JavaScript is required for this website to work.
Media

De Morgen: een bescheiden voorstel aan de onderpastoors van bladzijde 2

Jean-Pierre Rondas11/3/2017Leestijd 4 minuten

En telkens weer dezelfde preek is niet bevorderlijk voor het kerkbezoek

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Onderwijsminister Hilde Crevits zal wel twee keer nadenken voor ze weer met zo’n simpel ideetje over ouderparticipatie op de proppen komt. De lezer had misschien al vermoed dat haar familienaam iets met garnalen of ‘crevetten’ te maken heeft. Dat is zelfs wetenschappelijk bewezen. Welnu, roze gekookt of levend gepeld of gekielhaald, of wat ze ook met crevetten doen, dat werd zij niet. Neen, haar overkwam iets veel ergers. Gehomanst werd ze. Deze brave vrouw uit het Moedige Midden werd behandeld alsof ze een harde, ordinaire, egoïstische tante van de N-VA was. Christelijk en lijdzaam liet ze de smaad aan zich voorbijgaan. De spugers en lasteraars waren niet die van UNIA, die hielden zich namelijk gedeisd. Het had gekund natuurlijk, maar ’t was ’t moment niet. Die mannen en vrouwen wisten dat ze moesten zwijgen dat ze zweetten.

De lasteraars waren de onderpastoors van het commentariaat. Die kregen er maar niet genoeg van. Een volle week hebben ze zich onledig gehouden met stukjes schrijven over de trieste, wrange, zieke, beledigende, stereotyperende en stigmatiserende uitspraken van Hilde Crevits. De Standaard haalde zelfs een editie met zeven bladzijden over deze prangende problematiek, terwijl onze brave directrice van het Vlaamse onderwijs toch slechts gesuggereerd had dat alle ouders een beetje mee zouden overleggen over het wel en wee en de voor- of achteruitgang van hun schoolkind.

En dit eigenste weekend is het nog niet over. De croquette crevitte wordt nogmaals opgediend, nu met de kapot-gefrituurde en redelijk giftige peterselie van de heren Bart Eeckhout en Joël De Ceulaer. Laat ik met deze laatste beginnen.

‘Rot toch op met je Vlaamse identiteit’

Over zijn essay dit weekend (zo noemt hij zijn stukken) kan ik kort zijn. Het gaat over identiteit. Alles daarover is al honderd keer gezegd, maar hij zegt het nog eens. We hadden dit onderwerp kunnen verwachten, want in de loop van die week was Joël zich te buiten gegaan aan een lichtelijk onbeschofte tweet, als een smartelijk zwaard direct in het christelijke hart van La Crevits gemikt, en die tweet luidde: ‘Rot toch op met je Vlaamse identiteit.’ Knap stukje journalistiek werk moet ik zeggen (Crevits had namelijk de Vlaamse identiteit durven vermelden), maar misschien niet bevorderlijk voor het serieuze, filosofische imago des heren Joël. Weliswaar geen werk voor UNIA, maar toch had deze twistende tweeter iets uit te leggen. Vandaar zijn oeverloze stuk in De Morgen, zogenaamd over het diversiteitsdebat, maar in wezen om aan te tonen waarom hij het identiteitsconcept verafschuwt.

Ik vat het even samen, anders lezen wellicht enkel zijn weinige parochianen zijn elucubratie. Identiteit is héél gevaarlijk. En dan komt het bekende riedeltje weer, waarvan de schrijver veronderstelt dat het voor zijn lezer nieuw is (of ook de kijker of luisteraar nog kan verrassen want kranten en VRT gaan hier hand in hand): kunt u formuleren waaruit uw identiteit bestaat? Zo schrijft dus ook De Ceulaer getrouw. Ik weet waarop dit spelletje steevast eindigt: het gewone lees- kijk- of luistervee is noch min noch meer een kudde racisten. Zo ook in het essay van De Ceulaer dus.

De redemptorist

We komen er. Want Joëls identiteitsgemier moest toch behoorlijk aangekondigd worden in Bart Eeckhouts editoriaal, onze tweede onderpastoor. Ook een redemptorist kan als onderpastoor fungeren, meen ik me te herinneren. En Eeckhout had deze week al een stuk over Crevits geschreven onder de spitsvondige titel ‘Schild en Vriend’, kwestie van de zaak niet op de spits te drijven natuurlijk, want Crevits oproep ging natuurlijk over taal, en taal is teer bij deze mensen. Enfin, de predikant van De Morgen dus, die na een insmijtertje steevast verzoenend begint en vermanend eindigt.

Hij betreurt de twist in onze rangen. Tegenstrevers mogen we zijn, vijanden niet. In het diversiteitsregime gaan we de verschillen overstijgen. Tot nu toe denk je Herman Van Rompuy te lezen, tot de passage met het vermaan eraan komt. Dan verandert de toon. Want! Er zijn er die! Er zijn er onder ons die! Die geloven in kletskoek!  Kletskoek, namelijk dat in Vlaanderen (ik citeer letterlijk)‘te vuur en te zwaard weer de blanke christelijke monocultuur kan gevestigd worden’!

Debatteren of polariseren?

Waarde lezer, laat ik nu ook maar eens van toon veranderen. U ziet met mij: dit is niet meer ‘te doen’, en het is allang niet meer ‘te doen’. Het lijkt onmogelijk, maar het is veel erger dan in de tijd van Yves Desmet (die dan weer niet zo goed schreef). Meent deze man zo’n zin? In niets wat in Eeckhouts stuk voorafging, wordt ook maar enige ironie aangekondigd. Ironie past trouwens niet bij het commentariaat. De formulering alleen al wijst op diepe vijandschap, zeker geen tegenstanderschap. Dit is diep fout en diep beledigend en belet daarom het debat waarnaar deze onderpastoors beweren hevig te verlangen.

Mijn inschatting is trouwens dat deze mensen, of ze nu Eeckman of Brinkhout heten, helemaal niet op debat uit zijn. Ongeveer elke tegenstander verwijten ze te ‘polariseren’ en ze polariseren aantoonbaar zelf. Een echt debat druist in tegen de slechte gewoontes die ze dagelijks, verstokt en onbeleerbaar beoefenen. Een echt debat zou impliceren dat ze een kruis mogen maken over hun baan als monomane monologisten-vanop-hun-kansel.

A Modest Proposal

Ik heb een bescheiden voorstel, een modest proposal, om van deze kranten weer journalistieke producten te maken. Zoals u weet bedoelde ook Jonathan Swift dat heel serieus. OK, de krant werft dus een ‘rechtse zak’ aan (zoals Joachim Pohlmann zichzelf onlangs noemde), niet als wekelijks columnist maar als dagelijks opiniërend redacteur. De krant maakt van het commentariaat een dagelijkse duobaan. Bart Eeckhout mag aan de linkerkant van bladzijde 2 blijven, dat schept duidelijkheid, en voor de Pohlmann van dienst maken ze de rechterkant van diezelfde bladzijde vrij. Elke dag schrijven beide heren of dames over hetzelfde onderwerp, daarin zullen ze dan toch moeten overeenkomen. Evident zullen hun evaluaties van de toestand van de dag uiteenlopen (tussen identitair en kosmopolitisch, of tussen gesloten en open, de fameuze nieuwe scheidslijn). De bladzijde als geheel zal de reflectie zijn van de hoge kunst van de sofisten, met dit verschil dat beiden zullen menen wat ze schrijven. In de huidige toestand weet de lezer dát niet eens.

Dan weten we of een Bart Eeckhout, nu eens echt geconfronteerd met een andersdenkende die rechts van hem staat, zulke onzinzinnen nog uit zijn pen zal krijgen, in de aard van: Te vuur en te zwaard! Weer! De blanke! Christelijke! Monocultuur! Vestigen!

Ik nodig u uit die zin nog eens te proeven. Langzaam op de tong. Zeven keren draaiend. Van buiten lerend. Dit alvast meent deze redacteur echt, en zo niet …dat hij het mij late weten. Maar die onderpastoors-redemptoristen van weleer meenden het ook echt. En toegeven deden ze nooit.

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties