De democratische rechtsstaat Spanje
De gevangen Catalanen leggen een politiek gekleurde justitie bloot.
Spanje en Catalonië
foto © Reporters
‘Er zijn nog mensen die Spanje een democratische rechtsstaat noemen,’ schrijft Bart Maddens. De aanpak van Catalonië onthult echter een pijnlijke realiteit.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVreemd genoeg zijn er nog altijd politici en analisten die in ernst durven te beweren dat Spanje een normale rechtsstaat is, en dat de vier opgesloten separatisten geen politieke gevangenen zijn. Zo bijvoorbeeld Leo Neels eind december op vrtnws.be: ‘Niemand is in Spanje vervolgd voor zijn loutere mening, voor de uiting van haar of zijn wens dat Catalonië onafhankelijk zou worden. Die leugen werd en wordt er nochtans hier bij ons fors ingehamerd, dat is verkeerd.’
Formeel gezien heeft Neels gelijk. De separatisten worden strikt genomen niet vervolgd omwille van het uiten van een mening. Maar er zijn slechts weinig autoritaire regimes waar dat het geval is. Zulke regimes gebruiken doorgaans een geraffineerde juridische omweg om tegenstanders te vervolgen. In Spanje is dat niet anders.
Rebellie zonder geweld
In dat opzicht is het recente arrest van het Tribunal Supremo (TS) verhelderend. Dat arrest van 5 januari jongstleden betreft de beslissing om de onvoorwaardelijke voorlopige hechtenis van ERC-boegbeeld Oriol Junqueras niet op te heffen. Het TS probeert in dat arrest omstandig en expliciet de kritiek te weerleggen dat Junqueras een politieke gevangene is.
Het probleem, aldus het TS, is niet dat de vervolgden voorstanders zijn van separatisme. Dat is hun volste recht. Maar ze hebben die doelstelling nagestreefd op een illegale wijze. Ze hebben immers arresten van het Grondwettelijk Hof naast zich neer gelegd. Maar het TS moet wel toegeven dat die feiten op zich, hoe ‘ernstig’ ook, geen voldoende basis vormen om de betrokken politici te vervolgen voor ‘rebellie’ en ‘opruiing’ en zo voor lange tijd achter de tralies te krijgen.
Het enige aanknopingspunt dat het Spaanse gerecht heeft om het separatisme te kunnen criminaliseren en de separatistische leiders zwaar te kunnen straffen, zijn inderdaad de misdrijven ‘rebellie’ en ‘opruiing’. Madrid wil daarbij vooral inzetten op ‘rebellie’, omdat daar de zwaarste straffen op staan. Alleen is er volgens de Spaanse strafwet pas sprake daarvan wanneer er geweld wordt gebruikt. Einde verhaal, zou je dan denken. Want niemand kan betwisten dat de Catalaanse separatisten zich op een haast fanatieke wijze pacifistisch en geweldloos opstellen.
Geweldenaars en agressievelingen
Maar dat is buiten de Spaanse rechters gerekend. Die wringen zich op een haast lachwekkende wijze in allerlei bochten om de separatisten toch te kunnen wegzetten als geweldenaars en agressievelingen. De Catalaanse regering moet zeer goed geweten hebben, aldus het arrest, dat de Spaanse staat niet passief zou blijven ten aanzien van de schending van de Grondwet door zowel de organisatie van het referendum als het uitroepen van de onafhankelijkheid. Het was te verwachten dat de Spaanse staat zou grijpen naar het ‘legitieme gebruik van geweld, aangezien die staat daarop het monopolie heeft’. ‘Als de politici hun aanhangers dan oproepen om op straat te komen om hun beslissingen kracht bij te zetten en zo de staat de dwingen om de onafhankelijkheid te aanvaarden, dan is het evident dat met een grote kans op waarschijnlijkheid kon worden verwacht dat dit zou resulteren in geweld.’
De rechters erkennen hier dus dat het geweld van de Spaanse staat komt. De separatistische leiders worden als ‘gewelddadig’ gekwalificeerd omdat ze hebben opgeroepen om op een geweldloze wijze te manifesteren tegen de Spaanse staat, waarvan mocht worden verwacht dat die daarop met geweld zou reageren. Anders gezegd : geweldloos manifesteren mag enkel als je er zeker van bent dat de staat hierop niet met geweld zal reageren. Het is alsof de rechters hier zeggen : je moet toch geweten hebben hoe graag onze jongens van de Guardia Civil de Catalanen in elkaar slaan. Als je dan niet thuis blijft, dan heb je het geweld uitgelokt en ben je dus zelf agressief geweest.
Ironisch genoeg hebben de separatistische politici die redenering inderdaad gevolgd na de uitroeping van de onafhankelijkheid. Ze hebben de burgers niet opgeroepen om de instellingen van de Republiek te verdedigen, precies uit vrees voor de gewelddadige reactie van de Spaanse ordetroepen. Na 1 oktober hadden ze hun les inderdaad geleerd (al is dan natuurlijk de grote vraag waarom ze de onafhankelijkheid hebben uitgeroepen als ze die om pacifistische redenen niet wilden uitvoeren en verdedigen, maar dat is een andere zaak).
Uitlokking van onbestaand geweld
Dit betekent dat de vergezochte argumentatie van de rechters hoogstens kan slaan op het ‘uitgelokte’ geweld tijdens het referendum. Maar wacht eens even. Was dat geweld op 1 oktober volgens het regime niet in grote mate fake news ? Hoe kunnen de politici dan worden vervolgd voor ‘uitgelokt’ geweld dat eigenlijk niet plaats vond? Gelukkig kent de creativiteit van de regime-getrouwe rechters geen grenzen: ‘Er was een groot en reëel risico op lichamelijke letsels, die veel ernstiger hadden kunnen zijn, maar dit is gelukkig geen werkelijkheid geworden.’ Met andere woorden: de Catalaanse separatisten hebben zich schuldig gemaakt aan geweld, omdat er een kans was dat hun geweldloze acties geweld zouden uitlokken van de Spaanse overheid, ook al heeft dat geweld zich in werkelijkheid niet voorgedaan.
Mocht het hier enkel gaan om de motivering van een GAS-boete, je zou er eens smakelijk om kunnen lachen. Maar het gaat om de motivering van een voorlopige hechtenis die nu al (in het geval van Junqueras) 71 dagen duurt, en van een vervolging voor een misdaad waarop een maximumstraf van zo maar liefst dertig jaar gevangenis staat. In feite probeert het Spaanse gerecht ons hier wijs te maken, op basis van een flinterdunne en ronduit absurde argumentatie, dat Oriol Junqueras één van de zwaarste criminelen van Spanje is.
Gisteren besliste het TS ook dat Junqueras zelfs geen toestemming krijgt om een zitting van het parlement bij te wonen. Het argument? De verschijning van Junqueras in het parlement zou aanleiding kunnen geven tot ‘gewelddadige mobilisaties van burgers’ (‘movilizaciones ciudadanas colectivas violentas’). Ook dit arrest getuigt van een haast ziekelijke obsessie om het Catalaanse separatisme af te schilderen als uiterst agressief en gewelddadig.
Politieke chantage
Wat is overigens de reden waarom Junqueras in voorlopige hechtenis wordt gehouden (samen met Quim Forn en de twee Jordi’s), terwijl de andere ministers en de bureauleden van het Catalaanse parlement op borgtocht werden vrijgelaten? Het Spaanse gerecht gebruikt de voorlopige hechtenis als een politiek chantagemiddel. Wie wil vrijkomen moet het eenzijdige onafhankelijkheidsstreven afzweren. Dat wordt zelfs letterlijk in het arrest aangehaald als reden voor de blijvende opsluiting van Junqueras : ‘El proyecto político subsiste y el recurrente no lo ha abandonado.’ (het politieke project blijft bestaan, en de appellant heeft dat niet afgezworen).
Door dat wel te doen is parlementsvoorzitter Carme Forcadell kunnen ontsnappen aan opsluiting. Vandaar dat er in de Spaanse media sprake is van de ‘via Forcadell’. Wie daarentegen, zoals Junqueras, niet bereid is om die weg te bewandelen en een knieval te maken, die blijft in de gevangenis (ter herinnering: in vernederende omstandigheden, te midden van ordinaire criminelen, op 600 kilometer afstand van vrouw en kinderen).
De rechters in Madrid spelen een wreed en onmenselijk kat-en-muis-spelletje met de separatistische politici. Ook omdat die elk ogenblik opnieuw kunnen worden geïnterneerd als ze toch opnieuw zouden hervallen in hun fouten en zich positief zouden uitlaten over het eenzijdige onafhankelijkheidsstreven. Dit leidt tot de Orwelliaanse situatie dat je niet meer weet of politici bepaalde verklaringen afleggen uit overtuiging, dan wel om in vrijheid te blijven. Daarbij komt dat het gerecht zijn actieradius steeds verder uitbreidt. Van de op 21 december verkozen leden van het Catalaanse parlement zijn er nu al negentien die worden vervolgd en bij wie langdurige opsluiting in Madrid als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt. Dat dit alles enorme spanningen creëert binnen het separatistische kamp is voor het regime inmiddels mooi meegenomen.
Pijnlijke realiteit
En, o ja, vorige week was er dan nog die pijnlijke reality check voor al wie beweert dat het Spaanse gerecht onafhankelijk is van de politiek. Spanje werd door de Raad van Europa (meer bepaald door het anti-fraude agentschap GRECO) op de vingers getikt voor het uitblijven van maatregelen inzake de benoeming en promotie van rechters die een effectieve onafhankelijkheid van de rechterlijke macht kunnen garanderen. De problemen hiermee werden door GRECO al begin 2014 aan de kaak gesteld, maar Spanje vertikte het om de nodige maatregelen te nemen. Er is hier dus wel degelijk stront aan de knikker, vernemen we nu uit onverdachte bron.
Het is echter hopeloos naïef om te verwachten dat ook de Europese Unie Spanje zal veroordelen voor deze ondemocratische en verwerpelijke praktijken. Het komt de meeste politici in Europa juist goed uit dat Madrid het streven naar onafhankelijkheid, en daarmee eigenlijk elke vorm van radicale anti-systeemoppositie, criminaliseert. In werkelijkheid vinden de Europese machthebbers het fantastisch dat Spanje zo hard en meedogenloos optreedt tegen de separatisten. Want het signaal is duidelijk: wie buiten de lijntjes kleurt van wat het Europese establishment als aanvaardbaar beschouwt, die gaat voor lange tijd de gevangenis in. En lidstaten van de EU kunnen zich daarbij heel veel veroorloven, zolang ze maar netjes binnen de krijtlijnen van dat establishment blijven.
Wie beweert dat Spanje nog steeds een normale democratische rechtsstaat is, die kent ofwel het dossier niet, of die is ter kwader trouw. Men mag het eerste hopen, maar moet in veel gevallen het tweede vrezen.
Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'.
De Union des Francophones (UF) bestaat nog. En haar zetel bevindt zich in het MR-hoofdkwartier.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.