De opvangcrisis: de overheid reageerde veel te laat
Het CGVS kijkt aan tegen een grote achterstand in dossiers
Vrijwilligers knutselden kartonnen tentjes in mekaar voor asielzoekers
foto © Belga
4.224 mensen vroegen afgelopen oktober asiel aan. De overheid reageert veel te laat en de piek in de opvangcrisis moet nog komen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementSinds juli vragen maandelijks meer dan 3.000 mensen internationale bescherming aan in ons land. Mark Bossuyt, voormalig Commissaris-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen: ‘1.000 aanvragen per maand kunnen we aan, 2.000 wordt moeilijk en vanaf 3.000 loopt het uit de hand.’
Wie in ons land internationale bescherming aanvraagt, komt in aanraking met verschillende diensten. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) registreert deze mensen in het Pachecogebouw in Brussel, waardoor ze de status van asielzoeker krijgen. Deze dienst maakt ook een eerste schifting en haalt de zogenaamde Eurodac-hits eruit. Elke asielzoeker heeft recht op bed, bad en brood en komt daarna, in principe onmiddellijk, terecht bij Fedasil die opvang voorziet. In eerdere artikels belichtte ik DVZ en Fedasil. Daaruit bleek dat de huidige opvangcrisis het resultaat is van het beleid van meerdere jaren. Er zit veel zand in de ‘asielmachine’.
Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
‘Het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) verleent asiel en geeft documenten af aan mannen, vrouwen en kinderen op de vlucht voor vervolging, oorlog of geweld’, aldus de website van de asieldienst. Het CGVS is een onafhankelijke dienst, in tegenstelling tot DVZ (FOD Binnenlandse Zaken) en Fedasil (onder toezicht van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie). Daardoor kan de dienst los van politieke inmenging onderzoeken en beslissen welke mensen asiel krijgen en welke niet.
Via een (of meerdere) persoonlijk onderhoud beslist de dienst of iemand het statuut ‘erkende vluchteling’ krijgt. Indien niet, kan ook het statuut ‘subsidiair beschermde’ gegeven worden, wanneer ingeschat wordt dat deze persoon een reëel risico op ernstige schade loopt bij terugkeer naar het land van herkomst. In 2021 erkende en beschermde men ongeveer 10.000 mensen. Dat is iets minder dan de helft van het aantal aanvragen. Het is al sinds 2019 zo dat er meer weigeringen dan erkenningen als vluchtelingen of subsidiaire beschermingen zijn.
In behandeling zijnde dossiers: van 2015 tot vandaag
Afgelopen oktober vroegen 4.224 mensen internationale bescherming in ons land, zo meldt het CGVS. Daarmee zet de stijgende trend van de voorbije maanden zich onverminderd voort. Ter vergelijking: tijdens het hoogtepunt van de vorige asielcrisis, in augustus, september en oktober 2015, deden respectievelijk 4.621, 5.512 en 4.810 mensen een aanvraag.
Niet enkel het aantal aanvragen, maar ook de achterstand in de verwerking van de dossiers bij het CGVS stijgt verder. De teller stond eind oktober op 17.050 in behandeling zijnde dossiers. Daarvan zijn, volgens het CGVS, 4.800 dossiers een normale werklast en dus ziet ze een reële achterstand van 12.250. Ter vergelijking: in april 2016 was er een piek van 18.375 dossiers, met een normale werklast van 4.500 en dus een reële achterstand van 13.875.
Vier jaar van groeiende achterstand
Toch is er een verschil tussen 2015-2016 en vandaag. In 2015 steeg het aantal aanvragen op enkele maanden tijd van 1.708 (mei 2015) naar 5.512 (september 2015). In februari 2016 daalde dat aantal alweer tot 1.523. Het aantal in behandeling zijnde dossiers bedroeg 5.775 dossiers (reële achterstand: 1.875) in mei 2015 en bleef groeien tot in april 2016, naar een piek van 18.375 dossiers (reële achterstand: 13.875). Daarna nam het geleidelijk af.
Sinds december 2018, toen er opnieuw minder dan 5.000 dossiers in behandeling waren, groeit de achterstand jaar na jaar. De coronacrisis zorgde voor een tijdelijke daling, maar zelfs toen zakte het aantal niet onder de 10.000. Waar de crisis van 2015 zich uitte in een spectaculaire stijging, laat zich nu ongeveer vier jaar een bijna continue stijging van de achterstand optekenen.
Alarmpeil sinds eind september 2020
Het maandelijks aantal aanvragen is sinds eind 2018 wel gestegen in vergelijking met 2016 en 2017, maar we kunnen niet spreken van een continue stijging. Sinds enkele maanden wordt de al grote achterstand in dossiers echter wel gecombineerd met een flinke opstoot in het aantal aanvragen. Mark Bossuyt, voormalig Commissaris-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, stelt: ‘1.000 aanvragen per maand kunnen we aan. 2.000 wordt moeilijk en met 3.000 loopt het uit de hand.’ We zitten al sinds afgelopen juli boven de 3.000 aanvragen per maand. Bossuyt ziet het somber in: ‘We staan hierin machteloos. We hebben de controle verloren. Toen er 12.000 in behandeling zijnde dossiers waren, had er al groot alarm moeten zijn.’
Begin maart 2020 zaten we even op dat niveau, maar de coronacrisis milderde de situatie. Sinds eind september 2020 zitten we voortdurend boven die 12.000. Toch duurde het nog tot juli 2022 voor er een eerste pakket maatregelen door de overheid aangekondigd werd. Er is daarenboven te weinig coherent beleid op de lange termijn. Bossuyt: ‘Een nieuwe regering die de vorige crisis niet heeft meegemaakt moet de nood blijkbaar telkens opnieuw ondervinden eer ze het begrijpt.’
Tijdens de opvangcrisis van 2015 lag de piek van het aantal aanvragen in september, waarna het aantal snel daalde. De piek in de achterstand van de te behandelen dossiers kwam echter pas maanden later, in april 2016. De situatie vandaag is dat de achterstand al enkele jaren gegroeid is en richting het niveau van april 2016 gaat, maar de piek in het aantal aanvragen lijkt nog niet bereikt. Wanneer, net als in 2015-2016, de piek in de achterstand pas maanden na de piek in het aantal aanvragen volgt, staat ons nog een en ander te wachten.
Een probleem van meerdere jaren
Dirk Van den Bulck, huidig Commissaris-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, erkent dat de dossierachterstand voor een deel een probleem van meerdere jaren is. ‘Sinds eind 2018 is de achterstand, die toen bijna weggewerkt was, gestaag gestegen. Het CGVS vroeg eind 2018 extra middelen, maar door politiek getreuzel en doordat N-VA de regering in december 2018 verliet, kon er pas in februari 2019 een politieke beslissing genomen worden over nieuwe aanwervingen.’ Na zo’n politieke beslissing volgt een aanwervingsprocedure en een periode van opleiding. Toen de nieuwe mensen klaar waren om te beginnen, begon de coronacrisis, aldus Van Den Bulck.
Intussen ligt het zwaartepunt van de coronacrisis al een tijdje achter ons en toch loopt de situatie helemaal uit de hand. ‘We hadden wel een stijging van het aantal asielaanvragen voorzien, maar niet de stijging van de voorbije weken’, aldus de Commissaris-Generaal. Hopelijk brengt het einde van het jaar beterschap. Dan zijn er zo’n negentig nieuwe personeelsleden inzetbaar bij het CGVS. Van Den Bulck: ‘En er wordt een aanvraag voorbereid voor nog extra aanwervingen.’ Net als bij Fedasil is dus ook hier een tekort aan personeel. Daarnaast geeft de Commissaris-Generaal toe dat er qua efficiëntie verbetering mogelijk is. Een opmerkelijke uitspraak, aangezien België sinds 2000 toch al een aantal opvangcrisissen doorgemaakt heeft.
Meer personeel kan meer dossiers verwerken, dus zouden we mogen verwachten dat er aan de achterstand geknabbeld kan worden als het aantal asielaanvragen niet verder blijft stijgen. De grote vraag is echter: zal de regering volgende keer wel op tijd reageren?
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
Maarten Hertoghs (1979) werkte jarenlang als godsdienstleerkracht en coördinator. Hij haalde een MA in Gender en Diversiteit aan de UGent en schrijft graag over politiek, filosofie, religie en samenleven.
De reis van een moderne Don Quichote die de windmolens van haar tijd bevecht: de reuzen van de gedicteerde keuze.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.