien een flater. In haar ijver om zo weinig mogelijk Grondwetsartikelen in herziening te stellen, vergat zij, ongetwijfeld in een ogenblik van onoplettendheid, artikel 10 opnieuw in haar lijst op te nemen. Gevolg: dit artikel kan deze bestuursperiode niet worden herzien en blijft daardoor onverminderd van kracht. Zelfs het bedenkelijke voorafname-’argument’ gaat nu dus niet meer op.
Nadat ik via parlementaire schriftelijke vragen had vastgesteld dat er in het federaal openbaar ambt honderden derdelanders inmiddels ongrondwettig zijn tewerkgesteld, confronteerde ik daar minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter (Groen) mee, alsook met de ongrondwettigheid van het koninklijk besluit dat dit toelaat. De Sutter gaf ruiterlijk toe dat dit alles perfect ongrondwettig is, maar weigerde pertinent dit besluit in te trekken of te wijzigen om het grondwetsconform te maken.
Bananenrepubliek
Deze week confronteerde ik daarom eerste minister Alexander De Croo (Open Vld) met het antwoord van zijn minister en met de vraag of hij niet van oordeel is dat zijn ministers zich aan de Grondwet moeten houden. Wat mij de reactie opleverde dat hij ter zake alle vertrouwen in de vernoemde minister heeft. Met andere woorden: er is geen vuiltje aan de lucht.
België een rechtsstaat? Laat mij niet lachen! België is een bananenrepubliek, met in het beste geval een dun laagje rechtsstatelijk vernis erop. Dat wisten we natuurlijk al veel langer. Maar dit dossier is daar nog eens een perfecte illustratie van.
Barpara Pas is nationaal ondervoorzitter en Kamerfractievoorzitter van Vlaams Belang en mama van twee dochters. Ze studeerde voor handelsingenieur aan de KU Leuven.
De federale regering engageerde zich om asymmetrisch te besturen. Wat is daar drie jaar later van terecht gekomen? Barbara Pas maakt de balans op.
Frédéric De Gucht ziet de Brusselse onderhandelingen afspringen en de federale doodbloeden. ‘Ze lijken een ander verkiezingsresultaat te willen.’