Forum
De pandemie in onze economie
De Belgische economie zit in de problemen. Katrien Houtmeyers (N-VA) analyseert.
—
Katrien Houtmeyers is onderneemster en Kamerlid voor de N-VA.
De bouwsector zit in het slop en krijgt toch een btw-verhoging te verwerken.
foto © Unsplash
De Belgische economie zit in de problemen. Katrien Houtmeyers (N-VA) analyseert.
De faillissementscijfers kleuren bloedrood. Volgens GraydonCreditsafe gingen vorig jaar in ons land 10.771 bedrijven over de kop, het grootste aantal sinds 2017. In Vlaanderen ging het om 6.234 faillissementen; dat waren er zelfs meer dan ooit. Verbazingwekkend zijn die cijfers niet als je kijkt naar de tegenslagen die onze bedrijven de voorbije jaren te verwerken kregen. Wat wél mag verbazen, is de trage respons van onze federale regering.
Vlaanderen kreunt onder een faillissementengolf, eentje die onze federale regering duidelijk niet zag aankomen. Uiteraard heeft de Coronapandemie economische slachtoffers gemaakt. Door de steunmaatregelen – inclusief een moratorium op faillissementen – werden bestaande zombiebedrijven onder een stolp geplaatst waardoor ze niet failliet konden gaan. Het is logisch dat deze bedrijven nu over de kop gaan. Nadien volgden nog de hoge energiefacturen, de stijgende loonkosten vanwege de indexering en de hoge rente.
Hoogbegaafd hoef je niet te zijn om te weten dat deze combo desastreuze gevolgen zou hebben voor onze economie. En dat bleek vorig jaar, met 10.771 faillissementen in heel België en 6.234 in Vlaanderen: een absoluut record. Die falingen leidden tot een verlies van respectievelijk 20.743 en 11.795 banen. Dramatische cijfers.
Alarmbellen
Samen met het aantal bedrijven nam ook het vertrouwen een grote duik. Volgens een rondvraag van voka verwachten veel bedrijven in de nabije toekomst hun activiteiten in te krimpen, een beroep te doen op tijdelijke werkloosheid voor hun personeel en zelfs herstructureringen door te voeren. En het IMF verwacht dat de Belgische economie in 2024 met maar één procent zal groeien.
Alarmbellen genoeg? Voor onze federale regering blijkbaar niet. Want voor het laatste jaar van deze legislatuur werden er maar weinig maatregelen gepland om de faillissementengolf tegen te gaan. Integendeel. Denk aan de nieuwe btw-regel die de premier in zijn beleidsverklaring aankondigde. Die bepaalt dat bouwpromotoren en projectontwikkelaars sinds 1 januari 2024 opnieuw 21 in plaats van zes procent btw moeten betalen voor de sloop en heropbouw van woningen.
Nochtans zit die sector diep in het slop. Want meer dan één op de vijf bedrijven die vorig jaar over de kop gingen, waren actief in de bouwsector. Om nog niet te spreken van alle andere sectoren die direct of indirect afhankelijk zijn van de bouw. Ook in de onderzoeks- en ontwikkelingssector wordt steen en been geklaagd over de heksenjacht die de federale regering opzet om financiële steun uit het verleden terug te vorderen.
Loonkosten
Ik hamer al lang op dezelfde nagel. Zelfs al toen onze minister van Economie de verwachte faillissementengolf nog in twijfel trok. De oplossing ligt nochtans voor de hand. Versterk de concurrentiekracht en werk de hoge loonkosten weg. Onze bedrijven zien hun uurloonkosten door de automatische loonindex sterker stijgen dan die in de buurlanden. Tel daarbij de hogere inflatie en je weet dat er een loonkostenhandicap gaande is.
Investeer in innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Dat is de enige weg vooruit. Verder kan ik het onze regering sterk aanbevelen om de private markt minder te beconcurreren. De overheid wint de ‘war for talent’ door hoge lonen, veel verlof en werkzekerheid aan te bieden, maar dat gaat ten koste van onze kmo’s en gebeurt voor 100% op kosten van de private sector.
Terwijl onze private economie dé pijler is van onze welvaart. Want in tegenstelling tot wat velen denken, of hopen, is een job bij de overheid geen gelijkwaardige bijdrager aan de economische welvaart. Hiermee zeg ik niet dat een job bij de overheid geen maatschappelijke waarde kan hebben, maar economisch draagt ze niets bij. Daarom moet de overheid zich volop concentreren op haar kerntaken zodat het vele talent beschikbaar blijft voor de privésector.
Bullshitjobs
Nog een tip voor de federale regering: help onze bedrijven aan personeel. Dat doe je niet door het voor werklozen financieel interessant te maken om niet te werken, ook al zijn ze daar fysiek en mentaal goed toe in staat. Pak het probleem van de hoge Werkloosheidsgraad aan, in plaats van de leeflonen nog verder op te trekken en er nog meer sociale voordelen bovenop te geven.
Welke zin heeft het om moeders en vaders betaald te laten thuisblijven om voor hun kinderen te zorgen, terwijl het echte probleem is dat we de kinderdagverblijven niet georganiseerd krijgen? Welke zin heeft het om sociale vrede af te kopen met meer verlof, om dan later moord en brand te schreeuwen dat we een personeelstekort hebben in de zorg? Is een patiënt echt beter verzorgd omdat de HR-manager, de IT’er en de klusjesman in een ziekenhuis ook het verlofstelsel van een verpleegster hebben? En hebben we echt nood aan de vele bullshitjobs, zoals antropoloog David Graeber ze noemt? Jobs bij de overheid die niks dan gebakken lucht produceren in eindeloze vergaderingen en nul maatschappelijke bijdrage hebben, tenzij burgers pesten.
Neem liever een voorbeeld aan Vlaanderen, waar werken wordt beloond. Voer net als Vlaanderen een jobbonus in voor wie werkt, en zet mensen die meer dan twee jaar werkloos zijn verplicht aan de gemeenschapsdienst. Alleen zo kunnen we als land productieve mensen en bedrijven aantrekken. Wat toch belangrijk is als we de economische weg vooruit willen nemen.
We moeten eerlijk zijn: van deze regering hoeven we geen wonderen meer te verwachten. De lijnen zijn uitgezet, maar aan het pieken van de faillissementscijfers zullen ze niks veranderen. Voor al onze bedrijven: hopelijk boekt een volgende regering meer succes.
Katrien Houtmeyers is onderneemster en Kamerlid voor de N-VA.
Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.