De myopie van de media
Politiek bedrijf je niet met tegeltjeswijsheden
Decennia van vrede, welvaart en permissiviteit hebben blijkbaar van onze journalisten en opiniemakers zachtgekookte eitjes gemaakt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn een opmerkelijk essay uit 1941, Wells, Hitler and the World State*, wees George Orwell erop dat progressieve intellectuelen het juiste denkkader missen om gevaarlijke historische ontwikkelingen te herkennen. Ze zitten vast in hun geloof in rationaliteit, vooruitgang en internationalisme. Als voorbeeld koos hij H.G. Wells, auteur van klassiekers als The Time Machine, The Invisible Man en War of the Worlds.
Wells was een technocratische socialist, die geloofde dat een wereldregering om de hoek loerde. Maar wat Hitler betrof – zo merkt Orwell op – sloeg hij de bal lelijk mis, zoals de meeste Britse intellectuelen. Wells hield Hitler voor een schertsfiguur en meende dat het Duitse leger niet veel voorstelde. Om Hitler te doorgronden was een Winston Churchill nodig, die nog in Soedan had gevochten tegen de volgelingen van de Mahdi, de islamitische Verlosser. Churchill wist meteen met wie hij te doen had.
Maar in onze media beschikt de progressieve mindset nagenoeg over een monopolie. Onze tijd, zo gaat de redenering, heeft gebroken met het verleden. We leven in een nieuwe tijd, waarin grenzen nog slechts relicten zijn uit een achterhaald verleden. Morgen leven we in de Verenigde Staten van Europa en overmorgen in de Verenigde Staten van de Wereld. Leve de Europese Unie, leve de Verenigde Naties! Dat is wat progressieve intellectuelen wensen en geloven. Ze zien daarin de gang van de geschiedenis, maar meer dan een geloof is dat niet. Vergeet niet dat diezelfde intellectuelen er nog niet zo lang geleden rotsvast van overtuigd waren dat het communisme de toekomst van de mensheid was. Daarvoor waren ze zelfs bereid zich achter Stalin en de Sovjet-Unie te scharen. En wat blijft daar nu van over? Het was niet meer dan een zinsbegoocheling, de opium van de intellectuelen, zoals Raymond Aron het noemde.
Vandaag verkondigt diezelfde intelligentsia met evenveel aplomb dat de wereld evolueert naar open grenzen en de versmelting van volkeren en culturen. Maar hun multiculturele ideologie is op wereldvlak marginaal en zelfs binnen Europa wordt ze niet gedeeld door de Oost-Europeanen. Hun koppig geloof in hun grote gelijk maakt hen blind voor de werkelijkheid. Dat blijkt nu weer bij de zogeheten migratiecrisis. Onze voorouders zouden die ongeziene volksverhuizing – met die typische mix van miserie en agressie – meteen als een bedreiging hebben herkend. Maar onze media kunnen of willen dat alleen maar duiden in termen van medelijden, echt of geveinsd, en met verwijzingen naar de Conventie van Genève, alsof die door Mozes van de berg Sinaï naar beneden werd gebracht. Decennia van vrede, welvaart en permissiviteit hebben blijkbaar van onze journalisten en opiniemakers zachtgekookte eitjes gemaakt. Ook Orwell maakte de bedenking dat de opvattingen van de intelligentsia het comfortabele en beschutte leven in Groot-Brittannië weerspiegelden. Het geloof in de moderniteit maakt blind voor de wereld zoals die is.
Natuurlijk bestaat er ook een moderne wereld. Een wereld van smartphones, iPads en drones, of in Orwells tijd van radio’s, vliegtuigen en bommen. Maar als het om de mens gaat en de gang van de geschiedenis, dan hebben we nog altijd te maken met dezelfde oude wereld. En die bekijk je beter niet door de bril van Phil Bosmans. Met wijsheid in de trant van de Bond zonder Naam, waar een wij is, is een weg bijvoorbeeld, spring je niet ver. Je kunt beter te rade gaan bij Machiavelli en Thucydides. Of Winston Churchill. Die zou Angela Merkel ongetwijfeld aan de geschiedenis van het paard van Troje hebben herinnerd. Zeker wanneer je leest wat hij in The River War (1899) schrijft, het boek over zijn ervaringen in Soedan:
‘Individuele moslims kunnen geweldige kwaliteiten hebben, maar de invloed van de religie verlamt de sociale ontwikkeling van haar volgelingen. Er bestaat geen sterkere regressieve kracht in de wereld. Verre van stervende, is de islam een militant geloof dat mensen wil bekeren. Het is al verspreid over geheel Centraal-Afrika, bij elke stap onverschrokken strijders voortbrengend, en ware het niet dat het christendom wordt beschut door de sterke armen van de wetenschap, de wetenschap waartegen de islam vergeefs heeft gevochten, dan zou de beschaving van het moderne Europa kunnen vallen, zoals de beschaving van het oude Rome is gevallen.’
Die woorden betekenen natuurlijk niet de ultieme waarheid over de islam, die kwestie blijft vooralsnog open. Maar ze zijn wel een antidotum tegen de door de media – om politieke redenen – gecultiveerde naïviteit en myopie.
__________
* Horizon, August 1941, in: George Orwell, Essays, Selected and Introduced by John Carey, Everyman’s Library, Alfred A. Knopf, New York, London, Toronto, 1968, pp. 367-373.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.
De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.