De man die van mensen hield: Vlaanderen volgens Ceustermans en Reynebeau
Emmanuel De Bom
foto ©
Dankzij deze voorbeeldige biografie gaat De Bom u interesseren én leert u veel over een cruciale periode in de Vlaamse geschiedenis.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHoe verhoudt de vroege moderne Vlaamse literatuur zich tot de Vlaamse emancipatiebeweging? Ik werp deze vraag op naar aanleiding van de biografie van Emmanuel De Bom die Chris Ceustermans onlangs onder de titel De man die van mensen hield publiceerde. Ik ben nogal onder de indruk van dat boek, welks auteur mij even sympathiek lijkt als zijn onderwerp: een collega van een eeuw geleden.
Emmanuel De Bom
De Bom leefde van 1868 tot 1953 (een jaar voor mijn geboorte). Zijn belangrijkste literaire werk is Wrakken, de eerste Vlaamse stadsroman uit 1898. Dat is vijftien jaar ouder dan Villa des Roses, dat steevast ‘de eerste Vlaamse stadsroman’ wordt genoemd. Het boek van De Bom is al zo lang niet meer in druk dat ik het niet kende, maar op basis van de informatie in de biografie zou ik het bijzonder graag lezen.
De Bom richtte het tijdschrift Van Nu en Straks op en was als hoofdbibliothecaris verantwoordelijk voor wat tegenwoordig het Letterenhuis heet. Voor de rest was hij vooral een literaire figuur, een bemiddelaar, mentor en emancipator. En ook recensent, onder meer voor de voorloper van NRC Handelsblad. Zijn vriendenkring was immens, en als min of meer vrijzinnige intellectueel was hij met de meest uiteenlopende schrijvers en denkers bevriend, van Stijn Streuvels tot August Vermeylen.
Veel aan zijn leven was dubbelzinnig: zijn land bestond uit twee landen, zijn taal uit twee talen; hij was een activist maar ook een Belg. Zijn loopbaan viel in een paar carrières uiteen; het establishment sloot hem op, drukte hem aan de borst, ontsloeg hem. Twee vrouwen verscheurden zijn enige hart en hij poogde levenslang een lokale identiteit te verzoenen met het wereldburgerschap — hij was vast niet toevallig met zoveel Joden bevriend. Ik denk dat ik hem erg aardig had gevonden, een geestverwant, of althans iemand met wie ik graag in de kroeg had gezeten.
Maar de ontvoogding dus, de taalstrijd, het activisme…
Afgesneden van de geschiedenis
Van deze mij in hoge mate interesserende materie weet de afstuderende Vlaming van vandaag volstrekt niets. Als hij wist wat een maagdelijke geboorte was, dan zou de gemiddelde student menen dat het Vlaams Belang of de N-VA het resultaat was van een maagdelijke geboorte. Uit het Vlaams onderwijs blijkt telkens weer dat Vlaanderen niet van zichzelf houdt, of enkel in de vorm van een spasmisch schokken. Je ziet het aan de borden bij de klimaatdemonstraties: de Franstalige jeugd demonstreert in het Frans, de Nederlandstalige in het Engels. Deze mores zijn het resultaat van tempora die zijn afgesneden van de geschiedenis.
België als historische noodzakelijkheid
In De Standaard schreef Marc Reynebeau een zuinige recensie over het boek. Reynebeau is natuurlijk een historicus, maar dan een van de soort die een bepaald specialisme — in zijn geval België — als grondgebied bezet houdt en afwijkende meningen als een persoonlijke krenking opvat, of een uiting van stompzinnigheid, of o blasfemie — een casus van flamingantisme.
In dat verband laat hij graag het woord ‘teleologie’ vallen, dat wijst op de hegeliaanse noodzaak van een geschiedenis die bij België moest uitkomen, niet bij Vlaanderen. Met zijn pen zwaaiend op de enorme schans van zijn gelijk, orakelde hij in de krant hoofdzakelijk over zijn eigen opvatting, die erop neerkwam dat de sympathie voor De Bom teleologisch in een dubieus boek moest uitmonden. Hij gaf het, misschien onder enige druk, nog net drie sterren in het systeem dat is ontworpen om die lezers te bedienen voor wie boekenbijlagen te dik zijn.
Aanbeveling tot lezing
Zou Reynebeau De man die van mensen hield eigenlijk wel gelezen hebben? Dat klinkt als een tamelijk geschifte vraag, hij treedt tenslotte op als recensent. Laat me u een kleine anekdote vertellen: ooit interviewde hij Geert van Istendael en mij op een of andere bijeenkomst over ons gezamenlijke (flamingantische noch belgicistische) boek Een geschiedenis van België, geschreven voor nieuwsgierige kinderen (en hun ouders). De geur van niet-gelezen-hebben kwam al met de eerste vraag aandrijven. Ik stelde hem daarop een strikvraag waaruit onweerlegbaar bleek dat hij het inderdaad niet had gelezen, of op zijn best heel erg slecht. Maar ongetwijfeld is hij goed in bladeren.
Ik beveel u De man die van mensen hield van harte aan, ook als De Bom u niet zou interesseren. Dankzij deze voorbeeldige studie gaat hij u wel interesseren, en leert u ook nog eens ontzettend veel over een cruciale periode in de Vlaamse geschiedenis.
Intussen zoekt De Bom een postume uitgever, minstens voor Wrakken. Ik koop tien exemplaren als iemand zijn hoofd in die strop steekt.
Het boek is hier te koop.
Benno Barnard is een schrijver die meent dat het heden gewoonlijk ongelijk heeft.
De reislust voert uw schrijver naar de Maas en Brussel, waar hij onthaald wordt door een villa, kunstschilders en een schaamteloos jonge fotograaf.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.