Een tijdje geleden schreef mijn collega Roan Asselman dat de Republikeinen in de Verenigde Staten bang zijn van een 'progressieve staatsgreep', waarbij de macht permanent in handen komt van progressieven. Roan verwijst naar het voorstel om Washington D.C. en Puerto Rico (en dan laat hij Amerikaans Samoa nog achterwege) tot staat te verheffen, elk met twee Senatoren. Hij verwijst ook naar het regulariseren van migranten, en het afschaffen van de filibuster. En hij heeft gelijk. Al deze voorstellen liggen inderdaad…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Een tijdje geleden schreef mijn collega Roan Asselman dat de Republikeinen in de Verenigde Staten bang zijn van een ‘progressieve staatsgreep’, waarbij de macht permanent in handen komt van progressieven. Roan verwijst naar het voorstel om Washington D.C. en Puerto Rico (en dan laat hij Amerikaans Samoa nog achterwege) tot staat te verheffen, elk met twee Senatoren. Hij verwijst ook naar het regulariseren van migranten, en het afschaffen van de filibuster.
En hij heeft gelijk. Al deze voorstellen liggen inderdaad op tafel. Vaak al vele jaren trouwens. En ja, dat zijn voorstellen die (licht) in het voordeel van de Democraten zouden spelen op electoraal gebied. Er zijn ook niet-electorale redenen voor bijvoorbeeld het toekennen van een vertegenwoordiging in de Senaat voor ruim 3 miljoen Puerto Ricanen en 5,5 miljoen Washingtonians. Maar de Democraten maken er al lang geen geheim meer van dat de electorale redenen doorwegen.
De Democraten lijken te vinden dat het tijd is om met gelijke wapens terug te vechten tegen de stille staatsgreep van de Republikeinen van het voorbije decennium.
Obama en de Tea Party-golf
In 2008 won Barack Obama overtuigend de presidentsverkiezingen van de Republikein John McCain. De rampzalige jaren onder Bush, en dan vooral de combinatie van diens oorlogen en de economische crash van 2008, brachten de zogenaamde Obama-coalitie op de been.
De reactie liet niet lang op zich wachten. Op geen enkel moment ging de Republikeinse Partij over tot echte introspectie. Zoals altijd na een verloren verkiezing — ook in 2012 bijvoorbeeld — werd er wel gepraat over het uitbreiden van de Republikeinse tent. Maar uiteindelijk bleek het eenvoudiger vals te spelen.
In de tussentijdse verkiezing van 2010 gingen de Republikeinen er fors op vooruit. De Senaat bleef weliswaar nipt in Democratische handen, maar het Huis van Afgevaardigden werd gedomineerd door de Republikeinen – met als gevolg twee jaar volstrekte stilstand. Maar vooral: niet minder dan twintig staatsparlementen wisselden van Democratisch naar Republikeins. Daar was voor alle duidelijkheid niets ondemocratisch aan.
Census en gerrymandering
De timing kon niet beter voor de Republikeinen. Elke tien jaar houdt de VS een nationale volkstelling. Na elke census hertekenen de staatsparlementen de kiesdistricten in heel de VS. Met die parlementen in handen van de Republikeinen, controleerden zij in grote mate hoe die districten er zouden uitzien.
In maart 2010 – een half jaar voor de verkiezingen – schreef Karl Rove in de Wall Street Journal: ‘Dit zijn statelijke parlementsverkiezingen die zullen bepalen wie de kiesdistricten voor het Congres zal hertekenen na de census dit jaar, een proces dat kan bepalen welke partij meer dan twintig zetels beheerst en of vele andere zetels competitief zullen zijn.’
De Republikeinen lanceerden dus een grote (maar grotendeels onder de radar gebleven) campagne gericht op het flippen van staatsparlementen. Ze gebruikten daarvoor de golf van anti-Obama sentiment. Tot zover, nog steeds helemaal niets ondemocratisch aan. Politiek draait nu eenmaal om macht verwerven om er dan iets mee te doen. Het is wat de Republikeinen met die macht deden, dat problematisch is.
Cracking en packing
Er zijn verschillende manieren om een kiesdistrict naar je hand te zetten. Het opbreken van een district (cracking) is er zo een. Stel, een kiesdistrict stemt 60% Democratisch en 40% Republikeins. Dan splits je het district in twee (of meer) districten waarvan de lijnen zo getekend zijn dat de Democraten in geen enkel district boven de 50% komen.
Wonen de Democratische kiezers heel dicht bijeen, dan kan je ze ook samenpakken (packing). Een bepaalde buurt – met het grootste deel van de bevolking – stemt overwegend Democratisch, maar de rest van het district overwegend Republikeins? Wel, maak van die éne buurt een district apart, waar de Democraten een zetel halen – zoals vroeger. Maar de afgesplitste Republikeinse buurten halen – met minder inwoners – nu óók een zetel.
En dan is er nog het meest raciaal geladen stacking: zet grote groepen minderheden bij grote groepen blanken in één district. De aanname is dan dat minderheden vooral voor Democraten stemmen – dat klopt. Maar blanken – die vaker Republikeins stemmen – gaan vaker stemmen. In theorie is het dus een competitief district, in praktijk niet. Zeker met de ontmoedigingsmaatregelen die Republikeinse verkozenen nemen om minderheden weg te houden van de stembus.
Geen van deze technieken is nieuw, en geen van deze technieken is uniek voor de Republikeinen. Maar in de recente geschiedenis van de VS werden ze nooit zo structureel gebruikt, en vooral zo nationaal aangestuurd als na te volgen strategie. In plaats van na Obama’s overwinning te werken aan het versterken en uitbreiden van de eigen coalitie, koos de GOP ervoor met technische trucjes aan de macht te komen.
Minderheidsheerschappij
De resultaten werden al snel zichtbaar. Bij de verkiezingen van 2012 – waarbij Republikein Mitt Romney de duimen moest leggen tegen Obama – behielden de Republikeinen het Huis van Afgevaardigden. Ze haalden een meerderheid van 33 zetels, maar behaalden wel 1.4 miljoen stemmen minder dan de Democraten over het hele land. In een first-past-the-post systeem kan dat soms gebeuren (zie bv. Trump vs. Clinton: zo werkt het systeem nu eenmaal). Maar wanneer dat consequent, structureel en vooral intentioneel zo is, ontstaat er een democratisch deficit.
Het gaat namelijk niet alleen om het Huis van Afgevaardigden. Ook de districten voor de staatsparlementen werden namelijk hertekend. Resultaat? Zes staten hebben een parlement waar de meerderheid van de zetels in handen is van de minderheidspartij in minstens één kamer: North Carolina, Michigan, Wisconsin, Virginia, Ohio en Pennsylvania. Wisconsin is het meest adembenemend: in 2018 stemde 44.7% Republikeins, maar de GOP bezet 64.6% van de zetels.
Er komt wel tegenkanting tegen dit soort extreem partisane hertekeningen. In verschillende staten lopen of liepen rechtszaken. In 2019 oordeelde de rechtbank in North Carolina dat de huidige kiesdistrictenkaart kwaadwillig getekend was. Er moet een nieuwe kaart komen. Het Hooggerechtshof wil zich niet mengen in de materie, en verbiedt federale rechtbanken om zich erover uit te spreken.
Van staatsgreep tot staatsgreep
Dat de Republikeinen zich zo afkeren van minderheidskiezers, stond niet in de sterren geschreven. Niet geheel onterecht omschrijven gematigde Republikeinen de partij nog steeds als ‘de partij van Lincoln’. Weliswaar zonder rekening te houden met de grote verschuiving in de jaren 1960.
Maar ook vandaag heeft de Republikeinse Partij best aanbod voor minderheidskiezers. Zij zijn vaak sociaal en ethisch conservatiever dan veel (hoogopgeleide) blanke stemmers. De sociale agenda van de Republikeinen past daar vaker bij dan die van de Democraten. De GOP had zich daarop kunnen toeleggen om verkiezingen te winnen. In plaats daarvan koos de partij ervoor om de democratische instellingen van de VS te ondergraven, voort te bouwen op een zeker raciaal ressentiment van haar basis, en zich te verliezen in ideologische scherpslijperij.
Dat de Democraten nu dezelfde tactieken beginnen toepassen, is aan de ene kant begrijpelijk. En toch is het ook bijzonder verontrustend. Het wijst erop dat ook de Democraten geen andere uitweg zien dan vuile trucjes te gebruiken. Dat na de radicalisering van de Republikeinse Partij, de Democratische Partij nu volgt. En dat kan de democratische legitimiteit van de Amerikaanse instellingen enkel maar schaden.
Onlangs werd de nieuwe volkstelling afgesloten. En op 3 november wordt er ook gestemd voor nieuwe staatsparlementen in 44 staten. Dat is in feite belangrijker dan wie het presidentschap binnenhaalt. Want in januari gaat een nieuw rondje grenzen trekken van start.
Of Trump volgende week nu wint of verliest, de democratie in de Verenigde Staten zit in zwaar weer.