JavaScript is required for this website to work.
post

‘De splitsing van de Leuvense universiteit is een uitmuntend voorbeeld’

Harold Van de Perre over zijn ‘Vlaamsgezindheid’ (2)

Harold Van de Perre21/3/2015Leestijd 11 minuten

Deel 2 van het ‘interview’ met de Vlaamsgezinde kunstenaar Harold Van de Perre.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In het eerste deel van het interview eindigde Harold Van de Perre met de vaststelling dat velen die in hun jeugd Vlaamsgezind waren, ‘nieuwe Belgen’ werden. Ze namen een reuzenstap in hun bestaan en werden ‘cosmopolitische wereldburgers’. Van de Perre denkt dat de mediatisering daarin een groot aandeel heeft. ‘Persoonlijk nadenken over een en ander hoeft niet meer, de bekende clichés doen dat in onze plaats.’ Maar wat bedoelt hij met dat ‘persoonlijk nadenken’ over bijvoorbeeld Vlaamsgezindheid?

Ik werd dit jaar 78. Vanaf 1945 heb ik zoals mijn generatiegenoten, een onwaarschijnlijke evolutie meegemaakt op elk domein. Een voorbeeld: na de oorlog, dus kort na 1945 verscheen in Ninove en in onze straat, de Okegembaan, de allereerste ‘neger’, een zwarte man uit Afrika. Een vriendelijke, bonkige rondborstige kerel die, uiteraard te voet en zwaar beladen, snoepjes verkocht en maar één woord sprak: ‘Bomaboma’ daarmee zijn zoetigheden aanprijzend. We noemden hem dan ook Bomaboma. Om de rariteit Bomaboma te zien, liep het storm in onze straat en in de stad!

In 2015 telt Brussel ruim 175 nationaliteiten, en in Ninove, net als in Dendermonde waar ik nu al 47 jaar woon, is het straatbeeld nu multiraciaal, blank, bruin en zwart. De lang geklede moslimvrouwen met hun hoofddoeken nemen de plaats in van de verdwenen nonnen in hun lange zwarte gewaden met soms wonderlijke witte kappen. De snelheid waarmee alles verandert op elk domein, is zo duizelingwekkend dat we om de vijf jaar als het ware voor een nieuwe wereld staan. Het is alsof we ons voortdurend op een roltrap bevinden. En hoe kan je wortel schieten op een lopende band? Toen Hugo Schiltz bij zijn afscheid aan het parlement gevraagd werd wat als ‘politiek testament’ zijn voornaamste zorg was voor onze toekomst, antwoordde hij dat twee zaken meer dan ooit van cruciaal belang zijn: volgehouden investeringen in onderwijs en in het inzicht in de geschiedenis en de historische processen. De kennis van onze geschiedenis als draagvlak voor vernieuwing, ook wat ‘de Vlaamse kwestie’ betreft. Het resultaat kan soms paradoxaal interessant en hoopgevend zijn.

Wat bedoelt u met hoopgevend?

Als uitmuntend voorbeeld kan de splitsing van de unitaire katholieke universiteit van Leuven gelden. Voor de splitsing werd deze universiteit gekenmerkt door de zo typische Belgische ziekte: de geld verslindende structurele spanningen tussen de Vlamingen en de Franstaligen, elk met hun mentaliteit en cultuur. Zelfs professor en premier Gaston Eyskens bekende dat een hautaine elite van de Franstalige professoren de Vlaamse verzuchtingen nooit wilde of kon begrijpen. Van zich aanpassen in de Leuvense regio kon geen sprake zijn. Integendeel droomde men toen van ‘le très grand Bruxelles’ dat zich zou uitstrekken van Brussel over Leuven tot Mechelen.

Dankzij ‘Leuven Vlaams’ na mei 68′ en de wettelijke splitsing in 1970 is de droom van deze rabiate Franstaligen gekeerd. En ondanks ‘deze zonde tegen de Heilige Geest’ zoals de Franstaligen toen de splitsing noemden, is het resultaat vandaag schitterend voor beide partijen: de nieuwe Franstalige universiteit Louvain-la-Neuve ontwikkelde zich tot een innemende en bijzonder moderne stad, bovendien als dé speerpunt voor de ontwikkeling van WaalBrabant, met een pilootfunctie voor Franstalig België in zijn geheel. Tot een centrum van spitstechnologie op vrijwel elk domein van de Waalse vooruitgang. En de nu Vlaamse KULeuven, bevrijd van de frustrerende taalstrijd, werd een topuniversiteit die vandaag prijkt als nummer zestig op de lijst van de honderd beste universiteiten ter wereld! En ook de regio Leuven geraakte onder de Franstalige druk uit. Beide universiteiten werden eindelijk baas in eigen huis, en gedreven door hun eigen ‘bedrijfs- en levenscultuur’, kortom: hun Germaanse en Latijnse karakter, werden ze modeluniversiteiten, verlost van de ‘Belgische ziekte’. Nu vlot hun samenwerking beter dan ooit! Van een win-win situatie gesproken ! En dit spijts de schrikwekkende apocalyptische voorspellingen destijds over de gevolgen van de splitsing! De campagne voor een Vlaams Leuven leidde tot de splitsing van de universiteit en werd zo  één van de belangrijkste wapenfeiten van de Vlaamse ontvoogdingstrijd. Zullen er nog zulke wapenfeiten volgen? Wellicht niet.

Ziet u in het model van de splitsing van de Leuvense unitaire universiteit ook het model van de splitsing van België?

Een scenario voor de ‘splitsing’ van België is vandaag meer dan ooit een bijzonder complex gegeven, zeker met de stapsgewijze uitbouw van de Europese Unie en Brussel met zijn statuut als Europese hoofdstad. Men kan niet zo maar het scenario van de fluwelen splitsing van Tsjecho-Slowakije uit 1992-93 naar België copiëren. Wellicht is het historische momentum verkeken. Was België bijvoorbeeld na 1945 gesplitst in twee zelfstandige delen, dan hadden Vlaanderen (wellicht met Brussel inbegrepen?), en Wallonië vandaag veel verder gestaan, zoals het hogervermelde universitaire voorbeeld ons aantoont. Het zou uit geweest zijn met de peperdure ‘Belgische’ compromissen en geldverslindende ‘wafelijzerpolitiek’. Gedaan met zes regeringen en 57 ministers met hun uitgebreide kabinetten om het ‘federale’ België in stand te houden. Gedaan met de ondoorzichtige noord-zuidtransfers en het eeuwig frustrerend gezeur aan beide kanten van de taalgrens, enz. Elk zijn verantwoordelijkheid voor het goed bestuur in het eigen huis!

Vandaag bestaat België uit drie entiteiten: Vlaanderen, Brussel en Wallonië en de kleine Duitse regio. Denken of dromen dat Brussel nog ooit ‘Vlaams’ wordt of tot een zelfstandig Vlaanderen zou toetreden is vrees ik, een pure utopie geworden. Brussel is een volstrekt multiraciale stad , stilaan een ‘stadstaat’ waarin de veelkleurige gemigreerde nieuwe Belgen de meerderheid worden. Bovendien wordt Brussel wellicht niet alleen een grotendeels verpauperde moslimstad aan de Vlaamse kant (Molenbeek, Kuringen, Anderlecht enz.), maar in groot contrast hiermee, ook de al maar rijker wordende ‘hoofdstad van Europa’ aan de Waals-Brabantse kant (het rijke Ukkel, enz.)

Komt de splitsing van België er ooit nog? Onmogelijk te zeggen hoe in de politiek en de geschiedenis een dubbeltje plots rollen kan.

Ondanks alle gezeur ’tegen’ zou een verdere gemoduleerde splitsing met maximale autonomie best te regelen zijn. Dat bewijzen meerdere doorwrochte studies ter zake. Voor Brussel zie ik drie mogelijkheden: het wordt ofwel zelfstandig , ofwel kiest het voor een pragmatisch geïntegreerd model met Wallonië, ofwel met Vlaanderen.

Geen splitsing meer maar confederalisme als het meer realistische toekomstmodel?

Ik denk dat dit vandaag de realistische optie is voor de Vlaamse Beweging.

Vlaanderen, Wallonië en Brussel zo ver als mogelijk zelfstandig, en dit in een goed omlijnd samenwerkingsverband. Deze drie regio’s zijn de meest nabije buren, hebben een grotendeels gezamenlijke geschiedenis, hebben elkaar nodig en kunnen een Belgische voorafbeelding zijn van het Europa der regio’s.

Geen Europa der staten maar een Europa der volkeren, van de regio’s?

Absoluut. De rijkdom van eenheid in verscheidenheid. En hoe minder gecentraliseerd de macht is des te beter functioneert de democratie. Want in een kleiner verband kent men zijn leiders, zijn er minder tussenschotten, is er meer transparantie en krijgt de corruptie zoveel minder kansen. De Europese Unie zal trouwens een werkbaar evenwicht moeten vinden tussen enerzijds de onoverzichtelijke bureaucratische mastodontstructuur die geen enkele burger nog aanspreekt en begrijpt en anderzijds de zeer concrete leefbaarheid en herkenbaarheid van de eigen regio en de eigen gemeenschap. Trouwens waar zit het ‘Europa van de Culturen’? Wat is het antwoord op de anti-Europese beweging die overal de kop opsteekt? Europa, quo vadis? Wie zal het zeggen?

Vlaanderen als een zo goed als zelfstandige staat in Europa? Maar België is al zo klein en dat zou u toch nog splitsen?

Dit is dé klassieke dooddoener: ‘Ons landje is al zo klein en nu willen de flaminganten ons landje nog splitsen!’ Hoe vertederend en zorgzaam! Om te beginnen zijn er in de Verenigde Naties ongeveer vijftig staten opgenomen waarvan de bevolking kleiner is dan de Vlaamse bevolking. Bijvoorbeeld: Zweden, Noorwegen, Denemarken, Ierland enz., om nog te zwijgen van de Baltische staten Estland, Letland, Litouwen waarvan de bevolking net zo talrijk is als een Vlaamse provincie. En toch staat elk van deze staten op de wereldkaart! Het probleem met België is dus niet ‘dat het al zo klein is’ maar dat het een inefficiënte en kunstmatige constructie is met vele overlaps.

Maar waar we naartoe gaan weet ik niet. Het wereldgebeuren is intussen bijzonder zorgwekkend: is de derde wereldoorlog al begonnen?… De toestand van de wereld is onoverzichtelijk, met vuile oorlogen in Irak, Syrië, Libië, Jemen, Israël-Palestina, Oekraïne, de vele lokale conflicten in Afrika, de barbaarse terreurgroepen als IS en Boko Haram. Waar gaat Poetin met Rusland naartoe? Waar staan we over tien jaar met China en India met hun miljardenbevolking?  Wat met Mexico en Peru bv. waar de drugsbarons in feite regeren? Om nog te zwijgen over de groeiende kloof tussen rijk en arm en het onafwendbare en beangstigende ecologisch wereldprobleem.

Afgezet tegen deze wereldproblemen is onze Vlaamse en Belgische kwestie dus een storm in een glas water? Of niet?

Dat zou je kunnen zeggen. We leven voorlopig nog altijd in een land van melk en honing. Hoelang nog? Laten we de dingen niet verwarren met elkaar. Het gaat niet over ‘of /of’ maar over ‘en/en’. Wij moeten onze typisch ‘Belgische problemen’ zonder uitstel nu aanpakken, zonder de grote wereldproblemen uit het oog te verliezen. Bestaan Vlaanderen en België over honderd jaar nog? Wie zal het zeggen als we zien hoe razendsnel de wereld evolueert en verandert?  Maar vandaag leven wij hoe dan ook nergens anders dan hier en nu en zijn we diep geworteld in Vlaanderen.

Hoe verklaart u de nieuwe ‘Belgitude’ van vrijwel de hele culturele elite , in het bijzonder van zoveel bekende kunstenaars?

Waar komt vandaag de Vlaamse ‘oikofobie‘ vandaan ?  Die zelfhaat, de schrik voor de eigen schaduw, dat schaamtegevoel om wat ‘Vlaams’ is, de weigering om dat woord nog uit te spreken? Uit welk minderwaardigheidscomplex of uit welk mechanisme? Ik heb er het raden naar. Zeker hebben de media daarin hun rol gespeeld. Door bv. het demoniseren van het Vlaams Blok, nu Vlaams Belang, als ‘ondemocratisch, extreemrechts en fascistisch’, werden ook de begrippen ‘Vlaams’ en ‘Vlaamsgezind’ besmeurd, ten onrechte in hetzelfde bad gedompeld en ‘bruin’ gekleurd. Het Vlaams Belang zelf, met polariserende figuren als Filip De Winter, heeft daar zelf ook toe bijgedragen. De Vlaamse en uiteraard ook de Franstalige media waren er als de kippen bij om de Vlaamse Beweging in haar geheel te discrediteren en haar een ‘bruin’ imago aan te meten.  En aangezien de Vlaamse jeugd van vandaag nauwelijks iets weet van de eigen geschiedenis, hebben bepaalde media vrij spel om de geesten verder te ‘conditioneren’.

In deze manipulatieve val zijn, denk ik, een grote meerderheid van de Vlaamse kunstenaars getrapt. Zij willen niets meer te maken hebben met ‘het bekrompen Vlaanderen-onder-de-kerktoren’ maar wel alles met de ‘cosmopolitische wereld’, volgens de bekende clichés. Voeg daarbij de ‘odeur van de macht’ : Vlaamse intellectuelen en kunstenaars die in Brussel wonen en circuleren in de Belgische en Europese machtscentra worden bedwelmd door dit ‘parfum’. Ze ruilen vlot hun Vlaamsgezindheid of Vlaamse herkomst in voor een soort nieuw Brussels nationalisme, of een nieuw Belgisch-Europees-cosmopolitisch burgerschap, en daarbij hoort maar al te vaak een soort viscerale afkeer van alles wat herinnert aan hun vroegere Vlaanderen. Mag ik anekdotisch nog eens verwijzen naar de vaudevilleske discussies die indertijd bepaalde Vlaamse culturele intelligentsia voerden rond de uitreiking van de ondersceiding van ‘Vlaamse Culturele Ambassadeur’?  Dat was het project dat toenmalig minister-president Luc Van den Brande lanceerde voor meer Vlaamse culturele uitstraling. Er waren er heel wat die niets wilden te maken hebben met ‘het bekrompen Vlaanderen van Luc Van Den Brande’ maar wel klaar stonden om de Vlaamse centen op te strijken.

Gelukkig zijn er ook andere geluiden te horen. Ik lees alle bijdragen van de (Aalsterse) Vlaamse Brusselaar en politicus Lucas Van der Taelen in De Standaard over de verhouding van Vlaanderen en Brussel. Meer dan het lezen en het overdenken waard! Ik bewonder zijn inzicht, moed en visie al voel ik me niet aangetrokken tot zijn partij. ‘Groen’ ontbeert in Vlaanderen elke Vlaamse reflex en stoot daarmee kiezers af die hun ideeën grotendeels genegen zijn. Ook de columns van de (West-Vlaamse) Brusselse Vlaming Mia Doornaert vind ik altijd het lezen en het overdenken waard, al deel ik niet altijd haar ‘Belgische’ voorkeur.

In Brussel staat heel wat te gebeuren: het is de Europese hoofdstad, de zetel van de Navo, na Washington de belangrijkste diplomatieke hoofdstad van het Westelijk halfrond en een belangrijk economisch en business-centrum. Maar voor ons is het veel meer.  Ook op Vlaams niveau is Brussel bedrijvig: denk maar aan de succesrijke Vlaamse podia en vooral het bijzonder succesrijke Nederlandstalig onderwijs als verreweg het belangrijkste Vlaamse project. Zowel wereldvoetbalsterren Kompany en Lukaku komen uit dat onderwijs en spreken heel vlot Nederlands. Vlaanderen moet, zoals Van der Taelen het vraagt, meer dan ooit in Brussel investeren, want onze aanwezighid daar zou in de toekomst wel eens bijzonder belangrijk kunnen worden.

Nu terug naar het Belgicistische ‘bekering’ van kunstenaars in Vlaanderen en Brussel. De meeste van deze Vlaamse kunstenaars werden en worden royaal gesubsidieerd door het Vlaamse ministerie van Cultuur! Meebetaald door het belastinggeld van de modale Vlamingen die vandaag onze veldrijders of klassieke weg-flandriens‘ in ‘Flanders Classics’ staan toe te juichen. Deze onwetende modale Vlamingen ondersteunen aldus ruiterlijk deze kunstenaars en hebben, vind ik, het recht om door hen gemotiveerd en ondersteund te worden in de eindfase van de Vlaamse ontvoogding. Kunstenaars die niets meer met Vlaanderen te maken willen hebben zouden dan ook zo eerlijk en zo fier moeten zijn om aan de minister van Vlaamse cultuur geen subsidies meer te vragen.

Vroeger namen precies de Vlaamse kunstenaars, zowel schrijvers, musici als schilders, het voortouw in de Vlaamse ontvoogding. Met de Belgische repressie na ‘45 heeft men gepoogd de Vlaamse elite, met vooraan de kunstenaars, definitief uit te schakelen. Tevergeefs. Tot en met de generatie van de vrijzinnige Gerard Walschap en de katholieke Ernest Claes, André Demedts en Anton Van Wilderode nadien (denk maar aan de IJzerbedevaarten), stonden de kunstenaars voorop. Daarna zorgde vrijbuiter Hugo Claus voor een keerpunt: in zijn afrekening met de katholieke kerk heeft hij ook Vlaanderen gehekeld.  Denk maar aan de nadrukkelijke aandacht voor de excessen van rechtse of collaborerende flaminganten van voor en tijdens wereldoorlog II in zijn ‘Verdriet van België’. ‘Katholiek en Vlaams’ werden haast synoniem met ‘fascistisch’. Natuurlijk is de verhouding Vlaanderen – België een complex historisch gegeven. Het meest dramatische vind ik de breuk in de Vlaams Beweging tussen katholieken en vrijzinnigen,  parallel met de breuk tussen de ‘activisten’ en de overigen tijdens en na de  Eerste Wereldoorlog.

Jammer genoeg wordt de Vlaamse Beweging ook vandaag nog geteisterd door tweedracht en twist allerhande, er worden nog driftig etiketten als ‘rechts’ en ‘links’ geplakt. Voorbij deze woorden en over de partijgrenzen heen waardeer ik de Gravensteengroep: een groep van vooral vrijzinnige Vlaamsgezinde intellectuelen en professoren die hun nek uitsteken, met onder meer personaliteiten zoals Etienne Vermeersch, Ludo Abicht, Paul Ghijsels, Bart Maddens, Jean-Pierre Rondas, Jef Turf, Frans-Jos Verdoodt, Jan Verheyen. Een belangrijke groep met zinnige ideeën en doorwrochte standpunten die vandaag in onze media stilaan onvindbaar zijn… of bewust worden doodgezwegen. Het samenvattend boek met hun ideeën aangaande Vlaanderen en België ‘Land op de tweesprong’ zou elke modale Vlaming moeten lezen. Het is een onweerlegbaar stevig document over de Belgische toestanden vandaag, met een profetische visie op de toekomst van Vlaanderen, ‘in België als het kan, of zonder België als het moet’ om de bekende slogan nog eens te parafraseren.

Hoe ziet u de rol van de Vlaamse politieke partijen?

Ik ga me niet op dat gladde ijs wagen. Ik ben enkel maar ‘een artiest’ die de wereld poogt te begrijpen, geen door de wol geverfde politicoloog. Wel wens ik alle Vlaamse partijen een stevig Vlaams gewetensonderzoek toe.

U uitte zich altijd als ‘Vlaamsgezind’. Mag ik u een Vlaams-nationalist noemen?

Nationalisme is blijkbaar het alleenrecht van de grote volkeren. Denk maar aan de Fransen, de Engelsen  (‘Rule Brittannia’), het ‘Deutschland über alles’, de trotse Spanjaarden, enz. De Russen spannen hierin de kroon, zoals ik al zei. In het eindeloos uitgestrekte Rusland leven meerdere kleinere volkeren. Wegens de liefde voor hun land en de eigen cultuur worden zij door Moskou al te gemakkelijk verguisd als ‘nationalisten”… en voor het regime zijn deze nationalisten gewoon fascisten!’.

Maar hun eigen,  bijna mystieke onvoorstelbare nationalisme,  de idee van het ‘grote Russische volk’ stellen de Russen voor als ‘patriottisme’. Ook de andere ‘grote’ volkeren gebruiken deze truc. In dezelfde lijn zou je, vind ik tenminste,  het woord Vlaams-nationalist best vervangen door ‘Vlaams patriot’.

Een laatste vraag: wat wenst u Vlaanderen en de Vlamingen toe?

Wat de toekomst van de jongeren betreft: objectieve kennis en inzicht in vooral de nabije Vlaamse geschiedenis. En los van de mediaclichés hoop ik dat ze door eigen lectuur en eigen onderzoek, hun denken ontwikkelen, zich een eigen mening vormen. Historisch inzicht verwerven is immers veel meer dan gauw even een Wikipedia-pagina intikken. Daartoe kan het hogervernoemde boek van de Gravensteengroep bijdragen. En ook de publicaties van Doorbraak als orgaan van de Vlaamse Volksbeweging zijn een stevige bron van informatie en kunnen bijdragen tot de vorming van een verantwoorde, hedendaagse, rechtmatige Vlaamsgezindheid.

Voor Vlaanderen : het aanvaarden en verder toekomstgericht uitbouwen van de multiraciale gemeenschap, zonder de Vlaamse identiteit op te geven. Daartoe uitnodigen, niet dwingen. Voor onze kunstenaars: zich bewust worden van de eertijdse glorieuze traditie van de ‘Fiamminghi’ – in het Italië, Spanje en het Europa van toen – bekend als een bij uitstek begenadigd ‘kunstenaarsvolk’ met zijn polyfonie, zijn tapijt- en retabelkunst, zijn schilderkunst, met voorop de drie universele genieën Van Eyck, Bruegel en Rubens en met zijn kunststeden met Gent, Brugge, Antwerpen en… het toenmalige Brussel als kroonjuwelen. In dat illustere spoor kunnen onze Vlaamse kunstenaars ook vandaag nog de wereld verbazen.

En als het kan: een zelfstandige en zelfbewuste regio worden in het verenigd Europa van morgen.

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties